In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, zijn zowel de eiseres als de gedaagde niet verschenen op de zitting. De gedaagde heeft later aan de griffier laten weten dat partijen de zaak minnelijk willen regelen. De eiseres kreeg de gelegenheid om hierop te reageren, maar heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De vordering van de eiseres, die een bedrag van € 2.002,50 aan hoofdsom en € 300,38 aan buitengerechtelijke kosten vorderde, werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat het niet verschijnen van de eiseres tijdens de comparitie van partijen en het niet reageren op de verklaring van de gedaagde, leidde tot de conclusie dat de eiseres kennelijk geen belang meer had bij de toewijzing van haar vorderingen. De kantonrechter wees de vorderingen af en veroordeelde de eiseres in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde zijn vastgesteld op € 60,--. De kantonrechter merkte op dat de handelwijze van de gemachtigde van de eiseres niet professioneel was en dat dit onnodig beslag heeft gelegd op de capaciteit van de kantonrechter.