Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- de heer [naam 2] , werkzaam bij Myrtax Beschermingsbewind (hierna: beschermingsbewind);
Rechtbank Rotterdam
Op 17 januari 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij verzoeker, die onder beschermingsbewind staat, een verzoek heeft ingediend om een dwangakkoord met zijn schuldeiser Waterweg Wonen. Verzoeker had een schuldregeling aangeboden die voorzag in een betaling van 25% aan zijn schuldeisers, maar Waterweg weigerde in te stemmen met deze regeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat Waterweg een aanzienlijk aandeel heeft in de totale schuldenlast van verzoeker, maar dat de aangeboden regeling, die was goedgekeurd door een onafhankelijke partij, in het belang van verzoeker en de andere schuldeisers was. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoeker, die zijn schuldenproblematiek vanuit een stabiele situatie wilde oplossen, zwaarder wogen dan de belangen van Waterweg. De rechtbank heeft Waterweg daarom bevolen in te stemmen met de schuldregeling en de kosten van de procedure aan Waterweg opgelegd. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling werd afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling een beter resultaat zou opleveren voor de schuldeisers. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene die daartoe recht heeft volgens de Faillissementswet.