ECLI:NL:RBROT:2019:5829

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juli 2019
Publicatiedatum
18 juli 2019
Zaaknummer
7268478 / CV EXPL 18-42956
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldig aanbod in de zin van artikel 38 CAO Schoonmaak

In deze zaak, die diende voor de kantonrechter te Rotterdam, hebben eisers, werknemers van een schoonmaakbedrijf, Hago Nederland B.V. aangeklaagd wegens het niet nakomen van verplichtingen uit de cao Schoonmaak. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. P. van Wegen, vorderden schadevergoeding van in totaal € 14.000, omdat zij meenden dat Hago hen geen rechtsgeldig aanbod had gedaan na een contractwisseling. Hago, vertegenwoordigd door mr. A.J. Hendriks, betwistte de vordering en stelde dat zij wel degelijk een rechtsgeldig aanbod had gedaan, dat door de eisers was afgewezen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisers voor 1 september 2018 in dienst waren bij een schoonmaakbedrijf en dat na een aanbestedingsprocedure Hago de schoonmaakwerkzaamheden op het object Deerns heeft overgenomen. De cao die van toepassing was, bepaalde dat bij contractwisseling de werknemers een aanbod moesten krijgen zonder wijziging in werktijden en uren. Hago had echter alleen dagwerkzaamheden aangeboden, terwijl de eisers in de avonduren werkten. De kantonrechter oordeelde dat Hago aan haar verplichtingen had voldaan door een aanbod te doen voor dagwerk, wat zij ook daadwerkelijk kon leveren.

De rechter concludeerde dat de eisers niet konden stellen dat er een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen, omdat zij het aanbod niet hadden geaccepteerd. De vordering van de eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.J.L.M. van der Wildt op 12 juli 2019.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7268478 \ CV EXPL 18-42956
uitspraak: 12 juli 2019
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van

1.[eiser 1]

woonplaats: ' [woonplaats eiser 1]
en
2. [eiser 2],
woonplaats: ' [woonplaats eiser 2] ,
eisers bij exploot van dagvaarding van 5 oktober 2018,
gemachtigde: mr. P. van Wegen te 's-Gravenhage,
tegen
de besloten vennootschap
Hago Nederland B.V.,
vestigingsplaats: Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.J. Hendriks te ‘s-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna verder aangeduid als ‘ [eisers] .’ en ‘Hago’.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.
  • de dagvaarding, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van 29 november 2018 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
  • de ten behoeve van de comparitie van partijen door Hago schriftelijk ingediende producties;
  • het proces-verbaal van de op 11 februari 2019 gehouden comparitie van partijen;
  • de conclusie van repliek, tevens akte houdende wijziging van eis;
  • de conclusie van dupliek;
  • het proces-verbaal van de op 6 mei 2019 gehouden comparitie van partijen.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
[eisers] . hebben voor 1 september 2018 in dienst van schoonmaakbedrijf
[naam bedrijf] werkzaamheden verricht bij het object ‘Deerns’ te Rijswijk. Deze werkzaamheden vonden in de avonduren plaats.
2.2.
Naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure is het object Deerns van [naam bedrijf] overgegaan op Hago. Dit betreft een contractwisseling met ingang van 1 september 2018.
2.3.
Op genoemde contractwisseling is de cao in het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018 van toepassing (hierna: de cao).
2.4.
Artikel 8 van de cao luidt - voor zover van belang -:
Wijzigingen tijdens de arbeidsovereenkomst
1. De werknemer zal binnen redelijke grenzen een verandering van de werktijden en/of werkzaamheden en/of object waar gewerkt wordt en/of de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd accepteren.
2. De werkgever zal hierbij rekening houden met de gerechtvaardigde belangen van de werknemer.
(…)
2.5.
Artikel 38 van de cao luidt - voor zover van belang-:
Werkgelegenheid bij contractwisseling
(…)
Inhoud en aanvaarding van aanbieding
3. Indien aan de voorwaarden van lid 2 is voldaan dient de werkgever bij het aanbieden van de arbeidsovereenkomst rekening te houden met artikel 8 CAO en de volgende bepalingen:
- Het CAO loon geldend voor betrokkene en andere opgebouwde rechten voor zover gebaseerd op de CAO worden gehonoreerd.
- De werknemers ontvangen een aanbod op het te wisselen object zonder enige wijziging in werktijden en uren. Het aantal uren in de individuele arbeidsovereenkomst zal bij contractswisseling bij de nieuwe werkgever een gelijk aantal uren per periode bedragen zoals voor de contractswisseling op het object werd gewerkt. Er kunnen pas na de wisseling wijzigingen worden doorgevoerd
(…)
4. Een werknemer dient binnen 5 werkdagen te beslissen over de door het verwervende bedrijf aangeboden arbeidsovereenkomst. Als de werknemer dit aanbod afwijst zal het verwervende bedrijf de ontvangen informatie van deze werknemer vernietigen en blijft de werknemer in dienst van het verliezende bedrijf. Een aanbod dat niet voldoet aan de in dit artikel gestelde voorwaarden wordt als ongeldig beschouwd.
(…)
2.6.
Blijkens paragraaf 1.1.1. uit de ‘Aanbieding schoonmaakdienstverlening Deerns Rijswijk’ van Hago heeft zij zich in kader van de aanbesteding aangeboden voor dagschoonmaak.
2.7.
Tijdens de bijeenkomst op 12 juli 2018 bij Hago heeft Hago aan [eisers] . te kennen gegeven dat er bij Deerns geen werkzaamheden in de avond meer zullen worden uitgevoerd. Aan hen is de mogelijkheid geboden op het object Deerns te blijven overdag of om op een ander object binnen de regio in de avonduren te gaan werken. [eisers] . hebben dit aanbod nimmer geaccepteerd.

3.De vordering

3.1.
[eisers] . hebben na wijziging van eis gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Hago te veroordelen aan haar te betalen € 14.000, te weten € 7.000, aan schadevergoeding voor B. Balhadj en € 7.000,00 aan schadevergoeding voor [eiser 2] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Hago in de kosten van procedure.
3.2.
Aan haar vordering hebben [eisers] .- zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat Hago haar verplichtingen uit de cao Schoonmaak niet is nagekomen. In het bijzonder is er sprake van overtreding van artikel 38, derde lid van de cao waarin is opgenomen dat na contractwisseling aan de werknemers een aanbod gedaan dient te worden voor het te wisselen object zonder enige wijziging in werktijd en uren. Hago heeft geen werkzaamheden aangeboden op het object Deerns in de avonduren en dus in strijd met de cao verplichtingen gehandeld. Hago doet het volkomen onterecht voorkomen alsof er geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen omdat [eisers] . niet hebben gereageerd op een aanbod dat door Hago is gedaan. Duidelijk is immers dat er sprake is van een niet rechtens aanbod dat [eisers] . niet konden en ook niet hoefden te accepteren. Gelet op de toerekenbare tekortkoming in de nakoming door Hago hebben [eisers] . schade geleden in de vorm gemist inkomen en zij vorderen daarom ieder één jaarsalaris plus vakantietoeslag.

4.Het verweer

4.1.
Hago betwist de vordering en voert daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – aan dat zij aan Baldhadj c.s. een rechtsgeldig aanbod hebben gedaan in de zin van artikel 38 van de cao maar dat Balhadj dit aanbod hebben afgewezen. [eisers] . hebben op geen enkel moment aan Hago kenbaar gemaakt dat zij bij Hago in dienst willen treden. Het is niet vereist dat het aanbod dat wordt gedaan exact hetzelfde is als wat voorheen met de werknemers was afgesproken. In artikel 38 van de cao staat immers ook expliciet dat de werkgever bij het aanbieden van de arbeidsovereenkomst rekening dient te houden met artikel 8 van de cao, waarin is opgenomen dat de werknemer binnen redelijke grenzen een verandering van werktijden of werkzaamheden zal accepteren. Hago was alleen op grond van deze artikelen al gehouden om [eisers] . vooraf te informeren over de aanstaande wijzigingen in de werktijden op het object Deerns. Hago heeft aan [eisers] . tweemaal een rechtsgeldig aanbod gedaan, eenmaal voor dezelfde locatie met gewijzigde werktijden en eenmaal voor dezelfde werktijden op een gewijzigde nabij gelegen locatie binnen een straal van 30 kilometer. Voor het geval dat wordt geoordeeld dat Hago geen rechtsgeldig aanbod heeft gedaan stelt Hago zich op het standpunt dat [eisers] . niet hebben voldaan aan hun stel- en substantiëringsplicht. Daarnaast bestaat er geen grondslag voor de vergoeding nu er tussen partijen geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Meer subsidiair stelt Hago dat er geen sprake is van schade aan de zijde van [eisers] . nu de arbeidsovereenkomst met [naam bedrijf] niet rechtsgeldig is geëindigd. [eisers] . hebben daarbij ook niet voldaan aan hun schadebeperkingsplicht. Meest subsidiair stelt Hago dat de oplegging van een schadevergoeding naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

5.De beoordeling

5.1.
Partijen zijn verdeeld over de vraag of aan [eisers] . een rechtsgeldig aanbod is gedaan als bedoeld in artikel 38 van de cao.
5.2.
In het licht van de onder 2 genoemde vaststaande feiten komt de kantonrechter anders dan [eisers] . tot het oordeel dat aan hen wel degelijk een rechtsgeldig aanbod is gedaan als bedoeld in de cao. Daartoe wordt het volgende overwogen.
5.3.
Hago heeft via een contractwissel de opdracht voor het schoonmaakwerk op het object Deerns gekregen. Uit de offerte van Hago in de aanbesteding valt af te leiden dat Hago dag werkzaamheden aanbied. Desgevraagd hebben [eisers] . aangegeven dat zij geen aanleiding hebben te veronderstellen dat er sinds de overname door Hago nog in de avond wordt schoongemaakt bij Deerns. De kantonrechter neemt derhalve als vaststaand aan dat Hago op het object Deerns alleen dag schoonmaak verricht. Dit leidt tot de conclusie dat Hago aan [eisers] . op het object Deerns ook alleen dag schoonmaak kan aanbieden. Immers kan Hago simpel gezegd niet iets aanbieden wat zij niet kan leveren.
Vaststaat dat Hago dit ook zo aan [eisers] hebben aangeboden. [eisers] . waren van harte welkom bij Hago om bij Deerns te blijven werken overdag danwel om in de avonduren te blijven werken op een ander object in de regio. De kantonrechter is van oordeel dat Hago met dit aanbod heeft voldaan aan hetgeen op dat moment redelijkerwijs van haar kon worden verlangd. Temeer daar in artikel 38 van de cao is opgenomen dat bij het aanbieden van de arbeidsovereenkomst ook rekening gehouden dient te worden met artikel 8 van de cao. Dat met een dergelijke toepassing van artikel 8, artikel 38 een lege huls zou worden, zoals door de [eisers] . betoogd onderschrijft de kantonrechter niet. Juist het doen van aanbod dat niet kan worden nagekomen kan als een lege huls worden gezien. De stelling van [eisers] . dat Hago hen werkzaamheden had moeten aanbieden op het object Deerns in de avonduren, ondanks dat Hago deze werkzaamheden niet daadwerkelijk kan aanbieden, is dan ook onbegrijpelijk.
Voor zover [eisers] . hiermee heeft willen stellen dat op deze wijze in ieder geval een arbeidsovereenkomst tot stand zou zijn gekomen en dat dan achteraf over wijzigingen gesproken kan worden overweegt de kantonrechter dat dit een onredelijke uitleg van artikel 38 van de cao oplevert. Daarnaast staat het de werknemer vrij om het aanbod al dan niet te accepteren. Als het aanbod wordt geweigerd dat blijft op grond van artikel 38, vijfde lid van de cao de arbeidsovereenkomst van de oude werkgever van kracht. Het belang van [eisers] . bij een arbeidsovereenkomst op grond van een oneigenlijk aanbod is dus evenmin duidelijk geworden. Dat [naam bedrijf] een andere lezing van de cao hanteert en kennelijk van oordeel is dat [eisers] . met de contractwisseling automatisch in dienst zijn getreden bij Hago, is vervelend voor [eisers] , maar dit kan niet aan Hago worden tegengeworpen.
5.4.
De conclusie dat Hago heeft voldaan aan haar verplichtingen uit de cao betekent dat de grondslag van de vordering niet is vast komen te staan. De vordering wordt daarom afgewezen.
5.5.
[eisers] . worden als de ongelijk gestelde partij hoofdelijk veroordeeld in de kosten van de procedure, aan de zijde van Hago tot op heden begroot op € 1.440,00 aan gemachtigden salaris (4 punt x tarief € 360,00)

6.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eisers] ., hoofdelijk des dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Hago begroot op € 1.440,00.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
32107