4.1.2.Beoordeling
Artikel 2 onder 35 aanhef juncto artikel 2 onder 35 sub g onder iii EVOA merkt een overbrenging van afvalstoffen in de zin van artikel 3 lid 2 EVOA naar een niet-OESO-land als Indonesië aan als illegaal indien daarvoor geen ingevuld document is aangeleverd als is opgenomen in bijlage VII bij de EVOA. Artikel 18, lid 1, onder a en b EVOA bepaalt dat de opdrachtgever voor de overbrenging ervoor zorgdraagt dat de overbrenging vergezeld gaat van de in bijlage VII genoemde informatie en dat hij deze ondertekent voorafgaand aan de overbrenging.
Ingevolge artikel 10.60, lid 2, Wet milieubeheer (hierna: Wm) is het verboden handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 2, onder 35, van de EVOA.
Het overtreden van het verbod van artikel 10.60, lid 2, van de Wm is een economisch delict op grond van artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten (hierna: WED).
Op grond van artikel 2, eerste lid, van de WED is dit delict een misdrijf indien het opzettelijk is begaan en een overtreding indien het niet opzettelijk is begaan.
Het staat niet ter discussie dat [naam rechtspersoon] te gelden heeft als de opdrachtgever voor de overbrenging. Op haar rustte dus de verplichting om ervoor zorg te dragen dat de vakken
3 en 4 van bijlage VII waren ingevuld en dat een handtekening was geplaatst in vak 12.
Ook indien [naam rechtspersoon] met haar toeleverancier [naam bedrijf] afspraken had gemaakt over de door deze aan te leveren informatie met betrekking tot de vakken 3 en 4, ontsloeg dit haar niet van de verplichting om te controleren op de juistheid en volledigheid van de door
[naam bedrijf] verstrekte gegevens en om zelf in vak 12 een handtekening te plaatsten.
Dit alles heeft [naam rechtspersoon] nagelaten. Daarmee heeft zij in strijd gehandeld met de op haar ingevolge artikel 2 onder 35 sub g onder iii EVOA rustende verplichtingen.
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan evenwel niet worden geconcludeerd dat [naam rechtspersoon] (de inhoud van) voormelde documenten
opzettelijkniet heeft gecontroleerd, althans bewust de kans op de koop heeft toegenomen dat deze documenten niet juist (door [naam bedrijf] ) waren ingevuld en/of dat [naam rechtspersoon] opzettelijk (willens en wetens) heeft nagelaten om een handtekening te zetten in vak 12. Dat betekent dat het impliciet primair tenlastegelegde misdrijf, het
opzettelijkoverbrengen van papier en karton naar Indonesië terwijl die overbrenging niet vergezeld ging van juist en volledig ingevulde en ondertekende documenten van bijlage VII, niet is bewezen, zodat [naam rechtspersoon] daarvan zal worden vrijgesproken.
Wel acht de rechtbank de impliciet subsidiair tenlastegelegde (niet-opzettelijke)
overtredingsvariantwettig en overtuigend bewezen. Immers, [naam rechtspersoon] heeft onzorgvuldig en onoplettend gehandeld door geen controle uit te voeren op de (inhoud van) voormelde documenten en door na te laten deze van een handtekening te voorzien, terwijl zij daartoe wel gehouden was.
(Parketnummer 83/217381-19)
Overbrenging naar India van containers met oud papier en karton, zonder voorafgaande kennisgeving met schriftelijke toestemming zoals beschreven in artikel 35 van de EVOA.
4.1.3.Standpunt verdediging
[naam rechtspersoon] heeft zich niet beziggehouden met overbrenging van afvalstromen van oud papier, karton en papierproducten die waren vermengd met gevaarlijke afvalstoffen in de zin van de EVOA. Weliswaar is het mogelijk dat de onderhavige partij oud papier en karton andersoortig afvalmateriaal bevatte, maar het gewicht van die andere afvalstoffen bedroeg niet meer dan ten hoogste 2% van het totale gewicht van deze partij. Uit beleidsregels van de Nederlandse overheid, in het bijzonder artikel 2 van de Beleidsregel van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 1 december 2015 nr. IENM/ILT-2015/47411 (hierna: de Beleidsregel), volgt dat een dergelijke partij met andere afvalstoffen vermengd oud papier mag worden aangemerkt als zogenoemde groene lijst-afvalstof, namelijk een afvalstof van bijlage III van de EVOA, ingedeeld onder de code B3020.
De EVOA bevat geen verbod om deze (groene lijst)afvalstof zonder voorafgaande kennisgeving en toestemming van de betrokken bevoegde autoriteiten over te brengen naar India. Derhalve is er geen sprake van - en kan dus niet bewezen worden - dat [naam rechtspersoon] in strijd met de EVO heeft gehandeld, zodat vrijspraak dient te volgen.
4.1.4.Beoordeling
Regelgeving
Zoals reeds eerder in dit vonnis overwogen, is het op grond van artikel 10.60, lid 2, Wm verboden om handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 2, onder 35, van de EVOA.
Volgens artikel 2, onder 35, van de EVOA - voor zover hier relevant - is illegaal de overbrenging van afvalstoffen:
a. a) zonder kennisgeving aan alle betrokken bevoegde autoriteiten, overeenkomstig deze
verordening, of
b) zonder toestemming van de betrokken bevoegde autoriteiten, overeenkomstig deze
verordening.
Artikel 37 van de EVOA luidt – voor zover hier relevant – als volgt:
1. (…)
Elk land waarop het OESO-besluit niet van toepassing is, beschikt over de volgende mogelijkheden:
…
b) een voorafgaande kennisgeving met schriftelijke toestemming zoals beschreven in artikel 35;
…
5. In geval van overbrenging van niet in bijlage III onder één code ingedeelde afvalstoffen, van niet in bijlage III of III A onder één code ingedeelde mengsels van afvalstoffen of van in bijlage III B ingedeelde afvalstoffen, geldt lid 1, onder b, van dit artikel.
(...)
In bijlage III van de EVOA (de Groene Lijst) wordt verwezen naar Bijlage IX van het Verdrag van Bazel, waarin onder meer code B3020 is opgenomen:
B3020 papier, karton en papierproducten
de volgende materialen mits deze niet vermengd zijn met gevaarlijke afvalstoffen:
oud papier of karton:
- ongebleekt papier of karton of gegolfd papier of golfkarton;
- overig papier en karton, hoofdzakelijk gemaakt van gebleekt chemisch pulp, dat niet in bulk is gekleurd;
- papier of karton, hoofdzakelijk gemaakt gebleekt mechanisch pulp (b.v. kranten, tijdschriften en soortgelijk drukwerk);
- overige met inbegrip van:
1) gelamineerd karton;
2) ongesorteerd afval.
Het staat niet ter discussie dat de afvalstromen die [naam rechtspersoon] wenste over te brengen niet zijn aan te merken als afvalstoffen in de zin van Bijlage III A of III B.
Naar aanleiding van het door de verdediging gevoerde verweer dat op grond eerdergenoemde Beleidsregel de onderhavige partij met andere afvalstoffen vermengd partij oud papier als groene lijst-afvalstof van Bijlage III van de EVOA, ingedeeld onder code B3020, kan worden aangemerkt, overweegt de rechtbank als volgt.
De EVOA kent geen bepaalde (maximum) percentages andersoortige afvalstoffen waarmee een bepaalde afvalstof mag zijn verontreinigd om toch nog te mogen worden ingedeeld onder de specifiek voor die afvalstof geldende code. In tegendeel, de EVOA (en daarop gebaseerde rechtspraak van het Europese Hof in Luxemburg) sluit in beginsel iedere mate van verontreiniging met andersoortige afvalstoffen uit van de mogelijkheid van een dergelijke indeling. Met name, toegespitst op de onderhavige zaak, kent de EVOA in de definitie voor de Groene Lijst-afvalstof papier, karton en papierproducten met code B3020 geen maximaal toelaatbaar percentage andersoortige componenten (verontreiniging).
Uit het voren overwogene vloeit voort dat elke verontreiniging van een partij oud papier/karton met andersoortige afvalstoffen maakt dat deze partij niet langer als Groene Lijst-afvalstof met code B3020 kan worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat in het onderhavige geval de overgebrachte partij oud papier mede bestond uit andersoortige afvalstoffen en dat derhalve sprake is van een niet onder één code in te delen mengsel van afvalstoffen. Voor deze partij afvalstoffen geldt dat zij alleen mag worden overgebracht met voorafgaande toestemming (de kennisgevingsprocedure) als bedoeld in artikel 37 lid 5 van de EVOA. Nu vaststaat dat in dit geval deze procedure niet is gevolgd, is de lading in strijd met artikel 2, lid 35, sub a en/of b van de EVOA overgebracht.