1.
hij op of omstreeks 22 augustus 2017 te Rotterdam als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig
heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden door met dat motorrijtuig zeer, althans aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam en/of met aanmerkelijke
verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het
openbaar verkeer openstaande weg, de Beukelsweg,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
terwijl
-hij, verdachte, met het door hem bestuurde voertuig is gaan rijden na
zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte van zijn
bloed 1,90 milligram, in elk geval meer dan 0,2 milligram, per milliliter
bloed bedroeg en/of hij, verdachte, verkeerde in een toestand als bedoeld in
artikel 8, eerste of derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, en/of
-hij, verdachte, is gaan rijden na gebruik van drugs, te weten cannabis/THC,
en/of verkeerde in een toestand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de
Wegenverkeerswet 1994, en/of
-hij, verdachte, (mede) door het gebruik van alcoholhoudende drank en/of drugs
verkeerde in een toestand dat gevaar bestond voor het niet voortdurend onder
controle hebben van een door hem bestuurd voertuig en/of dat gevaar bestond
dat hij als bestuurder niet voortdurend in staat was handelingen te verrichten
die van hem werden vereist,
met een snelheid van 100 km/uur, althans met een veel hogere snelheid dan de
ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 km/uur, heeft gereden en/of
met een gelet op de wegsituatie, te weten een bocht, veel te hoge snelheid
heeft gereden en/of
zijn snelheid bij het in- en/of doorrijden van die bocht niet heeft aangepast
en/of
(aldus rijdende) het verloop van de weg niet heeft gevolgd of heeft kunnen
volgen en/of de controle over het door hem, verdachte, bestuurde voertuig is
verloren en/of
over het gras van een verhoogde middenberm is gereden of gegleden en/of
(vervolgens) op de rijbaan bestemd voor het hem, verdachte, tegemoetkomende
verkeer tegen een personenauto is gebotst of aangereden,
waardoor de bestuurder van die laatstgenoemde personenauto, genaamd [naam slachtoffer]
, zwaar lichamelijk letsel (te weten een gebroken borstbeen) of
zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of
verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;