4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
al dan niet handelend onder de eenmanszaak [naam verdachte rechtspersoon] ,
in de periode van 1 januari 2012 tot en met 28 september 2016 te Rotterdam,
tezamen en vereniging met
(een
)ander(en),
b.
telkens geldbedragen (in totaal een bedrag van EUR 321.056,27)
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en
heeft omgezet, terwijl hij en zijn mededader(s) wisten, dat
bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
waren uit misdrijven,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) van het plegen van dat feit
een gewoonte hebben gemaakt;
al dan niet handelend onder de eenmanszaak [naam verdachte rechtspersoon] ,
in de periode van 9 augustus 2012 tot en met 28 september 2016 te Rotterdam,
tezamen en vereniging met een ander,
de bedrijfsadministratie van [naam verdachte rechtspersoon] ,
zijnde een samenstel van geschriften, dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en vervalst, immers hebben hij en zijn mededader,
telkens opzettelijk valselijk, immers in strijd met de waarheid, (zakelijk weergegeven)
in zijn, verdachtes, bedrijfsadministratie en de bedrijfsadministratie van de eenmanszaak [naam verdachte rechtspersoon] ,
a. een valse factuur ten name van [naam rechtspersoon 1] (gericht aan [naam verdachte rechtspersoon] ) (factuurdatum 11-03-2014) (bijlage DOC-008-06, p. 1021)
b. een valse factuur ten name van eenmanszaak [naam rechtspersoon 2]
(gericht aan [naam verdachte rechtspersoon] ) (factuurdatum 31 januari 2014) (bijlage DOC-008-07, p.
1022)
c. een valse en factuur ten name van eenmanszaak
[naam rechtspersoon 3] (gericht aan [naam verdachte rechtspersoon] ) (factuurdatum 17 juni 2014)
(bijlage DOC-008-08, p. 1028)
d. twee valse facturen ten name van eenmanszaak [naam rechtspersoon 4] (gericht aan [naam verdachte rechtspersoon] ) (factuurdatum 2 juni 2015 en 10 juli 2015) (bijlage DOC-014-34, p. 1626 en DOC-014-38, p. 1630)
e. een rekeningafschrift van de ING, inhoudende twee overboekingen van de
zakelijke rekening van [naam verdachte rechtspersoon] naar de bankrekening op naam van [naam 1]
, met als omschrijving: "spoedoverboeking Deelbetaling 1 factuurnr
003-2016" en "spoedoverboeking Deelbetaling 2 factuurnr 003-2016" (DOC-016-01)
f. een kwitantie met nummer 109, inhoudende een contante betaling (datum
09-08-2012) van [naam 2] aan [naam verdachte rechtspersoon] , ten bedrage van 3.3
30 euro
(DOC-014-16, p. 1272)
opgenomen en geboekt en verwerkt ,
bestaande de valsheid telkens hierin
ten aanzien van a tot en met d
dat (telkens) valselijk
enin strijd met de waarheid op bovenstaande
facturen is opgenomen dat [naam rechtspersoon 1] en [naam rechtspersoon 3]
en [naam rechtspersoon 2] en [naam rechtspersoon 4] werkzaamheden en/of diensten
hebben verricht voor [naam verdachte rechtspersoon] , terwijl in werkelijkheid de in de
bovengenoemde facturen genoemde werkzaamheden en/of diensten niet zijn
verricht door deze bedrijven,
dat de op bovengenoemde facturen genoemde gefactureerde bedragen niet door [naam verdachte rechtspersoon]
zijn betaald aan deze bedrijven,
dat de factuur 003-2016, genoemd in de omschrijvingen op bovengenoemd
rekeningafschrift, niet bestaat of heeft bestaan,
dat de contante betaling, genoemd op deze kwitantie, niet door of namens [naam 2]
is gedaan,
zulks telkens met het oogmerk om dat samenstel van geschriften als
echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.