In de zaak tegen de verdachte, een huisarts met Turkse achtergrond, heeft de rechtbank Rotterdam op 19 december 2019 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van opruiing na het plaatsen van een bericht op Facebook waarin hij zou hebben opgeroepen tot geweld tegen een andere persoon. De tenlastelegging was gebaseerd op een vertaling van het bericht, waarin de verdachte zou hebben geschreven dat mensen in het gezicht van de aangever konden spugen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de betekenis van deze uitspraak in de Turkse taal niet letterlijk moet worden genomen. De verdachte heeft verklaard dat het in feite betekent dat men de aangever ter verantwoording moet roepen, vergelijkbaar met het Nederlandse gezegde 'op de vingers tikken'.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de beëdigde tolk in overweging genomen. De tolk bevestigde dat de uitspraak figuurlijk bedoeld was en dat de letterlijke vertaling niet de juiste context weergaf. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte daadwerkelijk had opgeroepen tot belediging of geweld. De rechtbank heeft ook meegewogen dat de aangever zelf een andere formulering had gebruikt die niet terugkwam in de vertalingen van de tolken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank Rotterdam, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.