5.3.Bewezenverklaring feit 1
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 20 januari 2012 tot en met 31 januari 2012 te [plaats 1] een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, te weten
- artikel 125a van de Ambtenarenwet en
- artikel 7 van de Wet Politiegegevens,
verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft hij, verdachte, (middels medewerkers van het IRC Limburg en Piket Sirene) een verzoek tot rechtshulp, gedaan aan de bevoegde instanties in Duitsland en de Verenigde Arabische Emiraten over de bedrijven [bedrijf 1] en [bedrijf 2] en de personen [naam 2] en [naam 3] envervolgens
- de door dit verzoek van [Duitse politieambtenaar] , werkzaam bij de politie en Douane te Duitsland, verkregen informatie over die bedrijven en die persoonen en
- de door dit verzoek van [ambtenaar] , werkzaam als Head Economic Departement,
Netherlands Consulate-General Dubai, verkregen informatie over [bedrijf 2]
(per e-mail) doorgezonden en verstrekt aan [naam 4] en [naam 1] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.