5.4.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3 tot en met 5 tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 12 maart 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd en/of aanwezig gehad (telkens) één of meer (grote) hoeveelheden harddrugs, te weten in totaal
38.709 pillen XTC, en/of
63.742 trips/hoeveelheden LSD, en/of
95.855,35 gram molly/MDMA, en/of
3.912 capsules MDMA, en/of
5.019,2 gram cocaïne, en/of
129 gram meth/amfetamine,
en/of
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, (telkens) één of meet (grote)
hoeveelheden harddrugs, te weten in totaal
38.126 pillen XTC, en/of
61.029 trips/hoeveelheden LSD, en/of
95.318,35 gram molly/MDMA, en/of
3.805 capsules MDMA, en/of
4.720,55 gram cocaïne, en/of
127 gram meth/amfetamine,
zijnde middelen als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1.
3.
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 12 maart 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, , opzettelijk heeft bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd en/of aanwezig heeft gehad,
één of meer hoeveelheden, in totaal 1.436,5 gram hasj en/of hennep,
en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht één of meer hoeveelheden, in totaal 1.430,5 gram hasj en/of hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II.
4.
hij op 13 maart 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 10.212,54 gram MDMA/XTC en
- 5,63 gram cocaïne, en
- 13.521 zegels LSD,
zijnde MDMA/XTC en cocaïne en LSD, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
en/
hij op of omstreeks 13 maart 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk in voorraad heeft gehad ongeveer 172,17 gram Ketamine, althans een hoeveelheid Ketamine, zijnde een geneesmiddel, waarvoor geen handelsvergunning geldt
en
hij op 13 maart 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 222,80 gram Cannabis en
16,50 gram Paddo’s
, zijnde hasjiesj en hennep
en paddo’s(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
5.
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 13 maart 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) van voorwerpen, te weten (contant(e) geldbedragen, en/of bitcoins, ter waarde van in totaal EUR
853.522,-de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of verhuld,
en/of
deze geldbedragen en/of bitcoins verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van deze geldbedragen en/of bitcoinsgebruik gemaakt,
terwijl verdachte en/of zijn mededaders wisten dat voornoemde geldbedragen en/of bitcoins - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
door
- bitcoins voorhanden te hebben die afkomstig waren van enig misdrijf en/of (vervolgens)
- zichzelf en/of één of zijn mededader(s) toegang tot die bitcoins te verschaffen via
betaalkaarten, terwijl (een deel van) die betaalkaarten op naam van (een) ander(en)
was/waren gesteld en/of (vervolgens)
- die betaalkaarten voorhanden te hebben en/of (vervolgens)
- met die betaalkaarten contante geldbedragen op te nemen en/of (vervolgens)
- die contante geldbedragen voorhanden te hebben en/of over te dragen;
en hij verdachte en zijn mededadersvan het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het onder 7 bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 7 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
7.
hij op 19 december 2017 te Amsterdam , wapens van categorie III, te weten:
- een pistool, merk Glock, model 26, kaliber 9mm x 19 (9mm Luger), en
- een revolver, merk Smith & Wesson, model 625-2, kaliber .45 ACP,
en
munitie van categorie III, te weten:
- ongeveer 4 kogelpatronen MMS 9mm Luger, en
- ongeveer 9 kogelpatronen R-P “Remmington-Peters”, en
- ongeveer 3 kogelpatronen Winchester .45 ACP, en
- ongeveer 47 kogelpatronen .45 ACP (merk PPU) en
- ongeveer 50 kogelpatronen 6,35 mm Browning, merk GECO,
voorhanden heeft gehad
en
hij op omstreeks 13 maart 2018 te Amsterdam munitie van categorie III, te weten:
- 2 kogelpatronen kaliber 9mm Makarov (merk Skarzysko-Kamnienna) en
- 1 kogelpatroon kaliber .38 special, merk GECO,
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.