Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiseres 1] ,
- het exploot van dagvaarding van 13 augustus 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 5 november 2018, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 21 januari 2019 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
tegenpartij aansprakelijk, heeft geen voorrang verleend”.
reed met een snelheid die gelegen is ver boven 30 km. per uur” en dat [naam] om die reden aansprakelijk moet worden gehouden voor de gevolgen van het ongeval. In die brief wordt daarom verzocht de schade van [eiseressen] op basis van aansprakelijkheid van [naam] af te wikkelen.
Zoals u uit de stukken kan opmaken ligt de voorrangsverplichting bij uw verzekerde, artikel 15 RVV. Zij diende bij het naderen van de kruising in acht te nemen dat deze vrij was om veilig over te steken zonder hierbij het overige verkeer te hinderen. Zij stelt dat verzekerde met een te hoge snelheid naderde. Verzekerde verklaart dat hij tussen de 30-40 km/per uur reed waar 50 km/per uur gereden mag worden. Ik zie niet wat onze verzekerde valt te verwijten. Uw verzekerde is volledig aansprakelijk voor het ontstaan van de aanrijding.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling van de vordering
6.De beslissing
donderdag 11 april 2019 om 14.30 uurbij akte dient uit te laten of, en zo ja op welke wijze, zij voornoemd bewijs wensen te leveren, waarbij de akte uiterlijk de dag vóór genoemde rolzitting om 12.00 uur door de rechtbank ontvangen moet zijn;
beide partijenmet de bepaling dat [eiseressen] te zijner tijd zelf zorg moeten dragen voor behoorlijke oproeping van de getuigen;