Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 maart 2017, met producties 1-9;
- het anticipatie-exploot van Lodi van 1 mei 2017;
- de beslagstukken van [eiseres] ;
- de conclusie van antwoord, met producties 1-3;
- de brief van de rechtbank van 9 augustus 2017 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de zittingsagenda van 22 november 2017;
- de brief van de advocaat van [eiseres] van 29 november 2017, met producties 10-20 van [eiseres] en pagina’s 3, 4 en 11 van de dagvaarding;
- de akte overlegging producties van Lodi, met producties 4-6;
- de brief van de advocaat van [eiseres] van 6 december 2017, met producties 21-24;
- de brief van de advocaat van [eiseres] van 12 december 2017, met producties 25-26;
- de comparitieaantekeningen van Lodi;
- het proces-verbaal van comparitie van 14 december 2017;
- de brief van de advocaat van Lodi van 8 januari 2018 met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de brief van de advocaat van [eiseres] van 23 januari 2018;
- de akte uitlating toepasselijk recht van Lodi;
- de namens de behandelend rechter door de roladministratie van de rechtbank verstuurde e-mail van 26 januari 2018 aan de advocaten van partijen.
2.De vaststaande feiten
Supplier” (vertegenwoordigd door “
its Director” [naam 1] ) en namens Lodi als “
Buyer” (vertegenwoordigd door “
its Director” [naam 2] ) is neergelegd dat [eiseres] aan Lodi in drie zendingen (zoals gespecificeerd in de bijlagen) in totaal 100 voertuigen zal leveren voor een totaalbedrag van € 900.000,--. Dit stuk voorziet erin dat volledige betaling dient plaats te vinden niet later dan de dag nadat de goederen scheep gaan nadat de koper een cognossement of een ander transportdocument per fax of e-mail heeft ontvangen. Dit stuk bevat adres- en bankgegevens van zowel [eiseres] als Lodi.
Supplier” (in de aanhef staat: vertegenwoordigd door “
its Director [naam 1] .”) en Lodi als “
Buyer” (vertegenwoordigd door “
its Director” [naam 4] ) is neergelegd dat Areontrade aan Lodi 30 voertuigen zal leveren. “
in three batches according the Specifications”. Deze koopovereenkomst voorziet erin dat betaling van de prijs, die niet vermeld lijkt te zijn in deze koopovereenkomst, plaatsvindt “
after placing the goods on the warehouse buyer”.
3.Het geschil
€ 270.000,-- aan schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking stelt [eiseres] dat zij deze vordering instelt voor het geval vast komt te staan dat Lodi geen koopovereenkomst heeft gesloten met [eiseres] ; in dat subsidiaire geval heeft Lodi namelijk inbreuk gemaakt op een recht, althans gehandeld in strijd met een wettelijke plicht dan wel met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt;
4.De beoordeling
primaire grondslagvan de vorderingen van [eiseres] betreft een koopovereenkomst inzake roerende zaken tussen zakelijk opererende partijen in de zin van het Weens Koopverdrag van 11 april 1980 (hierna: CISG). Wat betreft het op deze koopovereenkomst toepasselijke recht, is in deze zaak geen beroep gedaan op een door partijen uitgebrachte rechtskeuze, nog daargelaten of van deze koopovereenkomst een (rechtsgeldige) rechtskeuze deel uitmaakt. Van een rechtskeuze is derhalve geen sprake. Rusland en Nederland, waar de verkoper respectievelijk de koper gevestigd is, zijn beide partij bij dit verdrag, zodat dit verdrag op grond van artikel 1 lid 1, aanhef en onder a, CISG van toepassing is. Voor onderwerpen die niet door de CISG worden geregeld volgt het toepasselijk recht uit de Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I-Vo). Op grond van artikel 4 lid 1 sub a Rome I-Vo wordt de koopovereenkomst beheerst door het recht van het land waar de verkoper zijn gewone verblijfplaats heeft. Dit is slechts anders, indien sprake is van een andersluidende rechtskeuze dan wel de koopovereenkomst nauwer is verbonden met het recht van een ander land (art. 4 lid 3 Rome I-Vo). Deze uitzonderingssituaties doen zich in de onderhavige zaak niet voor. Contractuele onderwerpen die niet zijn geregeld in de CISG worden derhalve op grond van artikel 4 lid 1 sub a Rome I-Vo beheerst door Russisch recht.
subsidiaire grondslagenvan de vorderingen van [eiseres] , onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking, zijn buitencontractueel van aard. In zoverre volgt het toepasselijk recht op de vorderingen van [eiseres] uit Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (hierna: Rome II-Vo). Gesteld noch gebleken is dat partijen een rechtskeuze hebben uitgebracht voor het recht aan de hand waarvan de vorderingen van [eiseres] moeten worden beoordeeld, nog daargelaten of zo’n rechtskeuze wordt toegelaten door Rome II-Vo. Van een rechtskeuze is derhalve geen sprake. Het toepasselijk recht op vorderingen uit onrechtmatige daad is geregeld in artikel 4 Rome II-Vo en het toepasselijk recht op vorderingen uit ongerechtvaardigde verrijking in artikel 10 Rome II-Vo. In het gegeven dat [eiseres] deze buitencontractuele vorderingen instelt voor het geval komt vast te staan dat zij geen koopovereenkomst heeft gesloten met Lodi ziet de rechtbank voldoende aanleiding om voor het toepasselijk recht op deze vorderingen niet accessoir aan te knopen bij een overeenkomst in de zin van lid 3 van artikel 4 Rome II-Vo respectievelijk 10 lid 1 Rome II-Vo. Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op een onrechtmatige daad, worden zij op grond van artikel 4 lid 1 Rome II-Vo beheerst door Nederlands recht, aangezien [eiseres] haar directe schade als gevolg van de hiervoor in 3.2 onder genoemde onrechtmatige gedragingen van [eiseres] heeft geleden in Nederland. Immers, als gevolg van deze gedragingen was [eiseres] naar haar zeggen niet in staat om te achterhalen hoe Lodi de 30 vrachtwagens heeft verworven die zijn aangetroffen in Nederland op het bedrijfsterrein van Lodi. Ook voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking, worden zij op grond van artikel 10 lid 3 Rome II-Vo beheerst door Nederlands recht, aangezien de feiten die volgens [eiseres] ongerechtvaardigde verrijking opleveren zich hebben voorgedaan in Nederland. Lodi heeft immers in Nederland in feitelijke zin de beschikking gekregen over de hier aan de orde zijnde 30 voertuigen.
de vertegenwoordigingsvraagstukken die in deze zaak (mogelijk) spelen.Dat hebben partijen vervolgens gedaan. Deze vertegenwoordigingsvraagstukken worden derhalve beheerst door Nederlands recht.
Gazprombank).
Gothaer-ERGO/Samskip).
5.De beslissing
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- de te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
april tot en met juni 2019moet opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling roladministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610554- en aan Lodi respectievelijk [eiseres] moet opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- en de wederpartij moeten toesturen;