5.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op of omstreeks 7 april 2016 te 's-Gravenhage en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een digitale aangifte voor de Inkomstenbelasting en premies volksverzekering betreffende het jaar 2013 en 2014 ten name van [naam verdachte] (fiscaalnummer [fiscaalnummer] ) , onjuist heeft gedaan , immers hebben hij, verdachte, en zijn, verdachtes, mededader telkens opzettelijk in die naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn ingeleverde/gezonden aangiften/ aangiftebiljetten voor de Inkomstenbelasting en premies volksverzekering
een te laag bedrag aan belastbare winst en een te ho(o)g (bedrag aan bedrijfslasten en/of onkosten (huisvestingskosten en/of verkoopkosten en/of overige bedrijfskosten) en een te laag belastbaar bedrag, opgegeven en/of vermeld, terwijl die feiten er telkens toe hebben gestrekt, dat te weinig belasting werd geheven.
3.
hij in de periode van 6 april 2016 tot en met 12 oktober 2016 te 's-Gravenhageen/of Apeldoorn en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, meermalen
opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een digitale aangiften voor de omzetbelasting ten name van [naam verdachte] (Fiscaalnummer [fiscaalnummer] ) betreffende de aangiftetijdvakken januari 2016 en februari 2016 en maart 2016 en april 2016 en mei 2016 en juni 2016 en juli 2016 en augustus 2016 telkens onjuist heeft gedaan, immers hebben hij, verdachte, en zijn, verdachtes, mededader telkens opzettelijk in dienaar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst 's-Gravenhage
teApeldoorn en/of elders in Nederland
ingeleverde/gezonden aangiften /aangiftebiljetten voor de omzetbelasting
een te hoog bedrag aan voorbelasting en als verschuldigde omzetbelasting "0"(nul), en een te laag bedrag aan verschuldigde omzetbelasting en te hoge bedragen aan terug te vragen omzetbelasting en een te laag belastbaar bedrag, , opgegeven en/of vermeld, terwijl die feiten er telkens toe hebben gestrekt, dat te weinig belasting werd geheven.
4.
hij in de periode van 3 februari 2016 tot en met 10 november 2016
te 's-Gravenhage, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen als degene die (hij, verdachte, [naam verdachte] (fiscaalnummer [fiscaalnummer] )) ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het verstrekken van inlichtingen en/of gegevens en/of aanwijzingen, opzettelijk deze niet en/of onjuist heeft verstrekt
enhet voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken en/of bescheiden en/of (andere) gegevensdragers en/of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in valse en/of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking heeft gesteld
immers heeft hij, verdachte, en zijn, verdachtes, mededader alstoen aldaar telkens opzettelijk -zakelijk weergegeven- (al dan niet) naar aanleiding van verzoeken om informatie van de Belastingdienst Den Haag- zijn, verdachtes, en de hem, verdachte, (digitaal) voorhanden zijnde en/of ter beschikking staande (fysieke) (bedrijfs)administratie van de eenmanszaak [naam bedrijf 1] betreffende de jaren 2011 en 2012 en 2013 en 2014 enf 2015 en 2016 (bestaande uit facturen en/of het grootboek voorbelastingen/of kostennota's en/of kostenbonnen en/of maandoverzicht(en) en/of kasboek(en) en/of bankbescheiden) niet en/of niet volledig aan medewerkers van) de Belastingdienst Den Haag verstrekt en/of overgelegd en geen en/of onjuiste en/of onvolledige informatie en/of inlichtingen verstrekt en de hierna bedoelde valse en/of vervalste bescheiden (digitaal en/of (deels) op een USB-stick) voor raadpleging beschikbaar gesteld aan de Belastingdienst Den Haag
a. 27 valse en/of vervalste facturen [naam bedrijf 1] gericht aan [naam bedrijf 2] ; en
b. 27 valse en/of vervalste facturen [naam bedrijf 3] gericht aan [naam verdachte] (en
c. 2 valse en/of vervalste Contantfacturen [naam bedrijf 4] gericht aan [naam bedrijf 1] en
d. 3 valse en/of vervalste Kopiefacturen en Contantfacturengericht aan [naam bedrijf 1] omschrijving boekhouding ; en
e. 3 valse en/of vervalste factuuren [naam bedrijf 5] aan [naam bedrijf 1] en
f. een valse en/of vervalste factuur [naam bedrijf 6] gericht aan [naam bedrijf 1]
( en
g. een valse en/of vervalste factuur [naam bedrijf 7] gericht aan [naam bedrijf 1]
(en
h. 2 valse en/of vervalste facturen [naam bedrijf 8] gericht aan [naam bedrijf 1] en
i. een valse en/of vervalste factuur [naam bedrijf 9] gericht aan [naam bedrijf 1] en
j. een valse en/of vervalste factuur [naam bedrijf 10] gericht aan [naam bedrijf 1]
en
k. 5 valse en/of vervalste Kopiefacturen gericht aan [naam bedrijf 1] omschrijving Huur [adres] (en
l. een valse Kopiefactuur betreffende facturatie "schadeclaim n.a.v. verloren klanten" ad. euro 55.865,24 gericht aan [naam bedrijf 1]
en vals(e) en/of vervalst(e) kasboeken en/of kasboekoverzichten waarin de hiervoor onder b. en c. en d. en e. en f. en g. en h. en i. en j. en k. en/ l. genoemde uitgaven en/of factuuren waren opgenomen en/of verwerkt
,bestaande die valsheid in die bescheiden hierin dat -zakelijk weergegeven-
op die onder a. genoemde factuurenin strijd met de waarheid telkens was vermeld en/of opgenomen "BTW Verlegd" terwijl in werkelijkheid telkens voor de werkzaamheden/diensten waarop die factuuren betrekking hadden 21% BTW in rekening was gebracht en
die /in de factuuren onder b. en c. en d. en e. en f. en g. en h. en i. en j. en k. en l. bedoelde en gefactureerde onkosten en/of bedrijfslasten niet aan hem, verdachte, en/of de eenmanszaak [naam bedrijf 1] in rekening en/of ten laste waren gebracht en/of diensten en/of werkzaamheden en/of leveringen niet ten behoeve van hem, verdachte, en/of de eenmanszaak [naam bedrijf 1] waren verricht, terwijl die feiten er telkens toe strekten dat te weinig belasting werd geheven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.