ECLI:NL:RBROT:2019:3285

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 april 2019
Publicatiedatum
25 april 2019
Zaaknummer
10/000561-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Drie overvallen op supermarkten met afpersing en diefstal onder bedreiging

Op 12 april 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van drie overvallen op supermarkten in Schiedam. De overvallen vonden plaats op 27 en 31 december 2018, waarbij de verdachte medewerkers van de supermarkten onder bedreiging met een mes dwong tot de afgifte van geld en sigaretten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de feiten heeft gepleegd met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen. De verdachte heeft de feiten bekend, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de bewezenverklaring zonder nadere motivering kan plaatsvinden. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft een strafblad in Polen, waar hij eerder is veroordeeld voor een gewelddadige overval. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een voorwaardelijke straf, maar heeft wel aangegeven dat de verdachte begeleiding kan krijgen bij zijn terugkeer in de maatschappij na zijn straf. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, en de rechtbank heeft de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/000561-19
Datum uitspraak: 12 april 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] (Polen) op [geboortedatum verdachte] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. G. Özveren, advocaat te Rotterdam.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 12 april 2019.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest.

Waardering van het bewijs

Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 27 december 2018 te Schiedam
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld
[naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van twee pakjes sigaretten
(merk Lucky Strike) en een geldbedrag,
die
aan een derde
toebehoorden, te weten [naam supermarkt] [plaats delict 1] , door:
- aan die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] een mes te tonen, en
- dat mes op die [naam slachtoffer 1] te richten, en
- aan die [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] de woorden toe te voegen "Give me the fucking money";
2.
hij op 31 december 2018 te Schiedam
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen heeft
weggenomen een geldbedrag dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam supermarkt] [plaats delict 2] , welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 3] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
en met het oogmerk om zich wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met geweld [naam slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en pakjes sigaretten (merk Gauloises),
die
toebehoordenaan [naam supermarkt] [plaats delict 2] ,
welke bedreiging met geweld bestond uit het:
- tonen van een mes aan die [naam slachtoffer 3] , en
- richten van dat mes op die [naam slachtoffer 3] , en
- aan die
[naam slachtoffer 3]toevoegen van de woorden "Give fucking all the money";
3.
hij op 31 december 2018 te Schiedam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met geweld
[naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 300 euro, dat aan [naam supermarkt] [plaats delict 1] toebehoorde, door:
- aan die [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 5] een mes te tonen, en
- dat mes op die [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 5] te richten, en
- aan die [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 5] de woorden toe te voegen "Give me your fucking money", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
Kennelijke verschrijvingen in de bewezen verklaarde tenlastelegging zijn in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1:
afpersing
Feit 2:
afpersing
en
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
Feit 3:
afpersing
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

Motivering straf

Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie overvallen van twee verschillende supermarkten binnen vier dagen, waarbij hij de medewerkers van die supermarkten telkens bedreigde met een mes en hen dwong tot afgifte van geld en sigaretten. De betreffende slachtoffers hebben zich zeer bedreigd gevoeld en angstige momenten beleefd, waar zij ongetwijfeld nog langere tijd nadelige psychische gevolgen van hebben ondervonden. Bovendien zorgen dergelijke gewelddadige incidenten in winkels meer in algemene zin voor gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De verdachte heeft zich om dit alles kennelijk niet bekommerd, maar enkel gedacht aan zijn eigen financiële gewin.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een Nederlands uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 maart 2019, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. Uit een Pools uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt echter wel dat hij in 2015 in Polen tot een gevangenisstraf van drie jaar is veroordeeld voor een gewelddadige overval. Deze - onherroepelijke - veroordeling zal in het nadeel van de verdachte worden meegewogen.
Overig
Op de zitting heeft de verdachte verklaard dat hij ruim een maand voor de bewezen feiten naar Nederland is gekomen, dat hij met verschillende problemen in zijn leven kampt (zo leefde hij op het moment van het plegen van de feiten al drie weken op straat) en dat hij na het uitzitten van zijn straf graag wil (blijven) wonen en werken in Nederland.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij de bepaling daarvan heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. In enigszins strafmatigende zin weegt de rechtbank mee dat de verdachte de drie feiten binnen een korte periode onder dezelfde omstandigheden heeft gepleegd en dat de feiten daarom niet geheel los van elkaar kunnen worden bezien.
De verdediging heeft verzocht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, zodat de verdachte in dat kader hulp kan krijgen om zijn leven in Nederland op de rit te krijgen. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor een voorwaardelijk strafdeel. De verdachte kan begeleiding krijgen bij zijn terugkeer in de maatschappij in het kader van zijn eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. B.A. Cnossen, voorzitter,
en mrs. E.M. Havik en J.M.L. van Mulbregt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.M.H. van Mullekom, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 april 2019.
Bijlage I

Tekst gewijzigde tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 december 2018 te Schiedam
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van twee pakjes sigaretten
(merk Lucky Strike) en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat
geheel of ten dele aan een derde , te weten [naam supermarkt] [plaats delict 1] , door:
- aan die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] een mes te tonen, en/of
- dat mes op die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te richten, en/of
- aan die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] de woorden toe te voegen "Give me the fucking money", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2.
hij op of omtreeks 31 december 2018 te Schiedam
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen heeft
weggenomen een geldbedrag en/of een of meer pakjes sigaretten (merk Gauloises), in
elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam supermarkt] [plaats delict 2] , welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 3] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en/of een of
meer pakjes sigaretten (merk Gauloises), in elk geval enig goed, dat
geheel of ten dele aan [naam supermarkt] [plaats delict 2] ,
welk geweld of welke bedreiging met geweld bestond uit het:
- tonen van een mes aan die [naam slachtoffer 3] , en/of
- richten van dat mes op die [naam slachtoffer 3] , en/of
- aan die [naam slachtoffer 1] toevoegen van de woorden "Give fucking all the
money", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 31 december 2018 te Schiedam
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 300 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
[naam supermarkt] [plaats delict 1] toebehoorde, door:
- aan die [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 5] een mes te tonen, en/of
- dat mes op die [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 5] te richten, en/of
- aan die [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 5] de woorden toe te voegen "Give me your fucking money", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.