Op 8 mei 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam in een bevoegdheidsincident uitspraak gedaan in de zaak tussen P. Hoenderop B.V. en een rechtspersoon naar Noors recht. De eiseres, P. Hoenderop B.V., gevestigd te Ridderkerk, vorderde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van de vordering van de gedaagde, die gevestigd is in Noorwegen. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.M. Sinke, voerde aan dat de rechtbank bevoegd was op basis van het EVEX 2007-verdrag, dat bepaalt dat de verweerder in zijn eigen lidstaat moet worden opgeroepen. Hoenderop stelde dat de rechter in Noorwegen bevoegd was, omdat de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, daar uitgevoerd moest worden.
De rechtbank oordeelde dat het centrale punt in de hoofdzaak de vraag betreft of er sprake was van een distributierelatie of enkel koopovereenkomsten. De rechtbank besloot om deze vraag onbehandeld te laten in het bevoegdheidsincident, omdat dit vooruit zou lopen op de beoordeling van de hoofdzaak. De rechtbank concludeerde dat de incidentele vordering van de gedaagde moest worden afgewezen, en hield de beslissing over de proceskosten aan tot de hoofdzaak. De zaak is opnieuw op de rol gezet voor 19 juni 2019 voor conclusie van antwoord.