Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 november 2016, met producties 1-40;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid tevens conclusie van antwoord, met producties 1-11;
- de incidentele conclusie van antwoord, met producties 41-45.
2.De vordering in de hoofdzaak
- Local Insert is samen met MBPA actief op het gebied van de distributie van buitenlandse televisiekanalen aan uitzendorganisaties, zoals kabelbedrijven en satellietexploitanten; in dat verband wordt door Local Insert ten behoeve van verscheidene buitenlandse TV-kanalen bemiddeld en onderhandeld met deze uitzendorganisaties;
- Sinds 2004 werken Local Insert en MBPA ook samen met de Turkse vennootschap Diva Medya;
- Op verzoek van MBPA heeft Diva Medya de vertegenwoordiging weten te verkrijgen van de belangrijkste Turkse tv-kanalen;
- Aangezien Diva Medya niet wist hoe zij met Europese kabelmaatschappijen afspraken moest maken over de distributie (doorgifte) van de signalen van de Turkse tv-kanalen, is zij hiervoor in gesprek getreden met MBPA; deze gesprekken hebben uiteindelijk in 2004 geresulteerd in een door MBPA en Diva Medya gesloten overeenkomst; ook al was deze overeenkomst niet ondertekend, toch werkten partijen op basis van de hierin vermelde uitgangspunten samen om Turkse tv-kanalen op de Europese kabel, satelliet en digitale tv te krijgen;
- Op basis van de afspraken tussen MBPA en Diva Medya vertegenwoordigde Diva Medya de Turkse tv-kanalen en heeft zij van deze tv-kanalen het recht verkregen om distributieovereenkomsten te (laten) sluiten op de Europese markt;
- MBPA beschikte over een netwerk aan contacten bij alle uitzendorganisaties in Europa; MBPA benaderde haar contacten en bood voor gezamenlijke rekening met Diva Medya de Turkse tv-kanalen aan deze Europese uitzendorganisaties aan;
- Op enig moment heeft Diva Medya haar relatie met MBPA in strijd met gemaakte afspraken eenzijdig opgezegd;
- Door deze toerekenbare tekortkoming van Diva Medya heeft MBPA schade geleden; deze schade bestaat voornamelijk uit gederfde inkomsten die Diva Medya onder zich heeft gehouden;
- De Turkse tv-kanalen hebben op enig moment MBPA en Ciner Medya verzocht voor hen ook actief te worden op de Australische markt, allereerst in de vorm van het ten behoeve van hen aanpakken van de piraterij op die markt; een en ander heeft uiteindelijk geleid tot het sluiten door Local Insert, een zustermaatschappij van MBPA, van
- In overleg met Diva Media heeft Local Insert ter uitvoering van haar afspraken in Australië verscheidene investeringen in Australië gedaan, waaronder het oprichten van een lokale vennootschap, MBPA Pty., het aannemen van personeel en het starten van procedures om piraterij aan te pakken;
- Nadat Diva Medya aan Local Insert had laten weten zich uit de investeringen in Australië terug te trekken en additionele investeringen niet te willen betalen, bleek Diva Medya achter de rug van Local Insert om met de Turkse tv-kanalen afspraken te hebben gemaakt over de vertegenwoordiging door Diva Medya van deze Turkse tv-kanalen op de Australische markt; Diva Medya zag haar kans schoon om Local Insert van haar positie te stoten en kosteloos voor haar in de plaats te treden; Local Insert, die alle kosten had gemaakt en alle risico’s had gelopen, is in feite door Diva Medya buiten spel gezet; ter besparing van verdere kosten heeft Local Insert zich uiteindelijk noodgedwongen teruggetrokken uit de Australische markt;
- Diva Medya heeft vanwege haar genoemde gedragingen onrechtmatig gehandeld waar het de Australische markt betreft; zij heeft geen verdere maatregelen genomen om de schade van MBPA/Local Insert te beperken; daarnaast staat vast dat de Turkse tv-kanalen aansprakelijk zijn omdat zij in verzuim zijn onder de MOU’s; over laatstgenoemde aansprakelijkheid wordt een aparte procedure gevoerd;
- De schade die Local Insert en MBPA hebben geleden vanwege dit onrechtmatig handelen van Diva Medya met betrekking tot de Australische markt bestaat enerzijds uit kosten die Local Insert tevergeefs heeft gemaakt voor het bestrijden van piraterij, het opzetten van activiteiten in Australië (inclusief het oprichten van een lokale entiteit, het huren van kantoorruimte en arbeidsbeloning van een medewerker die specifiek voor dit project was aangenomen) en liquidatiekosten en anderzijds uit gederfde inkomsten.
3.Het geschil in het incident
Bakirköy 5th Commercialbeschikbaar is en zich onbevoegd verklaart voor zover in het Turkse vonnis reeds inhoudelijk is beslist over de onderhavige kwestie;
- De Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht om kennis te nemen van de Australische vorderingen, die alle gebaseerd lijken te zijn op onrechtmatige daad; noch het
Handlungsortnoch het
Erfolgsortis immers gelegen in Nederland;
- In Turkije zijn drie rechterlijke procedures aanhangig die verband houden met het onderhavige geschil, één strafrechtelijke en twee civiele procedures;
- De ene Turkse civiele procedure is een door Diva Medya tegen MBPA voor de
Bakirköy 5th Commercial Courtgestarte procedure waarin Diva Medya vraagt om (i) een verklaring voor recht dat de overeenkomst moet MBPA rechtsgeldig is opgezegd en om (ii) betaling van het openstaande bedrag van 3.470.885,15 Turkse lira; in deze procedure is de aard van de samenwerking tussen MBPA en Diva Medya eveneens aan de orde gekomen; het Turkse gerecht heeft geoordeeld in het voordeel van Diva Medya en MBPA veroordeeld tot betaling van een deel van het gevorderde bedrag; MBPA weigert aan het vonnis te voldoen en Diva is daarom met een tenuitvoerleggingsprocedure gestart; zoals gebruikelijk is in Turkije, hebben partijen nog geen schriftelijk gemotiveerd vonnis ontvangen; Diva Medya verzoekt de rechtbank Rotterdam dan ook, met een beroep op artikel 12 Rv, de behandeling van de onderhavige procedure aan te houden totdat het vonnis van het Turkse gerecht beschikbaar is; tevens doet Diva Medya een beroep op de onbevoegdheid van de rechtbank Rotterdam, dat eveneens is gebaseerd op artikel 12 Rv, om opnieuw te oordelen over hetgeen het Turkse gerecht reeds heeft beslist;
- De tweede Turkse civiele procedure is een door Diva tegen MBPA en de heer [naam] gestarte procedure voor de
Istanbul 18th Commercial Courtwaarin Diva Medya een vergoeding vordert van 150.000 Turkse lira voor immateriële schade als gevolg van oneerlijke mededinging; deze zaak is nog steeds aanhangig en staat voor een mondelinge behandeling op 8 november 2017.
4.De beoordeling in het incident
Inleiding
2. Ten aanzien van de vorderingen wegens het aanzetten van de Turkse TV Kanalen tot beëindiging van de samenwerking in Australië en het niet nakomen van de MOU’s”. Alle vorderingen die zijn vermeld onder het kopje “
1. Ten aanzien van de vorderingen wegens beëindiging van de Samenwerking” zullen worden aangemerkt als “de Europese Vorderingen”.
Bakirköy 5th Commercial Court. De andere aldaar genoemde Turkse civiele procedure die aanhangig zou zijn gemaakt voor de
Istanbul 18th Commercial Courtkan derhalve in dit bevoegdheidsincident verder buiten beschouwing blijven.
Bakirköy 5th Commercial Courteerder aanhangig is gemaakt dan de onderhavige zaak aanhangig is gemaakt voor deze rechtbank. Evenmin is tussen partijen in geschil dat de beide zaken dezelfde partijen hebben, te weten enerzijds (in ieder geval) MBPA en anderzijds (in ieder geval) Diva Medya, en dat zij hetzelfde onderwerp betreffen in de zin van artikel 12 Rv.
Bakirköy 5th Commercial Courtwaar Diva Medya zich op beroept niet in het geding gebracht. De rechtbank zal Diva Medya dit bewijs opgedragen.
geensprake van een stilzwijgende forumkeuze, aangezien Diva Medya de bevoegdheid van deze rechtbank om kennis te nemen van de Australische Vorderingen tijdig, want vóór alle weren, en zonder meer heeft betwist (vgl. art. 11 Rv). Anders dan Local Insert en MBPA van mening lijken te zijn, kan de omstandigheid dat deze rechtbank dus in beginsel (vgl. r.o. 4.3) bevoegd is kennis te nemen van de tegen Diva Medya ingestelde Europese vorderingen geen grond opleveren voor de bevoegdheid van de rechtbank om ook kennis te nemen van de tegen Diva Medya ingestelde Australische vorderingen (omdat laatstgenoemde vorderingen in sterke mate samenhangen met eerstgenoemde vorderingen). Het voor Nederland in deze zaak geldende commune internationale bevoegdheidsrecht kent namelijk niet een degelijke regel, nog daargelaten dat dat evenmin het geval is wat betreft de voor Nederland geldende internationale regelingen inzake de internationale rechterlijke bevoegdheid. Het door Local Insert en MBPA gevoerde primaire verweer tegen de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring van Diva Medya faalt derhalve.
Erfolgsort”) dan wel voor de rechter van de plaats van de veroorzakende gebeurtenis die aan de schade ten grondslag ligt (“
Handlungsort”); vgl. HvJ EG 30 november 1976 –
Bier/Mines de potasse d’Alsace, zaak 21/76, ECLI:EU:C:1976:166. De woorden ‘plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’ duiden niet op de plaats waar de gelaedeerde stelt vermogensschade te hebben geleden als gevolg van een door hem geleden, in een andere staat ingetreden aanvankelijke schade (vgl. HvJ EG 19 september 1995 –
Marinari/Lloyd’s Bank, C-364/93, ECLI:EU:C:1995:289), evenmin op de plaats waar de gelaedeerde woont of waar zich het centrum van zijn vermogen bevindt op de enkele grond dat hij aldaar financiële schade heeft geleden die voortvloeit uit het in een andere staat ingetreden verlies van vermogen (vgl. HvJ EG 10 juni 2004 –
Kronhofer/Maier, C-168/02, ECLI:EU:C:2004:364) en HvJ EU 16 juni 2016 –
Universal Music, C-12/15, ECLI:EU:C:2016:449).
Handlungsortin dit geval, dat wil zeggen, de plaats waar Diva Medya de samenwerking/partnership met MBPA heeft beëindigd, niet in Nederland is gelegen, zodat die plaats niet kan leiden tot rechtsmacht van de Nederlandse rechter op grond artikel 6 aanhef en onder e Rv.
Erfolgsortkan worden aangemerkt de plaats waar de initiële schade is ingetreden. Aangezien de Australische Vorderingen alle zijn gebaseerd op de onrechtmatige wijze waarop Diva Medya Local Insert zou hebben verstoten uit de Australische markt, moet het hier gaan om de schade die het meest direct in verband staat met deze beweerdelijke onrechtmatige verstoting uit de Australische markt. Voor zover MBPA en Local Insert vergoeding vorderen van kosten die achteraf bezien tevergeefs zijn gemaakt wegens het optreden van Diva Medya, is geen sprake van schade die direct in verband staat met het beweerdelijk onrechtmatig handelen van Diva Medya. Het gaat hier namelijk om kosten die Local Insert en MBPA ook hadden moeten maken wanneer Diva Medya niet onrechtmatig had gehandeld (vgl. onder 2.24-2.31 van de incidentele conclusie van antwoord). Anders ligt dit met het gestelde omzetverlies, de gederfde inkomsten (vgl. onder 2.31 van de incidentele conclusie van antwoord). Dat is namelijk
wélschade die zou zijn uitgebleven wanneer Diva Medya niet onrechtmatig had gehandeld. Vooralsnog is niet komen vast te staan dat Nederland het eerste land is waar dit omzetverlies is opgetreden, zodat nog niet duidelijk is of het
Erfolgsortin de zin van artikel 6 onder e Rv in Nederland is gelegen. Gelet op het hiervoor in r.o. 4.12 uitgangspunt dat deze rechtbank onbevoegd is voor zover de Nederlandse rechter geen rechtsmacht kan ontlenen aan artikel 6 onder e Rv, rust op MBPA en Local Insert de bewijslast van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat Nederland het eerste land is waar genoemd omzetverlies is geleden door MBPA en/of Local Insert. De rechtbank zal MBPA en Local Insert dan ook dit bewijs opgedragen. Gelet op de stelling van Diva Medya dat Local Insert in Australië een lokaal kantoor had geopend van waaruit zij de activiteiten in Australië ondernam en ook een lokale vennootschap heeft opgericht waarin deze activiteiten zouden worden ondergebracht overweegt de rechtbank dat relevante vragen in dit verband lijken te zijn (i) waaruit de inkomsten bestonden die het (beoogde) resultaat waren van de door Local Insert en MBPA gemaakte kosten, (ii) van welke partijen deze inkomsten afkomstig waren en (iii) hoe de betalingen van deze inkomsten verliepen, meer concreet: op welke rekening(en) van Local Insert en/of MBPA deze inkomsten moesten worden betaald.
5.De beslissing
Bakirköy 5th Commercial Courtvoldoet aan de vier hiervoor in r.o. 4.9 genoemde vereisten voor erkenning in de zin van artikel 431 lid 2 Rv met als gevolg dat deze rechtbank onbevoegd is;
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- de te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
juni tot en met september 2019moeten opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling roladministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610554- en aan Diva Medya respectievelijk MBPA en Local Insert moeten opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- en de wederpartij moeten toesturen;