Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een ISD-maatregel voor de duur van 2 jaar zonder aftrek van de tijd doorgebracht in voorlopige hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
De getuige [naam getuige] verklaart dat zij zag dat de verdachte met een groot mes, voorzien van een zwart met rood handvat, naar buiten kwam stormen. De verdachte hief vervolgens het mes richting de aangever alsof hij de aangever wilde steken. Later zag deze getuige dat de verdachte weer op de aangever af kwam lopen en dat hij weer het mes boven zich hield alsof hij de aangever wilde steken.
Onder deze omstandigheden gaat de rechtbank er van uit dat de verdachte wist van het gebiedsverbod en dat hij – ondanks zijn verstandelijke beperkingen – wist wat het inhield.
5.Strafbaarheid feiten
1.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
1.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
6.Motivering straf en maatregel
Bij al deze feiten lijkt alcoholmisbruik een grote rol te hebben gespeeld. Aangever [naam slachtoffer 1] verklaart hier treffend over: “
Ik ken hem als een jongen die, als hij nuchter is, aardig is maar als hij gedronken heeft, verandert in een beest.” Ook de getuige [naam getuige] en de moeder van de verdachte maken zich grote zorgen over de verdachte.
De psycholoog adviseert een behandeling, gericht op het verminderen van de impulsiviteit (mogelijk met medicijnen), het vergroten van het inzicht in de risico’s van zijn handelen en het maken van de juiste gedragskeuzes. Daarbij moet er aandacht voor zijn dat de verdachte door zijn verstandelijke beperking, beperkt ‘leerbaar’ is. Verder is het van belang dat de verdachte (langdurig) van zijn alcohol- en drugsverslaving afkomt.
Een dergelijke behandeling heeft volgens de psycholoog alleen kans van slagen in een klinische setting, waarbij er veel structuur en duidelijkheid wordt gegeven. Daarnaast moet er expertise zijn in de behandeling van verstandelijk beperkte cliënten. De psycholoog denkt aan een kliniek gespecialiseerd in SGLVG-problematiek (sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt). Een andere mogelijkheid is om betrokkene te plaatsen in een Forensische Verslavings Kliniek zoals de Piet Roorda kliniek of een soortgelijke instelling waar het zwaartepunt van de behandeling zal komen te liggen op de verslaving. Ten aanzien van een plaatsing in de Piet Roordakliniek geldt dat de verdachte positieve ervaringen met die kliniek heeft.
De reclassering ziet – anders dan de psycholoog – geen mogelijkheden om die behandeling en begeleiding in een voorwaardelijk kader te laten plaatsvinden. De reclassering verwacht op zich wel dat de verdachte zal willen meewerken aan een klinisch traject en een vorm van woonbegeleiding. De verstandelijke beperking en verslavingsgevoeligheid maken echter het justitiële kader van een tweejarige ISD nodig om langer durend forse justitiële druk te kunnen genereren wanneer betrokkene dreigt een behandeling niet vol te houden. Bij voortijdige beëindiging van de behandeling kan terugplaatsing in de inrichting het herhalingsgevaar beperken.
De rechtbank realiseert zich dat aan de verdachte al eerder een ISD-maatregel is opgelegd, maar hoopt dat een nieuwe ISD-plaatsing kan helpen om het herhalingsgevaar te verkleinen.
7.In beslag genomen voorwerpen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
een tussentijdse beoordelingvan de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel;
over 12 (twaalf) maandenna het onherroepelijk worden van deze uitspraak door het openbaar ministerie wordt bericht.
hij op of omstreeks 16 december 2018 te Rotterdam een hoofdagent van de politie Eenheid Rotterdam, genoemd in het proces-verbaal van bevindingen onder nummer [proces-verbaalnummer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door dreigend
- met wijs- en middelvinger in een V-vorm naar zijn eigen ogen en toen naar die hoofdagent te wijzen en/of (vervolgens)
- een schietbeweging te maken met de arm(en) en/of de hand(en) richting die hoofdagent [proces-verbaalnummer] ;
hij op of omstreeks 16 december 2018 te Rotterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk [kenmerknummer] krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a eerste lid onder a van de Gemeentewet, gedaan door of namens de burgemeester van Gemeente Rotterdam, in elk geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste en/of tweede lid, onder andere inhoudende dat hij, verdachte, zich op alle dagen van 10.00 tot en met 24.00 uur dat Feyenoord thuis speelt tijdens de competitiewedstrijden tijdens het seizoen 2017-2018 en 2018-2019 niet mocht bevinden in/op o.a. de Stadionweg, door, zich op voornoemde datum omstreeks 20.36 uur in/op de Stadionweg, althans op een openbare weg of plaats gelegen in voornoemd gebied te bevinden;
hij op of omstreeks 11 januari 2018 te Rotterdam [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door met een (opgeheven) mes op/naar die [naam slachtoffer 1] af/toe te lopen/gaan en/of stekende bewegingen te maken naar/in de richting van die [naam slachtoffer 1] te maken;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 11 januari 2018 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een autospiegel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 2] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )