ECLI:NL:RBROT:2019:3084

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 februari 2019
Publicatiedatum
18 april 2019
Zaaknummer
10/996588-18, 10/993041-18 en 10/993042-18 (gevoegd t.t.z.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor witwassen, gebruik maken van een vals geschrift, oplichting en het aanwezig hebben van hennep

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 februari 2019 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die onder andere werd beschuldigd van witwassen, oplichting en het aanwezig hebben van hennep. De verdachte heeft in totaal € 854.500 en een Range Rover witgewassen. Tevens heeft hij de Rabobank opgelicht door bij een hypotheekaanvraag gebruik te maken van valse documenten, waaronder een werkgeversverklaring en loonstroken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ruim 3,5 kilo hennep aanwezig had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden en heeft de witgewassen geldbedragen, de Range Rover en de woning die met de hypotheek is gefinancierd, verbeurd verklaard.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten benadrukt, waarbij het witwassen van geld en de oplichting van de Rabobank als ernstige misdrijven worden beschouwd. De verdachte heeft door zijn handelen niet alleen de legale economie aangetast, maar ook het vertrouwen in het financiële verkeer geschaad. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn strafblad, maar heeft geconcludeerd dat de opgelegde straf passend is gezien de ernst van de feiten.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dus strafbaar en de opgelegde gevangenisstraf is gerechtvaardigd. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen, waaronder geldbedragen en de Range Rover, verbeurd verklaard, en de waarde van de woning van de verdachte geschat op € 671.000,00. De beslissing van de rechtbank is genomen na zorgvuldige afweging van alle feiten en omstandigheden in deze zaak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/996588-18, 10/993041-18 en 10/993042-18 (gevoegd t.t.z.)
Datum uitspraak: 22 februari 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte ] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. J.C. Sneep, advocaat te Breda.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 februari 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De dagvaardingen in de zaken met de parketnummers 10/993041-18 en 10/996588-18 zijn op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie gewijzigd.
De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.J. Schmitz heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het bij parketnummer 10/993042-18 onder 1 ten laste gelegde witwassen van twee Rolex horloges;
  • overigens bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het bij parketnummer 10/993042-18 onder 1 ten laste gelegde witwassen van twee Rolex horloges niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering
4.2.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft in de zaken met parketnummers 10/993041-18 en 10/993042-18 verzocht om bewijsuitsluiting wegens een vormverzuim. Op 24 augustus 2017 heeft een doorzoeking van de woning van de verdachte plaatsgevonden. Bij de aanvraag van die doorzoeking is informatie achtergehouden voor de rechter-commissaris. In het dossier bevindt zich een mutatie van de politie van 12 mei 2017. Op die dag heeft de politie gezien dat de verdachte in een dure auto reed. In de daarover opgemaakte mutatie wordt verwezen naar de documentatie van de verdachte, die op dat moment al meer dan tien jaar oud was. De verdachte heeft de raadsman verteld dat hij in juli 2017 bezoek heeft gehad van de Belastingdienst voor een fiscaal onderzoek van zijn kapsalon. Dit wordt niet genoemd in de aanvraag van de doorzoeking, maar was wel de directe aanleiding voor het proces-verbaal van verdenking van begin augustus en het binnentreden in de woning van de verdachte. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de verdenkingen op rechtmatige wijze tot stand zijn gekomen en dat het bewijs in de zaken met de parketnummers 10/993041-18 en 10/993042-18 rechtmatig is verkregen. Het als gevolg van de doorzoeking verkregen bewijs dient daarom te worden uitgesloten.
4.2.2.
Beoordeling
De raadsman voert een verweer met het oog op een rechtsgevolg als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Het verweer voldoet niet aan de eisen die de Hoge Raad daaraan stelt. De verdediging heeft immers niets opgemerkt over het belang dat het volgens haar geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor zou zijn veroorzaakt.
Overigens is de rechtbank van oordeel dat de start van het onderzoek, zoals daarvan uit het dossier blijkt, niet onrechtmatig is geweest, zodat ook de doorzoeking rechtmatig is geweest en de resultaten daarvan kunnen meewerken aan het bewijs.
4.2.3.
Conclusie
Het verweer wordt verworpen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
10/996588-18
hij,
op tijdstippen in de periode van 1 september 2017 tot en met 5 april 2018 te Rotterdam ,
van geldbedragen, zijnde,
contante geldbedragen van (in totaal)
830euro, de herkomst heeft verborgen en heeft verhuld
en heeft verborgen en heeft verhuld wie de rechthebbende(n)
op die geldbedragen was/waren, en
die geldbedragenheeft verworven en voorhanden gehad , terwijl hij wist dat deze geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
10/993041-18
1.
hij op tijdstippen in de periode van 9 maart 2015 tot en
met 5 oktober 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander ,
telkens opzettelijk meermalen gebruik heeft gemaakt van valse
geschriften, te weten:
-een werkgeversverklaring ten name van [naam bedrijf] met
betrekking tot de werknemer [naam verdachte ] d.d. 20 februari 2015, en
-twee loonstroken van [naam bedrijf] met
betrekking tot de werknemer [naam verdachte ] d.d. 31 december 2014 en 31
januari 2015,
elk zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig
feit te dienen,
als ware
ndie geschriften echt en onvervalst,
bestaande dat gebruik maken telkens hierin dat hij, verdachte, en zijn
mededader,
ter verkrijging van een hypothecaire geldlening ten behoeve van de aankoop van
een woning gelegen aan de [adres verdachte] te St. Willebrord,
bij de daarop betrekking hebbende hypotheekaanvraag
voornoemde werkgeversverklaring en loonstroken
hebben doen toekomen aan een hypotheekverstrekker, te weten de Rabobank,
en bestaande die valsheid telkens hierin dat:
- in de bij die hypotheekaanvraag gevoegde werkgeversverklaring (zakelijk
weergegeven) in strijd met de waarheid vermeld stond dat:
[naam verdachte ] in de functie van acquisiteur werkzaam is binnen het bedrijf
[naam bedrijf]
en
[naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft of is aangesteld in vaste
dienst bij [naam bedrijf]
en
[naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] als
inkomen een bruto jaarsalaris van 90.000,- euro, met 7.200,- euro
vakantietoeslag, had binnen het bedrijf [naam bedrijf]
en
[naam bedrijf] geen voornemens had het dienstverband
van [naam verdachte ] binnenkort te beëindigen,
- in de bij die hypotheekaanvraag gevoegde loonstroken (zakelijk
weergegeven) in strijd met de waarheid de fictieve loongegevens van [naam verdachte ]
als werknemer bij [naam bedrijf] over de
maanden december 2014 en januari 2015 vermeld stonden;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 9 maart 2015 tot en
met 5 oktober 2017 in Nederland,
telkens tezamen en in vereniging met een ander meermalen, telkens met het oogmerk om zich en een
ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van
verdichtsels, een of meer medewerker(s) van de Rabobank heeft bewogen tot
de afgifte van enig goed en het aangaan van eenin
schuld, te weten:
- het aangaan van een hypothecaire geldlening, te weten tot het aangaan van
een overeenkomst van geldlening tussen de Rabobank en [naam verdachte ] groot
514.000,- euro, en
- de afgifte van een geldbedrag groot 514.000,- euro,
immers
hebbenhij, verdachte
en zijn mededader, met vorenomschreven oogmerk
(ter verkrijging van voornoemde hypoth
ecaire geldlening en afgifte van voornoemd geldbedrag),
telkens opzettelijk valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven -, :
-een werkgeversverklaring, waarin valselijk en in strijd met de waarheid
stond vermeld dat:
[naam verdachte ] in de functie van acquisiteur werkzaam is binnen het bedrijf
[naam bedrijf]
en [naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft of is aangesteld in vaste
dienst bij [naam bedrijf]
en
[naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] als
inkomen een bruto jaarsalaris van 90.000,- euro, met 7.200,- euro
vakantietoeslag, had binnen het bedrijf [naam bedrijf]
en
[naam bedrijf] geen voornemens had het dienstverband
van [naam verdachte ] binnenkort te beëindigen,
en
- loonstroken, waarin valselijk en in strijd met de waarheid:
fictieve loongegevens van [naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf]
over de maanden december 2014 en januari 2015
vermeld stonden, ingediend bij de Rabobank,
en naar aanleiding waarvan hij, verdachte, en zijn mededader,
de Rabobank
hebbenbewogen tot afgifte van geldbedragen
en het aangaan van een inschuld;
10/994042-18
1.
hij,
op 24 augustus 2017 te St. Willebrord (gemeente Rucphen),
van voorwerpen, te weten:
- een Range Rover Sport voorzien van kenteken [kentekennummer] , en
- een contant geldbedrag van 24.500,- euro,
de herkomst en vindplaats en de rechthebbende,
heeft verborgen en heeft verhuld
en
voornoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad en/of daarvan gebruik heeft
gemaakt,
terwijl hij wist dat deze
voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig waren uit enig misdrijf;
2.
hij,
op 24 augustus 2017 te St. Willebrord (gemeente Rucphen),
opzettelijk
aanwezig heeft gehad in een Range Rover Sport met het kenteken [kentekennummer]
ongeveer 2052 gram henneptoppen en 1538 gram hennepgruis,
zijnde hennep,
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10/996588-18
witwassen
10/993041-18
1. medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd

2.medeplegen van oplichting

10/993042-18

1.witwassen, meermalen gepleegd

2. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft op verschillende wijze in totaal € 854.500,00 en een Range Rover witgewassen. Witwassen vormt een aantasting van de legale economie en schaadt het vertrouwen in het financiële verkeer. Bovendien wordt door witwassen de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij na zijn aanhouding in onderzoek Munt (de zaak met parketnummer 10/993042-18) verder is gegaan met witwassen.
Daarnaast heeft de verdachte samen met een ander de Rabobank opgelicht, door bij zijn hypotheekaanvraag gebruik te maken van valse documenten. Hij heeft valse loonstroken en een valse werkgeversverklaring laten maken, zodat de medewerkers van de Rabobank geloofden dat hij over een bepaald inkomen beschikte. Daardoor werd hem een hypotheek verstrekt. Ook dat is een ernstig feit, waarmee de integriteit van het financiële verkeer in gevaar wordt gebracht.
Verder heeft de verdachte een handelshoeveelheid hennep aanwezig gehad. Hennep vormt een gevaar voor de volksgezondheid. Met de handel in hennep gaat andere criminaliteit gepaard. De verdachte heeft bijgedragen aan het in stand houden daarvan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 11 december 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder een transactie heeft geaccepteerd voor een Opiumwetdelict.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten is het opleggen van een gevangenisstraf passend. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De verdediging heeft verzocht in de strafmaat rekening te houden met de omstandigheid dat de voorzitter van de pro forma-zitting op 4 januari 2019 ook als rechter-commissaris is opgetreden in de zaak met parketnummer 10-993042-18. De rechtbank volgt de raadsman niet in dit verweer. De genoemde omstandigheid levert immers geen verzuim op als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering omdat het hier om een verzuim “bij het voorbereidend onderzoek” gaat. Daarenboven is het rechtsgevolg van dit verzuim in artikel 268 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering geregeld. Ten slotte is het verzuim hersteld, doordat de rechtbank het onderzoek op de terechtzitting van 8 februari 2019 opnieuw is aangevangen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de onder de verdachte in beslag genomen geldbedragen en de Range Rover verbeurd zal verklaren. Ook heeft hij gevorderd dat zij de woning van de verdachte aan de [adres verdachte] te Sint Willebrord verbeurd zal verklaren. Nu het beslag op deze woning is opgeheven, dient conform artikel 34 van het Wetboek van Strafrecht de waarde van de woning te worden geschat.
Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd de in beslag genomen documenten terug te geven aan de verdachte.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering af te wijzen, voor zover het de woning aan de [adres verdachte] te Sint Willebrord betreft.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen geldbedragen en de Range Rover zullen worden verbeurd verklaard. Ook de woning van de verdachte aan de [adres verdachte] te Sint Willebrord zal worden verbeurd verklaard. Deze voorwerpen behoren aan de verdachte toe. De bewezen feiten zijn met betrekking tot deze voorwerpen begaan.
De rechtbank volgt de officier van justitie in zijn schatting van de waarde van de woning en zal de geschatte waarde bepalen op € 671.000,00.
Ten aanzien van de in beslag genomen documenten zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 34, 47, 57, 225, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd de woning staande en gelegen aan [adres verdachte] te Sint Willebrord, gemeente Rucphen, en schat de waarde van deze woning op een bedrag groot € 671.000,00;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf:
4. Geld Euro 15.000.00
-
Ibn d.d. 24-08-2017, 300x50 euro = 15.000 euro
5. Geld Euro 1500.00
-
Ibn d.d. 24-08-2017, 30x50 euro + 1.500 euro
6. Geld Euro 8000.00
-
Ibn d.d. 24-08-2018, 160 biljetten (8.000 euro)
7. 1.00 STK Personenauto [kentekennummer]
Land Rover Rover Spo 2014 Kl:zwart
Voertuig is geopend en leeg
1a. Geld Euro 300
-
Laptoptas 829.700,- + 300,- (door secur Cash meer)
1. Geld Euro 829.700.00
-
Totaal bedrag zilveren koffer en laptoptas 829.700
- gelast de teruggave aan verdachte van:
3. 1.00 STK Documentenmap
Administra
Administratie Doc-001 t/m Doc-011 6063026_96404.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. G.A. Bouter-Rijksen en E.M. Havik, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 februari 2019.
Bijlage I
Tekst (gewijzigde) tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10/996588-18
hij,
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2017
tot en met 5 april 2018 te Rotterdam en/of Roosendaal en/of St. Willebrord
(gemeente Rucphen), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
van (een) voorwerp(en) en/of (een) geldbedrag(en), zijnde,
een of meer (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer)
830
euro, althans (een) (gro(o)te) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of de vervreemding heeft
verborgen en/of heeft verhuld
en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) was/waren en/of dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) voorhanden had(den),
en/of
dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en)heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of hiervan
gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit/deze
voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) geheel en/of gedeeltelijk - onmiddellijk
en/of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
10/993041-18
1.
hij op (een) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 maart 2015 tot en
met 5 oktober 2017 te St. Willebrord, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk (meermalen) gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e)
en/of vervalst(e) geschrift(en), te weten:
-een werkgeversverklaring ten name van [naam bedrijf] met
betrekking tot de werknemer [naam verdachte ] d.d. 20 februari 2015, en/of
-een/twee loonstro(o)k(en) van [naam bedrijf] met
betrekking tot de werknemer [naam verdachte ] d.d. 31 december 2014 en/of 31
januari 2015,
elk zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig
feit te dienen,
als ware die/dat geschrift(en) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruik maken (telkens) hierin dat hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s),
ter verkrijging van een hypothecaire geldlening ten behoeve van de aankoop van
een woning gelegen aan de [adres verdachte] te St. Willebrord,
bij de daarop betrekking hebbende hypotheekaanvraag
voornoemde werkgeversverklaring en/of loonstro(o)k(en)
heeft/hebben doen toekomen aan een hypotheekverstrekker, te weten de Rabobank,
en bestaande die valsheid of vervalsing (onder meer) (telkens) hierin dat:
-in de bij die hypotheekaanvraag gevoegde werkgeversverklaring (zakelijk
weergegeven) in strijd met de waarheid vermeld stond dat:
[naam verdachte ] in de functie van acquisiteur werkzaam is binnen het bedrijf
[naam bedrijf]
en/of
[naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft of is aangesteld in vaste
dienst bij [naam bedrijf]
en/of
[naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] als
inkomen een bruto jaarsalaris van 90.000,- euro, met 7.200,- euro
vakantietoeslag, had binnen het bedrijf [naam bedrijf]
en/of
[naam bedrijf] geen voornemens had het dienstverband
van [naam verdachte ] binnenkort te beëindigen,
-in de bij die hypotheekaanvraag gevoegde loonstro(o)k(en) (zakelijk
weergegeven) in strijd met de waarheid de (fictieve) loongegevens van [naam verdachte ]
als werknemer bij [naam bedrijf] over de
maanden december 2014 en/of januari 2015 vermeld stonden;
2.
hij op (een) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 maart 2015 tot en
met 5 oktober 2017 in de gemeente St. Willebrord, in elk geval in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, (een of meer medewerker(s) van) de Rabobank heeft bewogen tot
de afgifte van enig goed en/of het aangaan van een schuld, te weten:
- het aangaan van een hypothecaire geldlening, te weten tot het aangaan van
een overeenkomst van geldlening tussen de Rabobank en [naam verdachte ] groot
514.000,- euro, en/of
- de afgifte van een geldbedrag groot 514.000,- euro, in elk geval de afgifte
van (een) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag groot 514.000,- euro, in elk
geval van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk
(ter verkrijging van voornoemde hypotecaire geldlening en afgifte van voornoemd geldbedrag),
(telkens)
opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven -, al dan niet via een tussenpersoon:
-een werkgeversverklaring, waarin valselijk en/of in strijd met de waarheid
stond vermeld dat:
[naam verdachte ] in de functie van acquisiteur werkzaam is binnen het bedrijf
[naam bedrijf]
en/of
[naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft of is aangesteld in vaste
dienst bij [naam bedrijf]
en/of
[naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf] als
inkomen een bruto jaarsalaris van 90.000,- euro, met 7.200,- euro
vakantietoeslag, had binnen het bedrijf [naam bedrijf]
en/of
[naam bedrijf] geen voornemens had het dienstverband
van [naam verdachte ] binnenkort te beëindigen,
en/of
-(een) loonstro(o)k(en), waarin valselijk en/of in strijd met de waarheid:
(fictieve) loongegevens van [naam verdachte ] als werknemer bij [naam bedrijf]
over de maanden december 2014 en/of januari 2015
vermeld stonden,
althans,
in welke werkgeversverklaringen en loonstro(o)k(en) ten onrechte valse en/of
vervalste werkgeversgegevens en salarisgegevens waren opgenomen,
ingediend bij of doen/laten indienen bij de Rabobank,
en naar aanleiding waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededaders,
de Rabobank heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen;
10/994042-18
1.
hij,
op of omstreeks 24 augustus 2017 te St. Willebrord (gemeente Rucphen),
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
van (een) voorwerp(en), te weten:
-een Range Rover Sport voorzien van kenteken [kentekennummer] , en/of
-een/twee Rolex horloge(s) en/of
-een contant geldbedrag van 24.500,- euro,
althans enige goederen,
de herkomst en/of vindplaats en/of de verplaatsing en/of de rechthebbende,
heeft verborgen en/of heeft verhuld
en/of
voornoemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad en/of daarvan gebruik heeft
gemaakt,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit/deze
voorwerp(en) geheel en/of gedeeltelijk - onmiddellijk en/of middellijk -
afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
2.
hij,
op of omstreeks 24 augustus 2017 te St. Willebrord (gemeente Rucphen), althans
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad (in een Range Rover Sport met het kenteken [kentekennummer] )
ongeveer 2052 gram henneptoppen en/of 1538 gram hennepgruis,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep,
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.