ECLI:NL:RBROT:2019:4168

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2019
Publicatiedatum
21 mei 2019
Zaaknummer
96.012305.18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de betrouwbaarheid van snelheidsmetingen en de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in een verkeerszaak

Op 8 mei 2019 vond de openbare terechtzitting plaats in de rechtbank Rotterdam, waar de kantonrechter W.H.J. Stemker Köster de zaak behandelde tegen een verdachte die beschuldigd werd van het overschrijden van de maximumsnelheid op de A29 te Heinenoord op 11 maart 2017. De verdachte betwistte de betrouwbaarheid van de snelheidsmeting en stelde dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk moest worden verklaard. De officier van justitie, mr. D.I. Doornbos, vorderde een geldboete van € 460, te vervangen door 9 dagen hechtenis. De verdachte voerde aan dat eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken hadden aangetoond dat de metingen onbetrouwbaar waren. De kantonrechter stelde vast dat de metingen niet volledig volgens de richtlijnen waren uitgevoerd, maar concludeerde dat de resultaten niet zonder meer onbetrouwbaar waren. De kantonrechter oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de overtreding van de maximumsnelheid en legde een geldboete op van € 501, met een voorwaardelijke straf van 10 dagen hechtenis bij niet-betaling. De verdachte werd vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten. De kantonrechter informeerde de verdachte over zijn recht om binnen veertien dagen hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 3
Parketnummer: 96.012305.18
Proces-verbaalvan de openbare terechtzitting van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam op 08 mei 2019.
Tegenwoordig als:
kantonrechter mr. W.H.J. Stemker Köster,
officier van justitie mr. D.I. Doornbos,
griffier J. Soeteman.
De zaak tegen na te noemen verdachte wordt uitgeroepen.
De verdachte, op de terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de kantonrechter te zijn genaamd

[naam verdachte] ,

geboren te [geboporteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
feitelijk verblijvende op datzelfde adres.
De verdachte toont aan de kantonrechter een op zijn naam gesteld geldig identiteitsbewijs. De kantonrechter stelt aan de hand daarvan de identiteit van de verdachte vast.
De kantonrechterhervat het onderzoek in de stand waarin het zich bevond op het tijdstip van de schorsing op de terechtzitting van 24 april 2018. Omdat een andere kantonrechter zitting houdt, wordt het onderzoek opnieuw aangevangen.
De kantonrechtervermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede, dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
De kantonrechterdeelt mondeling mede de korte inhoud van de stukken van het voorbereidend onderzoek en alle overige stukken van onderzoek, voor zover van belang met het oog op enige door de kantonrechter te nemen beslissing.

De verdachte verklaart:

Ik stel mij op het standpunt dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk moet worden verklaard. U had voor mij enkele stukken bij de bode neegelegd die u gisteren van de offiicer van justitie heeft ontvangen. Het betreft de stukken in het hoger beroep in de Mulder-zaak van 16 juli 2018 waarbij de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam in een andere, soortgelijke zaak had geoordeeld dat de snelheidsmeting, zoals uitgevoerd ter hoogte van hectometerpaal 14.7 bij de Heinenoordtunnel te Heinenoord, niet betrouwbaar is. Ik kende die stukken al en ben van mening dat de controlemeting, die op 24 augustus 2018 door het NMi Certin B.V. (hierna: het NMi) werd verricht, is gedaan nadat het asfalt is vervangen, waardoor er niet gemeten is zoals gedaan op 11 maart 2017.
De officier van justitiehoudt zijn requisitoir. Hij acht het ten laste gelegde feit bewezen en vordert dat de verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 460, - te vervangen door 9 dagen hechtenis.
Het NMi heeft op 24 augustus 2018 een controlemeting verricht naar aanleiding van het oordeel van de kantonrechter van 16 juli 2018. In de bevindingen, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam verbalisant 1] van de Landelijke Eenheid opgemaakt op 20 september 2018, wordt de kromming in de belijning expliciet benoemd. De controlemeting is dus wel degelijk verricht onder dezelfde omstandigheden als tijdens de meting zoals vastgelegd in het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 maart 2017, met CJIB-nummer [CJIB nummer] . Daarnaast heeft de verbalisant [naam verbalisant 1] vastgesteld dat bij een meting op diezelfde plek met 2 mobiele installaties geen wezenlijke afwijkingen in de meting zijn geconstateerd.

De verdachte krijgt het woord tot verdediging en voert aan:

Het lijkt er op dat de het Openbaar Ministerie het toelaat dat een agent zich niet houdt aan de meetinstructies, zoals vastgelegd in de handleiding van Jenaoptik. Daarbij komt dat inmiddels in meerdere Mulder-zaken wel geoordeeld is dat de meting onbetrouwbaar.
De officier van justitiewordt in de gelegenheid gesteld te repliceren. Hij deelt mede:
Het standpunt van verdachte dat er sprake is van rechtsongelijkheid gaat niet op. Immers is het beoordelingskader, die in die andere zaak is aangelegd, bestuursrechtelijk van aard. Dit is een andere maatstaf dan die de strafrechter vandaag aanlegt.

De verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken. Hij verklaart:

Als ik de redenatie van de officier van justitie volg dan maakt het niet uit hoe de politie heeft gemeten. Dan vraag ik mij af wat het nut is van dergelijke werkinstructies.
De kantonrechterverklaart het onderzoek gesloten en zegt terstond mondeling vonnis te zullen geven.

De kantonrechter spreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
A a n t e k e n i n g van het m o n d e l i n g v o n n i s
--------------------------------------------------------------------
Inhoud van de tenlastelegging
Bij de dagvaarding is aan de verdachte ten laste gelegde dat
een bij de ontdekking van het hierna omschreven strafbaar feit onbekend gebleven bestuurder van een motorvoertuig (personenauto), gekentekend [kentekennummer] , op of omstreeks 11 maart 2017 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, A 29 Li 14.7. Borden bij 15.9, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 141 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden, terwijl verdachte toen eigenaar of houder, als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, van dat motorvoertuig was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
dat hij op of omstreeks 11 maart 2017 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, A 29 Li 14.7. Borden bij 15.9, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 141 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden;

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

De kantonrechter acht de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging.

Bewijsmiddelen en voor bewijs redengevende feiten en omstandigheden

1.
Het proces-verbaal van de Landelijke Eenheid, nummer [CJIB nummer] , inhoudende als
relaas van de verbalisant [naam verbalisant 2] :
Overtredingsgegevens
Datum: 11 maart 2017
Plaats Heinenoord, gemeente Binnenmaas
Locatie A29 Li 14.7. borden bij 15.9.
Soort weg: autosnelweg, zijnde een voor het openbaar verkeer openstaande weg
Voertuig: personenauto
Kenteken: [kentekennummer]
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom van 41 tot 45 km/h
Artikel 62 jo. bord Al RW 1990
De overtreding werd langs elektronische weg geconstateerd en digitaal vastgelegd.
De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting geteste, geijkte en op de
voorgeschreven wijze gebruikte snelheidsmeetmiddel.
Gemeten (afgelezen) snelheid : 146 km per uur.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 141 km per uur.
Toegestane snelheid : 100 km per uur.
Overschrijding met: 41 km per uur.
De werkelijke snelheid is het resultaat van een, overeenkomstig de geldende Aanwijzing
snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers van het college van Procureurs-Generaal,
uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid.
De bestuurder werd ter plaatse niet staande gehouden.
Er werd volstaan met het bekeuren op kenteken.
Soort snelheidsmeetmiddel: radar
Merk: JENOPTIK
Type: MULTARADAR CT
Volgens de opgave van de Rijksdienst voor het Wegverkeer dan wel uit een ingesteld nader
onderzoek bleek het motorvoertuig toe te behoren aan:
Naam [naam verdachte]
Voornamen [naam verdachte]
Geboren [geboortedatum verdachte]
Adres [adres verdachte]
Postcode en Woonplaats [woonplaats verdachte]
Land : Nederland
De inhoud van de bewijsmiddelen is steeds zakelijk weergegeven.
Wanneer hiervoor wordt verwezen naar een proces-verbaal van politie is - tenzij anders vermeld - bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.

Nadere bewijsoverweging

De kantonrechter overweegt als volgt.De offiicer van justitie heeft een proces-verbaal van bevindingen van de Landelijke Eenheid d.d. 20 september 2018 overgelegd, inhoudende
als relaas van verbalisant [naam verbalisant 1] :
Op 24 augustus 2018 zijn naar aanleiding van de twijfel over de rechtmatigheid van een aantal radarsnelheidscontroles van het EVT, op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de A29 linker rijbaan (links) t.h.v. hectometerpaal (hmp ) 14.7 in de richting van hmp 14.6 diverse constateringen gedaan door medewerkers van het team Elektronisch Verkeerstoezicht (EVT) en het Expert Team Visualisatie en Reconstructie (ETVR).
Op de A29 t.h.v. hmp 14.7 in de richting van hmp 14.6 is aan beide zijden van de rijbaan conform de gebruiksaanwijzing een MultaRadar CT opgesteld om de snelheid te kunnen meten tussen hmp 14.7 en hm 14.65.
Er is drie keer met een politievoertuig met geijkte snelheidsmeter met een constante werkelijke snelheid van 38 km/u tussen hmp 14.7 en hm 14.65 gereden.
De radar aan de rechterzijde van de rijbaan (buitenbocht) registreerde twee maal 38 km/u en één maal 39 km/u.
De radar aan de linkerzijde van de rijbaan (blnnenbocht) registreerde drie maal 39 km/u.
Conclusie:
De door de 2 MultaRadar CT's gemeten snelheid in zowel de binnen- als buitenbocht vertoonde geen substantieel verschil met de werkelijk gereden snelheid.
De kantonrechterstelt vast dat niet overeenkomstig de handleiding van Jenaoptik is gemeten, maar dat leidt niet zonder meer tot de conclusie dat de resultaten van de metingen niet betrouwbaar zijn nu uit het hiervoor genoemde proces-verbaal van de verbalisant [naam verbalisant 1] blijkt dat -kort samengevat - de gemeten snelheid geen substantieel verschil vertoonde met de daadwerkelijk gereden snelheid.

Bewijsmotivering

De bewezenverklaring steunt op de hiervoor weergegeven inhoud van de bewijsmiddelen, leverende op de redengevende feiten en omstandigheden voor die bewezenverklaring.

Bewezenverklaring

Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het subsidiar ten laste gelegde feit heeft begaan op die wijze dat
een bij de ontdekking van het hierna omschreven strafbaar feit onbekend gebleven bestuurder van een motorvoertuig (personenauto), gekentekend [kentekennummer] , op 11 maart 2017 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, A 29 Li 14.7. Borden bij 15.9, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 141 kilometer per uur, , terwijl verdachte toen eigenaar , als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, van dat motorvoertuig was;

Kwalificatie

Het bewezen feit leveren op:
1. overtreding van het bepaalde in artikel 62 jo. bord A1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

Strafbaarheid feit

Het feit is strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

De verdachte is strafbaar.

Strafoplegging

De kantonrechter vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking, en beslist als volgt.
T.a.v. feit 1 primair:
Geldboete van € 501 euro, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis.
met bevel dat van deze geldboete een gedeelte,
groot € 301 euro, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarde overtreedt.

Algemene voorwaarde

algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken.

Motivering strafoplegging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon, de persoonlijke omstandigheden en de draagkracht van de verdachte. Bovendien is bij de oplegging van de straf rekening gehouden met de mogelijkheid om van dit vonnis in hoger beroep te kunnen gaan in verband met het verlofstelsel.

Bijkomende beslissing

Niet bewezen wordt geacht wat meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
_________________________________________________________________________
De kantonrechtergeeft aan de verdachte kennis dat hij binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen tegen dit vonnis en maakt hem opmerkzaam op het recht om op de terechtzitting van dat rechtsmiddel afstand te doen.
De kantonrechterlegt de verdachte uit op welke wijze hij hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de kantonrechter en de griffier.