Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,
[naam vader] , hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .
Het procesverloop
15 juli 2019, ingekomen bij de griffie op 15 juli 2019;
21 september 2019.
september 2019 weer naar zijn school zal gaan. Er is in de afgelopen jaren al veel hulpverlening ingezet. De ouders betwijfelen of de vorm van hulpverlening die nu wordt verzocht door de Raad, wel de juiste hulpverlening is voor [voornaam minderjarige] . Indien de ouders ervan overtuigd waren dat een plaatsing van [voornaam minderjarige] bij Groot Emaus hem zou helpen, dan zouden zij hiermee akkoord gaan. Tot nu toe zijn zij hiervan echter niet overtuigd. De ouders zijn voornemens om met het gezin voor een periode van vijf weken op vakantie naar Marokko te gaan, zodat zij tot rust kunnen komen. Er is geen sprake van dat [voornaam minderjarige] bij de grootouders in Marokko zal achterblijven, zoals wordt gevreesd door de Raad.
De beslissing
mrs. F. Aukema-Hartog en K.J. van den Herik, kinderrechters, in tegenwoordigheid van
mr. R. Spaans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2019.
Den Haag.