Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met dien verstande dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onderdeel:
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal melden bij Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, ook indien dit een klinische opname inhoudt.
4.Waardering van het bewijs
Standpunt verdediging
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Algemene overweging
- meldplicht bij reclassering;
- opname in een zorginstelling;
- ambulante behandeling;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
[naam benadeelde 1]en
[naam benadeelde 2]ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partijen vorderen ieder een vergoeding van € 5.000,00 aan immateriële schade.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
2 (twee) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaar;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
[naam benadeelde 1]een bedrag van
€ 400,00 (zegge: vierhonderd euro)aan immateriële schade en aan de benadeelde partij
[naam benadeelde 2]een bedrag van
€ 200,00 (zegge: tweehonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over beide bedragen vanaf 11 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen
€ 400,00(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 400,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
8 (acht) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 2]te betalen
€ 200,00(hoofdsom,
zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 200,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
4 (vier) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;