[eiser 1] c.s. vorderen samengevat - voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad vonnis:
primair:
I. voor recht te verklaren dat de grens tussen de erven van partijen ligt als aangegeven op de kaart van het kadastrale veldwerk die als productie 4 bij de dagvaarding in het geding is gebracht, dan wel, indien de rechtbank van oordeel is dat de ligging van de grens tussen de erven onzeker is, de grens op de voet van artikel 5:47 BW te bepalen als aangegeven op bedoelde kaart;
II. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen, tegen afdoende bewijs van kwijting, om binnen dertig dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis de op de bewuste strook grond, genoemd ‘achterstuk’ (als weergegeven in productie 4 en productie 8 bij deze dagvaarding), aangebrachte zaken en beplantingen, waaronder – doch daar niet toe beperkt – de gaasafscheiding, van die strook grond te verwijderen en verwijderd te houden en de strook grond leeg, gesaneerd en ontruimd ter vrije en algehele beschikking van [eiser 1] c.s. te stellen, een en ander opdat de eigendomsrechten van [eiser 1] c.s. op de strook grond zowel nu als voor de toekomst ten volle door [gedaagde 1] c.s. worden geëerbiedigd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan voor iedere keer dat [gedaagde 1] c.s. geheel of gedeeltelijk in gebreke mochten blijven om aan dit vonnis te voldoen;
III. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen, tegen afdoende bewijs van kwijting, om binnen dertig dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, de sleutels van de poortdeuren aan [eiser 1] c.s. ter hand te stellen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan voor iedere keer dat [gedaagde 1] c.s. geheel of gedeeltelijk in gebreke mochten blijven om aan dit vonnis te voldoen;
subsidiair:
IV. de grens tussen de erven van partijen op de voet van artikel 5:47 BW te bepalen waarbij, indien aan [gedaagde 1] c.s. een gedeelte van het erf van [eiser 1] c.s. wordt toegekend, aan [eiser 1] c.s. op de voet van artikel 5:47 lid 3 BW een door de rechtbank in goede justitie te bepalen schadevergoeding wordt toegekend, met veroordeling van [gedaagde 1] c.s. om het toe te kennen bedrag aan schadevergoeding, tegen afdoende bewijs van kwijting, te betalen aan [eiser 1] c.s. binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
primair en subsidiair:
V. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de kosten van deze procedure en [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten, indien [gedaagde 1] c.s. deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis hebben voldaan;
VI. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de nakosten van deze procedure.