In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 oktober 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van een jongere, hierna te noemen [naam kind]. De jongere staat al 10 maanden op de wachtlijst voor een persoonlijkheidsonderzoek en noodzakelijke therapie. De gecertificeerde instelling (GI) en de accommodatie jeugdhulpaanbieder (acc JHA) hebben onvoldoende regie gevoerd op de stagnerende schoolgang van [naam kind]. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor zes maanden, gewijzigd naar een nieuwe machtiging voor de duur van drie maanden verleend. Dit besluit is genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] zich beter gedraagt sinds de uithuisplaatsing, maar er blijven zorgen over zijn schoolgang en verblijf buiten de groep. De vader en stiefmoeder hebben ingestemd met het verzoek, maar maken zich zorgen over de situatie wanneer [naam kind] niet op de groep verblijft. De kinderrechter heeft besloten dat de GI en de behandelcoördinator van Schakenbosch ter zitting moeten worden gehoord om meer duidelijkheid te krijgen over de situatie van [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling op 13 december 2019.