ECLI:NL:RBROT:2019:10382

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 december 2019
Publicatiedatum
3 januari 2020
Zaaknummer
C/10/576353 / FA RK 19-5261
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling van het register van geboorten van de gemeente Rotterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 december 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de aanvulling van het register van geboorten van de gemeente Rotterdam. Het verzoek is ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.R. Hagenaars, en betreft de erkenning van de geboorte van verzoekster, die op [geboortedatum verzoekster] te [geboorteplaats verzoekster] is geboren. De moeder van verzoekster, [naam belanghebbende], heeft de Gyaanse nationaliteit en heeft illegaal in Nederland verbleven tijdens de geboorte. De vader, [naam informant], heeft de Nederlandse nationaliteit. Het verzoek is ingediend omdat er geen aangifte van de geboorte is gedaan, wat heeft geleid tot het ontbreken van een geboorteakte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat [naam belanghebbende] de biologische moeder van verzoekster is, onderbouwd door een deskundigenbericht en een e-mail van het ziekenhuis. De rechtbank heeft op basis van artikel 1:24 BW geoordeeld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam een akte moet opmaken die de geboorte van verzoekster bevestigt. Het verzoek om [naam informant] als vader te erkennen is afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs is dat hij de vader is, mede doordat hij niet ter zitting is verschenen.

De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de geboorteakte op te maken en in te schrijven in het register van geboorten. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. I.J.P.M. Hulsman. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen de gestelde termijnen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team familie
zaak- / rekestnummer: C/10/576353 / FA RK 19-5261
Beschikking van 12 december 2019 terzake aanvulling van het register van geboorten van de gemeente Rotterdam
in de zaak van:
[naam verzoekster], hierna te noemen: verzoekster,
advocaat mr. E.R. Hagenaars te Amsterdam.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
1.
[naam belanghebbende], hierna te noemen: [naam belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats belanghebbende] , [adres belanghebbende] ;
2)
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam, hierna te
noemen: de abs; zetelende te Rotterdam,
3)
de officier van justitie.
In deze zaak zijn als informanten opgeroepen:
-
[naam informant], hierna te noemen: [naam informant] ,
wonende te [woonplaats informant] , [adres informant] ;
-
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen: de GI.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen van verzoekster, ingekomen op 19 juli 2019;
  • de conclusie van de officier van justitie, ingekomen op 9 september 2019.
1.2.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 28 november 2019.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • verzoekster met haar advocaat mr. Hagenaars;
  • de abs [naam 1] ;
  • [naam belanghebbende] ;
  • de GI, vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger 1] ,
  • Spirit Jeugdhulp, vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger 2] .
De officier van justitie heeft bij brief van 4 november 2019 medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.
[naam informant] is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Verzoekster is geboren op [geboortedatum verzoekster ] te [geboorteplaats verzoekster].
2.2.
De moeder heeft de Gyaanse nationaliteit.
2.3.
[naam informant] heeft de Nederlandse nationaliteit.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek strekt ertoe dat er een geboorteakte wordt opgemaakt ten behoeve van verzoekster en dat daarin wordt vermeld dat [naam belanghebbende] haar moeder is en [naam informant] haar vader.
3.2.
Op grond van artikel 3 aanhef en onder a Rv komt aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toe.
Op het verzoek is Nederlands recht van toepassing omdat het verzoek de opname betreft van een akte in de registers van de Nederlandse Burgerlijke Stand.
3.3.
Op grond van artikel 1:24 BW kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank.
De rechtbank legt artikel 1:24 BW uit zoals mr. E.W.M. Gubbels toelicht in de Groene serie Personen- en familierecht. Volgens die toelichting kan de rechtbank aanvulling van de registers van de burgerlijke stand gelasten als blijkt dat een akte ontbreekt omdat er geen aangifte is gedaan. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt dan voor het betreffende register een nieuwe akte op.
3.4.
In het geval van verzoekster ontbreekt een akte omdat er geen aangifte is gedaan. Vanwege een gecompliceerde geboorte is [naam belanghebbende] opgenomen in het ziekenhuis. Zij verbleef illegaal in Nederland en was niet verzekerd. Zij heeft daarom gebruik gemaakt van het pasje van de ziektekostenverzekering van haar buurvrouw en/ of vriendin [naam 2] . Het enige bewijs van verzoeksters geboorte is een e-mail van het Ikazia ziekenhuis te Rotterdam van 14 juni 2019. Volgens die e-mail is mevrouw [naam 2] , geboren op [geboortedatum naam 1], op [geboortedatum verzoekster ] in het Ikazia ziekenhuis bevallen van een meisje.
Volgens het deskundigenbericht van Verilabs van 13 mei 2019 is het praktisch bewezen dat [naam belanghebbende] de biologische moeder is van verzoekster.
Met inachtneming van deze feiten concludeert de officier van justitie tot inwilliging van het verzoek.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in de procedure gebrachte stukken voldoende bewijzen en aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder, de datum waarop en de plaats waar de geboorte van verzoekster moet hebben plaatsgehad,
zodat zij op de voet van artikel 1:24 BW de aanvulling van het register van geboorten van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam zal gelasten zoals in het dictum is opgenomen. Het verzoek wordt in zoverre toegewezen.
3.5.
Het verzoek tot bepaling dat [naam informant] de vader is van verzoekster wordt afgewezen, omdat dit niet is komen vast te staan. De vader is niet ter zitting verschenen en er ontbreekt bijvoorbeeld een deskundigenbericht zoals dat er wel is van de moeder.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam om ter aanvulling van het register van geboorten van de gemeente Rotterdam van het jaar 2009 een akte toe te voegen met de navolgende gegevens:
KIND
geslachtsnaam : [naam verzoekster]
voornaam : [naam verzoekster]
geboortedatum : [geboortedatum verzoekster ]
geboorteplaats : [geboorteplaats verzoekster]
geslacht : vrouwelijk
OUDERS
geslachtsnaam vader : -
voorna(a)m(en) vader : -
geboortedatum vader : -
geboorteplaats vader : -
geslachtsnaam moeder : [naam belanghebbende]
voornamen moeder : [naam belanghebbende]
geboortedatum moeder : [geboortedatum belanghebbende]
geboorteplaats moeder : onbekend
geboorteland moeder : Guyana
en gelast de inschrijving daarvan in het register van geboorten van de gemeente Rotterdam;
4.2.
gelast de griffier een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam op voet van het bepaalde in artikel 1:24, lid 2 BW;
4.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. I.J.P.M. Hulsman op 12 december 2019.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag.
Door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de beschikking. Voor andere belanghebbenden geldt een termijn van drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden voor het instellen van hoger beroep.