Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 november 2019, met producties 1 tot en met 6;
- de vermeerdering van eis;
- de producties van [gedaagde] , genummerd 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling op 5 december 2019;
- de pleitaantekeningen van [gedaagde] .
2.De feiten
Opzegging van de zorg/kamer geschiedt schriftelijk door één der partijen met de inachtneming van de opzegtermijn van 1 kalender maand.
Het weigeren van zorg
Het niet nakomen van zorgafspraken
Het niet nakomen van betalingsafspraken
Wordt aan bovenstaande items niet voldaan dan is er een
3.Het geschil
veroordelentot ontruiming van de woonruimte en betaling van een gebruiksvergoeding. Op de zitting is gebleken dat [gedaagde] dit ook zo heeft begrepen.
4.De beoordeling
De bevoegdheid van de voorzieningenrechter
ookde kantonrechter bevoegd is tot het geven van een voorziening als bedoeld in het eerste lid. Hieruit volgt dat als het hier om een huurzaak zou gaan zowel de voorzieningenrechter als de kantonrechter bevoegd is. Het primaire verweer van [gedaagde] wordt daarom gepasseerd.
980,00