ECLI:NL:RBROT:2018:9500
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van smaad zonder inhoudelijke overweging in Rotterdam
Op 6 november 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door raadsman mr. M.G.P. Glas. De zaak betreft een vrijspraak van smaad, waarbij de officier van justitie, mr. J.A. Castelein, vrijspraak heeft gevorderd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was, ondanks de argumenten van de verdediging dat deze partieel nietig zou zijn. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging voldoende duidelijk was voor de verdachte om zich te verweren. Na beoordeling van de zaak kwam de rechtbank tot de conclusie dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend was bewezen, waardoor de verdachte zonder nadere motivering werd vrijgesproken. Tevens werd de benadeelde partij, die een schadevergoeding had gevorderd, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De kosten die de benadeelde partij had gemaakt ter verdediging van de vordering werden begroot op nihil. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de rechtbank benadrukte dat er geen inhoudelijke overwegingen aan de vrijspraak ten grondslag lagen.