ECLI:NL:RBROT:2019:2560
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van parkeerkosten en schadevergoeding door Q-Park na onrechtmatig verlaten van parkeeraccommodatie
In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die de parkeeraccommodatie Rotterdam-De Rotterdam heeft verlaten zonder het verschuldigde parkeergeld te betalen. De kantonrechter heeft op 28 maart 2019 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. Q-Park stelt dat er een parkeerovereenkomst bestaat tussen partijen en dat de gedaagde in strijd met deze overeenkomst heeft gehandeld door de parkeeraccommodatie te verlaten zonder gebruik te maken van een geldig parkeerbewijs. De gedaagde heeft op 6 februari 2018 bumperklevend achter een voorganger de slagboom gepasseerd, wat in strijd is met de algemene voorwaarden van Q-Park. Q-Park vordert een bedrag van € 414,-, bestaande uit het verloren parkeertarief van € 60,-, een schadevergoeding van € 300,- en buitengerechtelijke incassokosten van € 54,-. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat zij zich genoodzaakt voelde om achter haar voorganger aan te rijden vanwege eerdere ervaringen met een niet opengaande slagboom.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde het verschuldigde parkeergeld niet heeft voldaan en dat zij op grond van de algemene voorwaarden het parkeertarief van € 60,- verschuldigd is. Daarnaast heeft de gedaagde gehandeld in strijd met de voorwaarden door zonder geldig bewijs de parkeeraccommodatie te verlaten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het boetebeding van € 300,- niet als oneerlijk of onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt, en heeft de vordering van Q-Park in zijn geheel toegewezen. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.