Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 september 2003 met producties 1-6;
- het verstekvonnis van 8 oktober 2003;
- de verzetdagvaarding van 30 april 2018;
- de namens [gedaagde en eiser in het verzet] ingediende akte overlegging producties, tevens houdende aanvulling grondslag en wijziging/vermeerdering eis van 22 mei 2018, met producties 1-11;
- de brief van 4 juli 2018 waarin de rechtbank partijen oproept voor een comparitie van partijen;
- de zittingsagenda van 20 september 2018;
- de namens Tealinez bij brief van 3 oktober 2018 ingediende producties 1-6;
- het proces-verbaal van de op 18 oktober 2018 gehouden comparitie van partijen;
- de namens Tealinez ingediende akte, tevens houdende vermindering van eis van 28 november 2018;
- de namens [gedaagde en eiser in het verzet] ingediende antwoordakte van 12 december 2018.
2.De feiten
Dexia is op grond van maatschappelijke en zakelijke overwegingen bereid om met de Belangenorganisaties en, via de toepassing van de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade met de Gerechtigden een vaststellingsovereenkomst aan te gaan ter beëindiging van daadwerkelijke en mogelijke geschillen en/of daadwerkelijke en mogelijke onzekerheden over de rechtsbetrekkingen tussen Dexia en de Gerechtigden, een en ander zonder dat Dexia daarmee enigerlei aansprakelijkheid aanvaardt of erkent in verband met door de Gerechtigden daadwerkelijk of mogelijke aanspraken, rechten of vorderingen van de Gerechtigden aanvaardt of erkent. (…) Alle partijen onderschrijven de maatschappelijke wenselijkheid en noodzaak om hun verschillen van inzicht door middel van deze Overeenkomst te overbruggen en om de aldus bereikte minnelijke regeling door middel van toepassing van de WCAM een zo groot mogelijk bereik te geven.”
2.1: De Gerechtigden zijn alle personen die met Dexia een effectenlease-overeenkomst zijn aangegaan, met uitzondering van de in artikel 2.2 en 2.3 bedoelde personen.
13.1: De Vergoeding waarop een Gerechtigde uit hoofde van deze Overeenkomst in verband met een bepaalde Effectenlease-Overeenkomst recht heeft, wordt voor zo veel mogelijk verrekend met (i) de Restschuld die bij de Beëindiging van die Overeenkomst ontstaat, en (ii) eventuele (andere) Openstaande Posten. Op de Vergoeding terzake van een bepaalde Effectenlease-overeenkomt kan niet eerder dan ten tijde van de Beëindiging van die overeenkomst aanspraak worden gemaakt. (…) Dexia zal deze verrekening ook zonder daartoe strekkend verzoek van de Gerechtigde toepassen. (…)
14.1: Elke Gerechtigde verleent aan Dexia (…) kwijting terzake alle vorderingen die voortvloeien uit of verband houden met de geldigheid, het aangaan en de uitvoering van Effectenlease-overeenkomsten en de wijze waarop voor dergelijke overeenkomsten reclame is gemaakt of anderszins het aangaan daarvan is bevorderd, ongeacht de aard en grondslag van dergelijke vorderingen, zulks met uitzondering van:
- i)
- ii)
portfolio sale and assignment agreement”) tot stand gekomen tussen Dexia en Asset Refinance Company (hierna: “ARC”).
Betreft: Schuld aan Dexia Bank Nederland N.V. Dexia relatienummer 16069051(…) Namens ARC informeren wij u dat ARC, door middel van een geregistreerde akte van cessie, de vordering(en) heeft verkregen, die Dexia op u had (…). Dit betekent dat ARC thans de rechtmatige schuldeiser is en u uitsluitend bevrijdend aan ARC dient te betalen (…). Deze brief is een mededeling als bedoeld in artikel 94 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. (…) Er ligt in uw geval een behaald vonnis ten grondslag aan uw betalingsverplichting voortvloeiende uit de effectenlease-overeenkomst.”
koop- en verkoopovereenkomst debiteurenportefeuille”) tot stand gekomen tussen ARC en Tealinez, met daarbij als bijlage II een akte van cessie met een specificatie van overgedragen vorderingen d.d. 1 januari 2018. In de bijlage bij de akte van cessie is vermeld:
(…)
herhaald/hernieuwd bevel” achtergelaten aan de [adres] te Vlaardingen. In dit bevel is vermeld dat Tealinez B.V. de rechtsopvolger is van Dexia. Namens Tealinez wordt gevorderd om te voldoen aan het vonnis van 8 oktober 2003 en derhalve aan Tealinez te betalen een bedrag van € 87.269,81.
3.Het geschil
- [gedaagde en eiser in het verzet] te veroordelen om aan Tealinez te betalen een bedrag in hoofdsom van € 11.112,66 vermeerderd met de contractuele rente van 0,96% per maand, althans de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW, vanaf 19 augustus 2002 tot de dag van de algehele voldoening;
- [gedaagde en eiser in het verzet] te veroordelen aan Tealinez te voldoen de buitengerechtelijke incassokosten ad € 929,39;
- [gedaagde en eiser in het verzet] , zowel in conventie, als in reconventie, te veroordelen in de kosten van deze procedure, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien (14) dagen na het te wijzen vonnis;
- [gedaagde en eiser in het verzet] te veroordelen in de nakosten van deze procedure te begroten op een bedrag van € 131,00 en indien betekening van het vonnis plaatsvindt te vermeerderen met een bedrag van € 68,00, dan wel te begroten op respectievelijk € 205,00 en € 273,00 voor zover gedaagde tevens een reconventionele vordering mocht instellen, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien (14) dagen na het te wijzen vonnis.
4.De beoordeling
[gedaagde en eiser in het verzet] ontvankelijk in verzet
herhaald/hernieuwd bevel” voor het eerst kennis heeft genomen van het verstekvonnis van 8 oktober 2003. [gedaagde en eiser in het verzet] heeft binnen vier weken na 3 april 2018 verzet ingesteld.
Ref: 16069051” (zie r.o. 2.12). Bij brief van 6 februari 2009 is mededeling gedaan aan [gedaagde en eiser in het verzet] , zo blijkt ook uit de namens [gedaagde en eiser in het verzet] ter zitting afgelegde verklaring dat de mededelingen, waaronder de brief van 6 februari 2009, niet worden betwist. ARC heeft haar vordering vervolgens overgedragen aan Tealinez. Dit heeft zij gedaan met de koopovereenkomst van 28 december 2017 en akte van cessie, in de bijlage waarvan is vermeld: “
Bucket 8, 60532293, 612433, [gedaagde en eiser in het verzet] , 16069051”(zie r.o. 2.13)
.In de bij deze rechtbank ingediende akte van 28 november 2018 is ook hiervan mededeling gedaan aan [gedaagde en eiser in het verzet] . Nu op grond van de omschrijving in de aktes – in ieder geval achteraf – kan worden vastgesteld dat de vordering van Dexia op [gedaagde en eiser in het verzet] is overgedragen en onverschillig is in welke volgorde de akte en mededeling plaatsvinden, is voldaan aan de vereisten voor rechtsgeldige cessies en het verzet daarmee op juiste wijze ingesteld.
- De WCAM-overeenkomst had tot doel om een zo groot mogelijk bereik te krijgen en Dexia was bereid om met de WCAM-overeenkomst daadwerkelijke en mogelijke geschillen en/of daadwerkelijke en mogelijke onzekerheden over de rechtsbetrekkingen tussen Dexia en de gerechtigden te beëindigen (zie r.o. 2.7).
- In de WCAM-overeenkomst heeft Dexia zich verplicht om de aan de gerechtigden toekomende vergoeding met de restschuld en andere openstaande posten te verrekenen (zie r.o. 2.9).
- De gerechtigden verlenen Dexia kwijting kort gezegd ter zake van al hun andere (eventuele) rechten en bevoegdheden tegen Dexia en bevestigen, dan wel ‘vernieuwen’, (eventueel) na vergoeding overblijvende verplichtingen jegens Dexia (zie r.o. 2.10).
herhaald/hernieuwd bevel”. Tealinez heeft immers niet gesteld dat tussen 6 februari 2009 en 3 april 2018 stuitingshandelingen zijn verricht, terwijl de daartussen gelegen termijn ruimschoots meer dan vijf jaren bedraagt.
1.357,50(2,5 punt x tarief II rechtbank € 543,00)