ECLI:NL:RBROT:2019:10852
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- J.J. Klomp
- P. Landman
- Rechtspraak.nl
Huisverbod en voorlopige voorzieningen in zaken van huiselijk geweld met kinderen betrokken
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 september 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening en beroepen tegen besluiten van de burgemeester van Rotterdam. De burgemeester had op 13 augustus 2019 een huisverbod opgelegd aan verzoeker, dat op 22 augustus 2019 werd verlengd. Dit huisverbod was opgelegd vanwege een vermoeden van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van de betrokkenen, waaronder de kinderen van verzoeker en zijn echtgenote. De rechter oordeelde dat er voldoende redenen waren voor het opleggen van het huisverbod, gezien de spanningen en geweldsincidenten in de woning. De rechter hechtte waarde aan verklaringen van de kinderen en eerdere veroordelingen van verzoeker voor huiselijk geweld. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de rechter oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid het huisverbod had kunnen opleggen en verlengen. Tevens werd de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, omdat deze had moeten procederen om een deugdelijke motivering van het besluit te verkrijgen. De rechter benadrukte dat de wetgever heeft overwogen dat de uithuisgeplaatste zelf een onderkomen moet vinden en dat slapen in een auto niet noodzakelijk is. De rechter concludeerde dat de dreiging van gevaar nog steeds aanwezig was, waardoor het huisverbod terecht was verlengd.