ECLI:NL:RBROT:2018:9327

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 oktober 2018
Publicatiedatum
14 november 2018
Zaaknummer
C/10/539602 / HA ZA 17-1104
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging samenwerking en opzegging managementovereenkomsten met betrekking tot 24Vision SPS

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om de beëindiging van een samenwerking tussen verschillende partijen, waaronder [eiser 1], [eiser 2], en de besloten vennootschappen 24Feniks B.V. en Ekanite B.V. De samenwerking was gericht op het ontwikkelen van een vernieuwende manier van scheepsmanagement. De rechtbank heeft op 24 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil dat voortkwam uit de opzegging van managementovereenkomsten door 24Vision Ship Performance Solutions B.V. (24Vision SPS). De eisers, die betrokken waren bij de managementovereenkomsten, voerden aan dat hun ontslag als statutair bestuurder en de opzegging van de overeenkomsten nietig waren, omdat deze in strijd zouden zijn met de wettelijke vereisten van artikel 2:238 lid 2 BW. De rechtbank oordeelde echter dat het ontslag van [eiser 1] als bestuurder niet vernietigbaar was, omdat hij onvoldoende rechtens te respecteren belang had. De rechtbank concludeerde dat de managementovereenkomsten rechtsgeldig waren opgezegd en dat de eisers geen recht hadden op de gevorderde compensatie. De vorderingen in conventie werden afgewezen, en de gedaagden werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/539602 / HA ZA 17-1104
Vonnis van 24 oktober 2018
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
24 FENIKS B.V.,
gevestigd te Krimpen aan den IJssel,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EKANITE B.V.,
gevestigd te Oostvoorne,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. F.J.H. Krumpelman te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
24VISION SHIP PERFORMANCE SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
24VISION SHIPPING HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] ,
4.
[gedaagde 4],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. L.B. de Graaf te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna [eiser 1] , [eiser 2] , 24Feniks en Ekanite enerzijds en 24Vision SPS, Lanting en Mobach anderzijds genoemd worden. Als eisers in conventie/verweerders in voorwaardelijke reconventie tezamen bedoeld zijn worden zij aangeduid als [gedaagden] Als gedaagden in conventie/eisers in voorwaardelijke reconventie tezamen bedoeld zijn worden zij aangeduid als 24Vision SPS c.s.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de exploten van dagvaarding van 10 en 13 oktober 2017, met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie, met producties;
  • de brief van de rechtbank van 21 maart 2018 waarbij partijen zijn opgeroepen voor de comparitie van partijen;
  • de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met bijlage;
  • het proces-verbaal van de op 5 juli 2018 gehouden comparitie van partijen;
  • de reactie op het proces-verbaal van de zijde van [gedaagden] d.d. 19 juli 2018;
  • de reactie op het proces-verbaal van de zijde van 24Vision SPS c.s. d.d. 23 juli 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eind 2015 zijn [eiser 1] , [eiser 2] , Lanting en Mobach een samenwerking aangegaan gericht op het - kort gezegd - in de markt zeten van een vernieuwende manier van scheepsmanagement.
2.2.
De aantekeningen van een in het kader van de onder 2.1. bedoelde samenwerking gehouden “protocol meeting” op 16 oktober 2015 waarbij [eiser 1] , [eiser 2] , Lanting en Mobach aanwezig waren, luiden, voor zover voor dit geschil van belang, als volgt:
“Als uitgangspunt voor de arbeidsvoorwaarden is afgesproken dat MM (Mobach; opmerking rechtbank), HB ( [eiser 1] ; opmerking rechtbank) en EH ( [eiser 2] ; opmerking rechtbank) in dienst treden van de nieuwe vennootschap op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met behoud van de huidige arbeidsinkomsten/voorwaarden voor de duur van 3 jaar, gerekend vanaf 1 januari 2016. Hiermee kan de huidige levensstandaard ongestoord worden voortgezet en kan de focus volledig ontwikkeld worden op de business.
(…)
HB en EH zeggen hun huidige arbeidsovereenkomsten zo snel mogelijk, maar uiterlijk 30 oktober 2015, op. Rekening houdend met een opzegtermijn van 2 maanden zullen HB en EH in dienst treden vanaf 1 januari 2016.
(…)
Financiële planning:Uitgangspunt is dat we een 3 jaren (1.000 dagen) plan opstellen, zodat er rust is om planmatig de juiste beslissingen te nemen en de klant protfolio op te bouwen. De planning kan zo worden opgesteld dat jaar 1 met een aanloopverlies wordt afgesloten, dat het aanloopverlies in jaar 2 wordt terugverdiend en dat er jaar 3 een gezonde, winstgevende bedrijfsvoering staat.
(…).”
2.3.
In het kader van de onder 2.1 bedoelde samenwerking is op 4 november 2015 24Vision SPS opgericht. 24Vision Shipping Holding is de enig aandeelhouder van 24Vision SPS. Lanting heeft de uiteindelijke en volledige zeggenschap over 24Vision Shipping Holding.
2.4.
Lanting heeft bij e-mailbericht van 27 november 2015 naar aanleiding van gesprekken met een zakelijke relatie (genaamd Marnix van Overklift) van 24Vision SPS het volgende aan [eiser 1] bericht:
“Om nog even duidelijk te zijn. Ik zit met Marnix in een serieus gesprek over Clearwater. Hij vraagt me hoe ik het heb geregeld met jullie, ik heb gezegd dat ik niet geloof in korte avontuurtjes en dat ik 1.000 dagen beleid heb uitgestippeld met zekerheid naar de mensen die het plan moeten uitvoeren. Het was belangrijk om dit te zeggen, opdat hij kan zien dat een samenwerking met Clearwater zijn vruchten zal afwerpen als je een constructief, duurzaam beleid voert.”
De reactie hierop per e-mailbericht van diezelfde datum van [eiser 1] luidt als volgt:
“Zo net Nico aan de bel gehad
Hij vroeg of ik ook 3 jaar salaris gegarandeerd had gekregen net als Mobach…
Dit komt natuurlijk uit de hoek van Marnix dus toch even voorzichtig zijn denk ik..”
2.5.
[eiser 1] , [eiser 2] , Mobach, Lanting en 24Vision SPS hebben op 1 juli 2016 een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. Daarin is onder meer bepaald dat 24Vision SPS een geplaatst kapitaal heeft van € 100.000,- bestaande uit 100.000 aandelen. Voorts is daarin bepaald dat Lanting 34%, [eiser 1] (via zijn b.v. 24Feniks) 25% Mobach (via zijn b.v. Noorderbreedte B.V.) 33% en [eiser 2] (via zijn b.v. Ekanite) 8% van de aandelen in 24Vision SPS houdt.
2.6.
Lanting heeft aan 24Vision SPS een werkkapitaallening verstrekt van
€ 500.000,-. Partijen zijn overeengekomen dat [eiser 1] en [eiser 2] 25 respectievelijk 8% van deze werkkapitaallening zouden overnemen op het moment van de aandelenverkrijging.
2.7.
Op 15 juni 2016 heeft 24Vision SPS met 24Feniks een managementovereenkomst gesloten. Deze managementovereenkomst luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
“in aanmerking nemende dat:
• de vennootschap (24Vision SPS; opmerking rechtbank) aan management-bv (24Feniks) een opdracht verstrekt om buiten dienstverband voor haar werkzaamheden te verrichten op het terrein van market intelligence, business development en investment strategie met betrekking tot de scheepvaart in de ruimste zin des woords.
• partijen uitdrukkelijk niet de bedoeling hebben een arbeidsovereenkomst aan te gaan
(…)
3. Looptijd en beëindiging
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en kan door ieder der partijen te allen tijde worden beëindigd door schriftelijke opzegging aan de wederpartij met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand.
(…)”
2.8.
Op 15 juni 2016 heeft 24Vision SPS met Ekanite een managementovereenkomst gesloten. Deze managementovereenkomst luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
“in aanmerking nemende dat:
• de vennootschap (24Vision SPS; opmerking rechtbank) aan management-bv (24Feniks) een opdracht verstrekt om buiten dienstverband voor haar werkzaamheden te verrichten op het terrein van chartering en operations van schepen in de ruimste zin des woords.
• partijen uitdrukkelijk niet de bedoeling hebben een arbeidsovereenkomst aan te gaan
(…)
3. Looptijd en beëindiging
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en kan door ieder der partijen te allen tijde worden beëindigd door schriftelijke opzegging aan de wederpartij met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand.
(…)”
2.9.
[eiser 1] was aanvankelijk de statutair bestuurder van 24Vision SPS. Bij aandeelhoudersbesluit van 9 maart 2017 heeft 24Vision Shipping Holding [eiser 1] ontslagen als statutair directeur van 24Vision SPS.
2.10.
Bij brieven van 9 maart 2017 van 24Vision SPS, ondertekend door Mobach, is aan [eiser 1] en [eiser 2] meegedeeld dat per die datum de managementovereenkomsten van 24Feniks en Ekanite van 15 juni 2016 werden opgezegd.
2.11.
Bij e-mailbericht van 19 april 2017 hebben [eiser 1] en [eiser 2] (voor zover hier van belang) het volgende aan Lanting meegedeeld:
“(…)
In de vergadering van 9 maart 2017 werd ons gemeld dat er was besloten dat jij en [gedaagde 4] niet met ons verder wilden. Jij hebt ook gezegd dat dat een feit was en niet meer teruggedraaid zou worden. Je wilde met name het menselijk aspect op een nette manier met elkaar afhandelen; we hebben aangegeven dat we deze gedachte met je deelden.
Dat je niet met elkaar veder wilt, kan gebeuren. Er zijn echter wel persoonlijke afspraken gemaakt, op grond waarvan Evert en ik destijds ons arbeidscontract voor onbepaalde tijd bij JBekkers co bv hebben opgezegd. Voor de afhandeling van zaken met betrekking tot het management contract is een opzegtermijn van 1 maand gehanteerd, zoals in het management contract is beschreven. De afspraak die wij persoonlijk met jou hadden en zoals door jou voorgesteld in je email van 17 Oktober 2015 met Protocol meeting naar aanleiding van onze vergadering op 16 Oktober lag anders.
(…)”
2.12.
Bij brief van 16 november 2017 heeft 24Vision SPS het volgende aan Ekanite meegedeeld:
“Voor zover de opzegging van 9 maart 2017 geen rechtsgevolg heeft gehad, zegt Ship Performance Solutions B.V. hierbij normaals de op 15 juni 2016 getekende managementovereenkomst met Ekanite B.V. op per 17 december 2017.”
2.13.
Bij brief van 16 november 2017 heeft 24Vision SPS het volgende aan 24Feniks meegedeeld:
“Voor zover de opzegging van 9 maart 2017 geen rechtsgevolg heeft gehad, zegt 24Vision Ship Performance Solutions B.V. hierbij nogmaals de op 15 juni 2016 getekende managementovereenkomst met 24Feniks B.V. op per 17 december 2017.”

3.De vordering in conventie

3.1.
[gedaagden] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. het ontslag van statutair bestuurder [eiser 1] van 9 maart 2017 te vernietigen dan wel dat ontslag nietig te verklaren en 24Vision SPS te veroordelen om [eiser 1] tot zijn functie van bestuurder bij 24Vision SPS toe te laten, op straffe van een dwangsom van
€ 5.000,- per dag bij overtreding;
2. de opzegging van de managementovereenkoms tussen 24Feniks en Ekanite enerzijds en 24Vision SPS anderzijds van 9 maart 2017 te vernietigen dan wel nietig te verklaren en 24Vision SPS te veroordelen om de managementfee’s zijnde € 12.611,- respectievelijk
€ 5.767,19 exclusief BTW plus emolumenten per maand tot aan 1 januari 2019 te (blijven) voldoen aan Feniks24 en Ekanite, althans aan [eiser 1] en [eiser 2] , tot aan 1 januari 2019 vermeerderd met de wettelijke rente bij niet tijdige betaling;
3. De aandelenoverdracht van 28 december 2016 door Lanting aan 24Vision Shipping Holding te vernietigen dan wel nietig te verklaren en 24Vision Shipping Holding te veroordelen om de aandelen terug te leveren aan Lanting en Lanting vervolgens te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis 24Feniks, althans [eiser 1] , 25% van de aandelen in 24Vision SPS te leveren en Ekanite, althans [eiser 2] , 8% van de aandelen in 24Vision SPS, op straffe van een dwangsom van
€ 10.000,- per dag vanaf de dag van betekening van het te wijzen vonnis,
alles met veroordeling van 24Vision SPS c.s. in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW over het een en ander.
3.2.
Het verweer van 24Vision SPS c.s. strekt tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagden] , met veroordeling van [gedaagden] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten en de nakosten, beide vermeerderd met de wettelijke rente.

4.De vordering in voorwaardelijke reconventie

4.1. 24
Vision SPS c.s. vordert, voor het geval dat 24Vision SPS in conventie wordt veroordeeld tot levering van de aandelen in het kapitaal van 24Vision SPS:
a. [eiser 1] , althans 24Feniks, te veroordelen een bedrag van € 25.000,- aan 24Vision
Shipping Holding, althans Lanting, te betalen en [eiser 2] , althans Ekanite, te veroordelen
een bedrag van € 8.000,- aan 24Vision Shipping Holding, althans Lanting, te betalen als
koopprijs voor 25% respectievelijk 8% van de aandelen in het kapitaal van 24Vision SPS,
een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor
het geval voldoening niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de
wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
b. [eiser 1] , [eiser 2] , 24Feniks en Ekanite te veroordelen mee te werken aan
(terug)levering aan 24Vision Shipping Holding, althans aan Lanting, van de aan hen te
leveren aandelen in het kapitaal van 24Vision SPS, tegen een prijs van € 0,- per aandeel;
c. [eiser 1] te veroordelen een bedrag van € 125.000,- aan Lanting te betalen en
[eiser 2] te veroordelen een bedrag van € 40.000,- aan Lanting te betalen als voldoening
van de uit hoofde van de geldleningsovereenkomsten verschuldigde bedragen, een en
ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval
voldoening niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke
rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening,
met veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente over die kosten.

5.De beoordeling

in conventie

5.1.
Onderwerp van dit geschil is een in 2015 gestarte samenwerking tussen [eiser 1] , [eiser 2] , Mobach en Lanting. Volgens de onderbouwde stellingen van 24Vision SPS c.s. heeft die samenwerking niet gebracht wat partijen ervan hadden gehoopt. [gedaagden] hebben onvoldoende betwist dat de commerciële resultaten van 24Vision SPS tegenvielen. De tegenvallende resultaten hebben Lanting en Mobach ertoe gebracht om de samenwerking met [eiser 1] en [eiser 2] te beëindigen.
5.2.
De beëindiging van de samenwerking is door [eiser 1] en [eiser 2] aanvankelijk geaccepteerd, zo volgt uit het e-mailbericht van 19 april 2017 (hiervoor onder 2.11). In dat e-mailbericht hebben [eiser 1] en [eiser 2] aangegeven wèl financieel gecompenseerd te willen worden voor het feit dat zij door de beëindiging van de managementovereenkomst hun inkomsten verloren, terwijl eerder was besproken dat het de bedoeling was dat hun vooraf bestaande arbeidsvoorwaarden (die voortvloeiden uit hun oude arbeidsovereenkomst met een derde) gedurende drie jaar gehandhaafd zouden blijven.
Met een dergelijke compensatie hebben 24Vision SPS c.s. niet ingestemd.
5.3.
Thans vechten [eiser 1] en [eiser 2] het ontslag van [eiser 1] als statutair bestuurder van 24Vision SPS en de opzegging van de managementovereenkomsten aan en vorderen zij levering van 25% respectievelijk 8% van de aandelen in 24Vision SPS.
5.4.
[eiser 1] vordert vernietiging van het besluit waarbij hij is ontslagen. Volgens [eiser 1] is dat besluit nietig althans vernietigbaar omdat hij niet in de gelegenheid is gesteld daarover advies uit te brengen, terwijl artikel 2:238 lid 2 BW dat voorschrijft bij besluitvorming buiten vergadering als hier aan de orde.
Naar het oordeel van de rechtbank brengt dat in dit geval echter niet mee dat [eiser 1] het besluit kan vernietigen. [eiser 1] heeft daarbij onvoldoende rechtens te respecteren belang. De visies van alle betrokken partijen over het al dan niet voortzetten van de samenwerkig waren bekend. 24Vision SPS c.s. hebben onbetwist gesteld dat het functioneren van [eiser 1] , de behaalde - ernstig tegenvallende - resultaten en het voornemen om de samenwerking te beëindigen, tussen de betrokken natuurlijk personen voorafgaande aan het genomen ontslagbesluit uitvoerig en meerdere malen besproken is. Het ontslag van [eiser 1] was voor alle betrokkenen inmiddels kenbaar onvermijdelijk.
Indien [eiser 1] nog in de gelegenheid zou zijn gesteld om formeel te worden gehoord en advies uit te brengen, zou dat geen verschil hebben gemaakt. De beslissingsmacht lag feitelijk geheel bij Lanting. Dat heeft [eiser 1] zich destijds gerealiseerd en dat heeft hij (aanvankelijk) ook geaccepteerd. Dat [eiser 1] zich nadien op het standpunt is gaan stellen dat hij het ontslagbesluit kon vernietigen, vloeit slechts voort uit zijn wens om aanvullende betalingen van 24Vision SPS c.s. te verkrijgen en uit zijn visie dat hij door het ontslagbesluit aan te tasten ook de opzegging van de managementovereenkomsten ongedaan zou kunnen maken. Wat daar ook van zij, dat levert in de gegeven omstandigheden geen rechtens te respecteren belang op.
5.5.
In de managementovereenkomsten met de management-BV's van [eiser 1] (24Feniks) en [eiser 2] (Ekanite) (productie 10 en 11 bij dagvaarding) is een opzegtermijn overeengekomen van één maand (artikel 3 lid 1). De managementovereenkomsten konden dan ook door 24Vision SPS worden beëindigd door schriftelijke opzegging met inachtneming van die termijn. Daar doet niet aan af dat er eerder tussen partijen is gesproken over een ander uitgangspunt voor de arbeidsvoorwaarden. Vast staat op zichzelf wel dat er aanvankelijk over is gesproken dat [eiser 1] , [eiser 2] en Mobach in dienst zouden treden van de nieuwe vennootschap (24Vision SPS) op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met behoud van hun op dat moment bestaande arbeidsvoorwaarden (voortvloeiende uit hun oude arbeidsovereenkomst met derden) voor de duur van drie jaar (pagina 4 bovenaan Protocol meeting 16 oktober 2015; productie 1 bij dagvaarding). Partijen hebben echter uiteindelijk andere afspraken gemaakt en deze in de managementovereenkomsten vastgelegd.
Uit de stukken en hetgeen partijen daarover naar voren heeft gebracht volgt dat zij uiteindelijk zijn overeengekomen wat zij in de managementovereenkomsten hebben vastgelegd. In de slotbepaling van die managementovereenkomsten hebben partijen bovendien vastgelegd dat die overeenkomst bij uitsluiting de tussen partijen bestaande rechtsbetrekkingen regelt (artikel 10 lid 1). Dat de managementovereenkomsten anders dienen te worden uitgelegd dan in overeenstemming met de in zoverre heldere tekst en strekking, is gesteld noch gebleken.
Met name is niet gesteld of gebleken dat [gedaagden] met 24Vision SPS c.s. hebben afgesproken dat niettegenstaande de inhoud van de managementovereenkomsten [gedaagden] jegens 24Vision SPS c.s. gedurende drie jaar gerekend vanaf 1 januari 2016 minimaal een financiële compensatie zouden ontvangen gelijk aan hetgeen [eiser 1] en [eiser 2] aan inkomsten zouden hebben genoten als zij hun oude arbeidsovereenkomst met een derde niet hadden opgezegd. [eiser 1] en [eiser 2] hebben uiteindelijk niet gekozen voor de relatieve zekerheid van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar voor een voor hen op dat moment financieel/fiscaal aantrekkelijkere managementovereenkomst die relatief minder zekerheid bood. De taalkundige/grammaticale betekenis van de bewoordingen van de managementovereenkomst is niet zonder meer doorslaggevend bij de uitleg van de inhoud. Het gaat bij uitleg - kort gezegd - om hetgeen partijen over en weer in redelijkheid van elkaar mochten verwachten (Haviltex-norm). Voor zover [gedaagden] echter meenden te mogen verwachten dat managementovereenkomsten zo zouden worden uitgelegd dat daaruit voor hen zeer vergaande financiële garanties voortvloeiden, lag het op hun weg om concreet te stellen op welke feiten en omstandigheden dergelijke verwachtingen in redelijkheid konden worden gebaseerd. Onvoldoende is in dit verband dat tijdens de "protocol meeting" van 16 oktober 2015 is besproken dat uitgangspunt voor de arbeidsvoorwaarden zou zijn een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met behoud van de bestaande arbeidsvoorwaarden gedurende een termijn van drie jaar. Daarbij dient te worden bedacht dat indien een onderneming verlies blijft lijden ook de zekerheid die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd biedt beperkt is. Ook die kan immers worden beëindigd (opgezegd/ontbonden).
In het kader van de uitleg is voorts het volgende van belang. Bij de "protocol meeting" is niet alleen gesproken over een uitgangspunt voor de arbeidsvoorwaarden, maar ook over een uitgangspunt voor de financiële planning. Dat laatste uitgangspunt hield in dat jaar één met een aanloopverlies mocht worden afgesloten, maar dat zou in jaar twee moeten worden terugverdiend. Dat niettemin hetgeen tijdens de protocol meeting is besproken uiteindelijk zo is uitgewerkt en afgesproken/overeengekomen dat moet worden aangenomen dat partijen een harde garantie zijn overeengekomen inhoudende dat door 24Vision SPS c.s. aan [gedaagden] gedurende minimaal drie jaar bepaalde bedragen zouden worden betaald ongeacht de financiële resultaten van de onderneming, en dat derhalve de managementovereenkomsten thans in die zin dienen te worden uitgelegd, kan uit de stellingen van [gedaagden] niet worden afgeleid.
Weliswaar zijn de managementovereenkomsten slechts gesloten tussen 24Vision SPS en 24Feniks respectievelijk Ekanite, maar evident is dat partijen ervoor hebben gekozen om de (toekomstige) rechtsbetrekkingen waarover eerder op meer vrijblijvende basis was gesproken op die wijze juridisch vorm te geven. [eiser 1] en [eiser 2] hebben wel gesteld dat aan het eerder besproken behoud van inkomsten gedurende drie jaar met het sluiten van de managementovereenkomsten niet werd getornd, maar dat is zoals is overwogen in de vorige alinea’s niet op te maken uit de tekst van de managementovereenkomsten. Er zijn (ook) geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken waaruit zou kunnen voortvloeien dat partijen niet zijn gebonden aan de overeenkomsten zoals zij die uiteindelijk hebben gesloten.
5.6.
De managementovereenkomst zijn (tot tweemaal toe) opgezegd en daarmee ten einde gekomen. Opmerking verdient dat door eisers na de eerste opzegging geen werkzaamheden meer zijn verricht die hen aanspraak op enigerlei betaling door 24Vision SPS zouden kunnen geven.
5.7.
Hoewel het ten tijde van de aanvang van de samenwerking de bedoeling was dat [eiser 1] en [eiser 2] zouden gaan participeren in 24Vision SPS (zie pagina 4 midden Protocol meeting 16 oktober 2015; productie 1 bij dagvaarding en de Aandeelhoudersovereenkomst), hebben partijen daar aanvankelijk geen uitvoering aan gegeven. Dat is destijds kennelijk gebeurd met instemming van [eiser 1] en [eiser 2] .
[eiser 1] en [eiser 2] hebben geen belang bij vorderingen die ertoe strekken dat zij alsnog gaan participeren in het kapitaal van 24Vision SPS. Immers, in artikel 13 lid 1 aanhef en onder d van de Aandeelhoudersovereenkomst (productie 12 bij dagvaarding) is bepaald dat een aandeelhouder verplicht is zijn aandelen aan de andere aandeelhouders aan te bieden in geval van beëindiging van de managementovereenkomst. De aandelen dienen in een dergelijk geval te worden gewaardeerd conform het bepaalde in artikel 15. Gelet op de door 24Vision SPS behaalde resultaten zou dit in dit geval neerkomen op een waardering op
€ 0,00. Niet in te zien valt dat [eiser 1] en [eiser 2] er belang bij hebben aandelen te kopen die zij vervolgens voor € 0,00 zouden dienen te verkopen. Dat de aandelen inmiddels mogelijk een hogere waarde hebben, of in de toekomst mogelijk een hogere waarde zullen hebben, doet daar niet aan af. Partijen zijn jegens elkaar gebonden aan hetgeen zij uiteindelijk zijn overeengekomen.
5.8.
Nu de vordering in conventie tot het leveren van aandelen in 24Vision SPS wordt afgewezen, is de voorwaardelijke reconventie niet aan de orde. Deze is immers uitsluitend ingesteld voor het geval die vordering wel (ten dele) zou worden toegewezen.
5.9.
[gedaagden] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie. Dat komt neer op een bedrag van € 1.704,-, te weten € 618,- aan vastrecht vermeerderd met € 1.086,- aan salaris voor de advocaat, gebaseerd op twee punten van liquidatietarief II ad € 543,- per punt.
De vordering van 24Vision SPS tot betaling van de nakosten en wettelijke rente over de proces- en nakosten wordt toegewezen op de wijze als in het dictum vermeld.
5.10.
Er is geen aanleiding voor een aparte kostenveroordeling in voorwaardelijke reconventie.

6.De beslissing

De rechtbank,
wijst de vorderingen (in conventie) af;
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van 24Vision SPS c.s. vastgesteld op € 1.704,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de dag van uitspraak van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagden] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het bijzijn van mr. S. Lankhaar, griffier, in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2018.
1861/1729