ECLI:NL:RBROT:2019:4606

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 april 2019
Publicatiedatum
6 juni 2019
Zaaknummer
10/751062-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor ontucht, veroordeling voor kinderpornografie en strafmaat

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 april 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige en het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, ontucht plegen met een zestienjarige, omdat niet bewezen kon worden dat de minderjarige zich beschikbaar had gesteld voor seksuele handelingen tegen betaling. De rechtbank concludeerde dat de verdachte en de minderjarige geen financiële afspraken hadden gemaakt en dat de seksuele handelingen niet in de context van prostitutie plaatsvonden.

Voor het tweede feit, het maken en verspreiden van kinderpornografisch materiaal, werd de verdachte wel schuldig bevonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte meermalen kinderpornografische foto's en filmpjes had gemaakt van de zestienjarige, die duidelijk herkenbaar in beeld was. Dit materiaal werd via WhatsApp verzonden en op een profiel op de website Chatgirl geplaatst, waardoor het voor andere gebruikers zichtbaar was. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast werd een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gedaan, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van €750,- aan immateriële schade. De rechtbank overwoog dat het maken van kinderporno ernstige gevolgen heeft voor de slachtoffers, die psychische schade kunnen oplopen door de verspreiding van dergelijke beelden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/751062-18
Datum uitspraak: 18 april 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte]
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. K.C. van de Wijngaart, advocaat te Schiedam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 28 februari 2019 en 8 april 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.M. Rethmeier heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feit 1
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Op basis van de stukken in het dossier en de WhatsApp-gesprekken kan wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde seks tegen betaling met een minderjarige.
4.1.2.
Beoordeling
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij - kort gezegd - ontucht heeft gepleegd met de destijds zestienjarige [naam slachtoffer] , die zich ‘beschikbaar stelde tot het verrichten van een of meer seksuele handelingen met een derde tegen betaling’.
De rechtbank stelt op grond van de stukken in het dossier vast dat de verdachte met de zestienjarige [naam slachtoffer] in de woning waar [naam slachtoffer] verbleef meermalen seksuele handelingen heeft verricht.
In de delictsomschrijving van artikel 248b van het Wetboek van Strafrecht (Sr) gaat het om ontucht plegen met ‘iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling’. Op het eerste gezicht is deze strafbepaling niet geheel ondubbelzinnig: is het strafbaar om seks te hebben met een minderjarige die zich aan een ander (niet zijnde de verdachte) aanbiedt om seksuele handelingen te verrichten tegen betaling? In dat geval zou ook iemand die met beider instemming en zonder daarvoor te betalen seksuele handelingen met een minderjarige prostituee verricht altijd strafbaar zijn.
De rechtbank is van oordeel dat dit laatste niet het geval is. Zij leidt dit af uit de parlementaire geschiedenis, waaruit volgt dat de wetgever met dit wetsartikel de prostituant strafbaar heeft willen stellen (Kamerstukken II, 25 437, 1998-1999, nr. 9). Het moet dus gaan om iemand die zelf tegen betaling (al dan niet in natura) seksuele handelingen met een minderjarige prostituee verricht.
Voor bewezenverklaring van dit feit zal dus moeten komen vast te staan dat [naam slachtoffer] zich tegenover de verdachte beschikbaar had gesteld om tegen betaling seks te hebben en dat zij vervolgens, in die context, ook seks met elkaar hebben gehad. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is en overweegt daartoe het navolgende.
De verdachte is consistent in zijn verklaringen dat [naam slachtoffer] en haar vriend [naam vriend slachtoffer] voor de seks geen geld verlangden. Ook [naam vriend slachtoffer] heeft verklaard dat er geen geld in het spel was. Weliswaar heeft de verdachte wiet en whisky meegenomen, maar uit de verklaringen van alle betrokkenen blijkt dat zij tijdens de betreffende bezoeken ook hebben ‘gechilld’, gekletst en televisie hebben gekeken en dat ze de meegebrachte drank en wiet samen gebruikten. [naam slachtoffer] heeft in eerste instantie wel verklaard dat de verdachte ‘niet met geld betaalde, maar met wiet’, maar later heeft zij gezegd dat het (in tegenstelling tot bij haar klanten) ‘niet voor het geld was’ en dat er vooraf niets overeengekomen was.
Ook uit de gevoerde WhatsApp-gesprekken in het dossier blijkt niet dat er tussen de verdachte en [naam slachtoffer] of [naam vriend slachtoffer] vooraf financiële afspraken zijn gemaakt of dat het hier ging om gratis seksueel contact vooruitlopend op verdere betaalde seks. [naam slachtoffer] en [naam vriend slachtoffer] hebben zich op de website ‘ [naam website] ’, waar het contact met de verdachte is gelegd, ook niet aangeboden voor seksuele handelingen tegen betaling, maar voor een ‘seksdate’. De rechtbank kan voor het overige ook niet vaststellen dat de seksuele handelingen in de setting van prostitutie zijn geweest.
Het dossier bevat daarvoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De rechtbank is daarom van oordeel dat de verdachte niet als een prostituant als bedoeld in artikel 248b Sr kan worden aangemerkt. Dit betekent dat niet bewezen is het onder feit 1 tenlastegelegde. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring feit 2 zonder nadere motivering
Het onder 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, in de periode van 20 november 2017 tot en met 28 februari 2018 te Schiedam meermalen, (telkens) een hoeveelheid afbeeldingen, te weten filmpjes en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt te weten [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2001, is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden door het verzenden van e-mail/whats app en het plaatsen op de internetsite [naam website] en vervaardigd en in bezit gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s) oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger(s) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een vinger(s) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op/bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/tegen het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(bestanden [bestandnummer 1] en [bestandnummer 2] en
[bestandnummer 3] en [bestandnummer 4] )
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een afbeelding - en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft van de zestienjarige [naam slachtoffer] kinderpornografische foto’s en filmpjes gemaakt waarop zij duidelijk herkenbaar in beeld is. Daarnaast heeft de verdachte dit kinderpornografische beeldmateriaal via WhatsApp verstuurd en op de website [naam website] op zijn profiel geplaatst, zodat deze filmpjes voor alle gebruikers van [naam website] zichtbaar waren.
Het maken van kinderporno in het algemeen kan tot gevolg hebben dat de kinderen die zijn afgebeeld psychische schade oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Bovendien wordt de schade voor de afgebeelde kinderen nog vergroot, omdat de beelden mogelijk voor altijd op internet te vinden zijn. Het slachtoffer zal altijd bang moeten zijn dat de filmpjes ergens opduiken. Daardoor wordt zij onvrijwillig steeds herinnerd aan de seks die zij met de verdachte heeft gehad. Het aantal afbeeldingen dat de verdachte in zijn bezit had en heeft verspreid en aangeboden is weliswaar gering, maar dit laat onverlet dat de verdachte voor de productie en de verspreiding en alle kwalijke gevolgen daarvan verantwoordelijk is te achten.
Bij de bepaling van de duur van de op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, het strafblad van de verdachte van 15 maart 2019, waaruit volgt dat hij niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld, het rapport van de reclassering van 30 januari 2019, waarin geen voorwaarden worden geadviseerd, en de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten. Hiervoor bestaat echter geen aanleiding, omdat dit geen recht doet aan de ernst van het feit.
Gelet op het voorgaande en de bewezenverklaring van alleen feit 2 zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden en een taakstraf voor de duur van 240 uren passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

[naam benadeelde]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van
€ 2.250,- aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie concludeert tot gehele toewijzing van de vordering, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.
Standpunt verdediging
Primair dient de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu voor feit 1 vrijspraak is bepleit. Subsidiair dient de vordering, bij een bewezenverklaring, te worden gematigd tot een bedrag van tussen de € 750,- en € 1.000,-.
8.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 750,-. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank is van oordeel dat behandeling van dit deel van de vordering meer debat tussen partijen vergt en dat dit een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 28 februari 2018.
Nu de vordering van de benadeelde partij (deels) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 750,- , vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
Over een deel van de gevorderde schadevergoeding wordt in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde] , te betalen een bedrag van
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 750,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
15 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. T.M. Riemens en F. van Buchem, rechters,
in tegenwoordigheid van J. Spanner, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 april 2019.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij,
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 november 2017 tot
en met 08 december 2017 te Schiedam, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) ontucht heeft gepleegd met [naam slachtoffer] , geboren op
16 april 2001, die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van een of meer
seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van
zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt,
te weten het (meermalen) (telkens):
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of mond van
die [naam slachtoffer] en/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die
[naam slachtoffer] ;
2.
hij,
op een of meer tijdstippen op/in of omstreeks de periode van 20 november 2017
tot en met 28 februari 2018 te Schiedam, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) een hoeveelheid afbeeldingen, te weten een of meer filmpjes en/of
foto's en/of een of meer gegevensdragers bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt (te weten [naam minderjarige] , geboren
op [geboortedatum minderjarige] 2001), is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden (door het verzenden van e-mail/whats app
en/of het plaatsen op de internetsite [naam website] ) en/of
openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s) oraal en/of vaginaal penetreren van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s) oraal en/of vaginaal penetreren van het
lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger(s) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de
billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt en/of
het met de/een vinger(s) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een
(erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd
past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke)
pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de
foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of
billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op/bij het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/tegen het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(bestanden [bestandnummer 1] en/of [bestandnummer 2] en/of
[bestandnummer 3] en/of [bestandnummer 4] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;