ECLI:NL:RBROT:2019:6085
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot afgifte van inboedel in kort geding; verzet tegen verstekvonnis
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M. El Idrissi, een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap Soul-Inn B&B B.V., vertegenwoordigd door mr. J.S. Pols, met als doel de afgifte van zijn inboedel te vorderen. De procedure volgde op een eerder verstekvonnis van 14 december 2018, waarbij Soul-Inn was veroordeeld tot afgifte van een gedeelte van de inboedel van eiser. Eiser had zijn inboedel verloren na een ontruiming door Soul-Inn, die de kamer van eiser op 5 september 2018 had ontruimd en de inboedel had laten opslaan. Eiser vorderde in het kort geding dat Soul-Inn hem toegang zou verlenen tot zijn kamer en de inboedel terug zou geven, maar Soul-Inn stelde dat de inboedel inmiddels was vernietigd.
De kantonrechter heeft op 24 mei 2019 geoordeeld dat de vordering van eiser niet toewijsbaar was, omdat de inboedel niet meer in het bezit van Soul-Inn was. De rechter oordeelde dat eiser een spoedeisend belang had bij zijn vordering, maar dat de omstandigheden niet voldoende waren om de vordering in kort geding toe te wijzen. De rechter vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de vordering van eiser af, waarbij eiser werd veroordeeld in de proceskosten van Soul-Inn. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om zorgvuldig om te gaan met communicatie en de gevolgen van het niet tijdig reageren op juridische documenten.