ECLI:NL:RBROT:2019:2005
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging proeftijd met voorwaarden in strafzaak
Op 19 februari 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de proeftijd van de veroordeelde werd verlengd. De vordering tot verlenging werd ingediend door de officier van justitie op 29 januari 2019, met als doel de proeftijd, die was opgelegd bij een eerder vonnis van 20 januari 2017, met 24 maanden te verlengen. De rechtbank heeft de vordering behandeld tijdens een openbare zitting, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde, die eerder een gevangenisstraf van 240 dagen had gekregen, zich aan de voorwaarden had gehouden, maar dat de proeftijd niet voldoende was om zijn stabilisatie en gedragsverandering te waarborgen. De veroordeelde had in de afgelopen periode te maken gehad met terugvallen in middelengebruik, ondanks zijn motivatie om te werken aan zijn problemen. De rechtbank nam de aanbevelingen van de reclassering in overweging, die aangaven dat een verlenging van de proeftijd noodzakelijk was voor de verdere begeleiding van de veroordeelde.
Uiteindelijk besloot de rechtbank om de proeftijd met twee jaar te verlengen, met de voorwaarden zoals eerder vastgesteld in het vonnis van 20 januari 2017. Deze beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd op dezelfde dag openbaar uitgesproken. De rechtbank benadrukte het belang van de begeleiding voor de veroordeelde in zijn herstelproces.