Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- verbeurdverklaring van het geldbedrag van € 28.800,- dat vermeld is op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen;
- opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
ne bis in idem-beginsel.
5.Waardering van het bewijs
ndat te weinig belasting werd geheven immers heeft die [naam bedrijf 1] en zijn mededader telkens opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingediende aangiften omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken (telkens) een te laag belastbaar bedrag, tot het plegen van welke bovenomschreven
ndat te weinig belasting werd geheven immers heeft die [naam bedrijf 2] en zijn mededader telkens opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst ingediende aangiftenomzetbelasting over genoemde aangifte tijdvakken telkens een te laag belastbaar bedrag, tot het plegen van welke bovenomschreven
envan in totaal
649.244,42euro (
329.748,21euro ) en 319.496,21 euro verworven, voorhanden gehad, terwijl hij telkens wist, dat die geldbedragen geheel onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Strafmotivering
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Voorlopige hechtenis
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Bijlagen
13.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
3 (drie) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende;