2.1.[eiseressen] vordert na eiswijziging en eisvermeerdering dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
ter zake van gedaagde KRO-NCRV
1. KRO-NCRV onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis verbiedt de aflevering van Pointer, voor zover deze betrekking heeft op [eiseressen] , op welke wijze dan ook te openbaren, meer in het bijzonder openbaarmaking verbiedt van de volgende aantijgingen, verdachtmakingen en onnodig grievende opmerkingen:
a. dat [eiseressen] veel meer zorg declareert dan er wordt geleverd, en
b. dat [eiseressen] lager gekwalificeerd personeel inzet (om de kosten laag te houden), terwijl er voor hoger gekwalificeerd personeel gedeclareerd is, dan wel
c. dat [eiseressen] zorg declareert die door een mantelzorger was geleverd die daarvoor niet zou worden betaald;
d. die [eiseressen] in verband brengen met of beschuldigen van zorgfraude.
2. KRO-NCRV onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis gebiedt de volgende documenten te verstrekken aan [eiseres sub 2] :
a. handgeschreven rapportage van door [eiseres sub 2] aan haar (de vzr begrijpt: [gedaagde sub 3] ) gedeclareerde zorgdiensten zoals aan KRO-NCRV verstrekt door [gedaagde sub 3] ;
b. documenten die dienen als steun in de feiten voor beschuldiging dat [eiseres sub 2] zorgdiensten en/of hulpdiensten niet heeft geleverd die wel zijn gefactureerd en waarop [eiseres sub 2] deze verdachtmaking heeft gebaseerd;
c. documenten die dienen als steun in de feiten voor de beschuldiging dat [eiseres sub 2] minder gekwalificeerd personeel zou inzetten voor zorg die door meer gekwalificeerd personeel moet worden gegeven met als doel meer geld te verdienen en waarop KRO-NCRV deze verdachtmaking heeft gebaseerd;
d. de documenten die KRO-NCRV aan DSW Verzekeringen heeft getoond voorafgaande of tijdens het interview met bestuursvoorzitter [persoon 1] van DSW Zorgverzekeringen;
3. bepaalt dat KRO-NCRV een dwangsom van € 50.000,-- verbeurt voor iedere keer dat zij één van de hiervoor onder 1 en 2 genoemde verboden overtreedt, met een maximum van € 500.000,--;
4. KRO-NCRV, waaronder journalisten die verbonden zijn aan KRO-NCRV, onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis, gebiedt hun tweets en andere uitlatingen waarin [eiseressen] met naam en toenaam zijn genoemd te verwijderen en verwijderd te houden;
5. bepaalt dat KRO-NCRV een dwangsom van € 5.000,-- verbeurt voor iedere keer dat zij één van de hiervoor onder 4 genoemde verboden overtreedt, met een maximum van € 100.000,--,
KRO-NCRV onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis verbiedt via welk medium dan ook de voornaam en achternaam van [eiseres sub 1] te vermelden en haar portret af te beelden, alsmede de naam c.q. enige afbeelding van [eiseres sub 2] te vermelden;
bepa dat KRO-NCRV een dwangsom van € 50.000,-- verbeurt voor iedere keer dat zij één van de hiervoor onder 1 genoemde verboden overtreedt, met een maximum van € 500.000,--,
primair en subsidiair:
KRO-NCRV veroordeelt in de proceskosten, inclusief de nakosten,
ter zake van gedaagde FTM
1. FTM onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis verbiedt het voorgenomen artikel, voor zover dit betrekking heeft op [eiseressen] , op welke wijze dan ook te openbaren, meer in het bijzonder openbaarmaking verbiedt van de volgende aantijgingen:
a. dat [eiseressen] veel meer zorg declareert dan er wordt geleverd, en
b. dat [eiseressen] lager gekwalificeerd personeel inzet (om de kosten laag te houden), terwijl er voor hoger gekwalificeerd personeel gedeclareerd is, dan wel
c. dat [eiseressen] zorg declareert die door een mantelzorger was geleverd die daarvoor niet zou worden betaald;
d. die [eiseressen] in verband brengen met of beschuldigen van zorgfraude.
2. bepaalt dat FTM een dwangsom van € 50.000,-- verbeurt voor iedere keer dat zij één van de hiervoor onder 1 genoemde verboden overtreedt, met een maximum van € 500.000,--;
3. FTM, waaronder journalisten die verbonden zijn aan FTM, onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis, gebiedt hun tweets en andere uitlatingen waarin [eiseressen] met naam en toenaam zijn genoemd te verwijderen en verwijderd te houden;
4. bepaalt dat FTM een dwangsom van € 5.000,-- verbeurt voor iedere keer dat zij één van de hiervoor onder 3 genoemde verboden overtreedt, met een maximum van € 100.000,--,
FTM onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis verbiedt via welk medium dan ook de voornaam en achternaam van [eiseres sub 1] te vermelden en haar portret af te beelden, alsmede de naam c.q. enige afbeelding van [eiseres sub 2] te vermelden;
bepaalt dat FTM een dwangsom van € 50.000,-- verbeurt voor iedere keer dat zij één van de hiervoor onder 1 genoemde verboden overtreedt, met een maximum van € 500.000,--,
primair en subsidiair:
FTM veroordeelt in de proceskosten, inclusief de nakosten,
ter zake van gedaagde [gedaagde sub 3]
[gedaagde sub 3] onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel na betekening van het in dezen te wijzen vonnis verbiedt direct of indirect, op welke wijze dan ook, feitelijke beschuldigingen jegens [eiseressen] te uiten en of berichten te verspreiden die verband houden met de huishoudelijke ondersteuning en zorg die [gedaagde sub 3] en/of haar echtgenoot heeft/hebben ontvangen van 12 februari 2016 tot en met 28 augustus 2016, althans de periode waarin [gedaagde sub 3] en haar echtgenoot door [eiseressen] van zorg en huishoudelijke ondersteuning werden voorzien;
[gedaagde sub 3] onmiddellijk na de mondelinge uitspraak dan wel na betekening van het in dezen te wijzen vonnis verbiedt de volgende documenten te verstrekken aan derden, dan wel op andere wijze te openbaren:
a. handgeschreven rapportage van zorgdiensten aan haar geleverd door haarzelf opgesteld;
3. bepaalt dat [gedaagde sub 3] een dwangsom van € 1.000,-- verbeurt voor iedere keer dat zij één van de hiervoor onder 1 en 2 genoemde verboden overtreedt, met een maximum van € 25.000,--;
4. [gedaagde sub 3] veroordeelt in de proceskosten, inclusief de nakosten.