Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juli 2017
- de conclusie van antwoord
- de brief van de rechtbank van 18 oktober 2017 waarbij een comparitie van partijen is gelast
- de zittingsagenda
- het (buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte) proces-verbaal van de comparitie van partijen van 22 februari 2018
- het faxbericht van Pijnacker van 6 april 2018 (commentaar van Pijnacker op het proces-verbaal)
- de brief/ akte van de Gemeente van 6 april 2018 (commentaar van de Gemeente op het proces-verbaal, tevens akte overlegging producties)
- de brief van de rechtbank van 19 april 2018 waarbij Pijnacker o.a. gelegenheid is geven om op de producties te reageren
- de antwoordakte van Pijnacker (reactie van Pijnacker op de producties die de Gemeente bij haar voormelde brief/ akte had overgelegd)
- de overigens overgelegde producties.
2.De feiten
Schorsing van het werk en beëindiging van het werk in onvoltooide staat”). In dat kader zijn gesprekken gevoerd tussen [naam 1] ( [naam functie 1] , hierna: [naam 1] ) en [naam 2] ( [naam functie 2] , hierna: [naam 2] ).
€ 95.046,30
€ 1.142.757.47
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
injecteren van de putvoert de Gemeente meer specifiek aan dat het gaat om werkzaamheden die al ruim voor 30 november 2014 bekend waren.
T/M TERMIJN,’ en wel als volgt (duidelijkheidshalve worden beide bedragen hierna dikgedrukt):
639.993,60
57.805,48