In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 juni 2019 uitspraak gedaan over de verzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming tot ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2], en de uithuisplaatsing van [naam kind 1]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat beide kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de onveilige thuissituatie bij de moeder, die te maken heeft gehad met huiselijk geweld. De moeder heeft het gezag over beide kinderen, maar de situatie is instabiel en er zijn zorgen over de opvoeding. De Raad heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een periode van twaalf maanden en de uithuisplaatsing van [naam kind 1] voor zes maanden. De kinderrechter heeft de verzoeken gedeeltelijk toegewezen, waarbij [naam kind 1] onder toezicht is gesteld voor twaalf maanden en [naam kind 2] voor zes maanden. Tevens is een bijzondere curator benoemd om [naam kind 1] te vertegenwoordigen, gezien de complexe situatie en de noodzaak om haar stem te laten horen in de juridische strijd tussen de ouders. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] verleend voor vijf maanden, met de mogelijkheid om de beslissing over de verdere verzoeken aan te houden. De zaak zal op 29 oktober 2019 opnieuw worden behandeld.