ECLI:NL:RBROT:2019:6589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2019
Publicatiedatum
19 augustus 2019
Zaaknummer
10-045828-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal uit woning en auto onder invloed van drugs en alcohol

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 augustus 2019 uitspraak gedaan in een verstekzaak tegen de verdachte, die is veroordeeld voor diefstal uit de woning van een vriend en het stelen van diens auto. De verdachte heeft, onder invloed van ketamine en alcohol, ingebroken in de woning van zijn vriend en de reservesleutel van de auto meegenomen. Na de diefstal heeft hij de auto gestolen en zichzelf later bij de politie gemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de diefstallen alleen heeft gepleegd, ondanks dat de tenlastelegging in vereniging was geformuleerd. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van de beschuldiging van medeplegen, omdat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van een tweede persoon. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade al door de verzekering was vergoed. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-045828-19
Datum uitspraak: 1 augustus 2019
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte]
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 augustus 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de onder 1 en 2 ten laste gelegde diefstallen alleen heeft gepleegd. Ten laste is gelegd dat de verdachte beide feiten in vereniging heeft gepleegd.
De rechtbank overweegt dat slechts dan van medeplegen kan worden gesproken indien sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen en de bijdragen van een ieder aan het delict van voldoende gewicht zijn. De rechtbank stelt vast dat getuige [naam getuige] een tweede persoon op het erf van aangever [naam aangever] heeft zien staan. Dat deze persoon een bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd aan de diefstallen blijkt echter niet uit het dossier. De verdachte heeft desgevraagd de betrokkenheid van deze persoon ten stelligste ontkend. Om die reden kan niet worden bewezen dat de verdachte de feiten in vereniging heeft gepleegd. De verdachte zal daar partieel van worden vrijgesproken.
Omdat de verdachte heeft bekend dat hij de diefstallen heeft gepleegd zullen de feiten zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 4 november 2018 te Sliedrecht, om ongeveer 03:30 uur, een autosleutel,
dietoebehoorde aan [naam slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, in een woning gelegen aan de [adres delict] terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door
middel van braak;
2.
hij op 4 november 2018 te Sliedrecht, een personenauto (BMW 1, kenteken [kentekennummer] ),
dietoebehoorde aan [naam slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen personenauto merk/type BWM 1 onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
eenvalse sleutel.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
diefstal, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2.
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft ingebroken in de woning van een vriend door in de nachtelijke uren op het dak van de aanbouw te klimmen en vanaf dat dak de badkamerruit in te slaan. Vervolgens heeft hij de woning doorzocht en de reservesleutel van de personenauto meegenomen. Gebruikmakend van die reservesleutel heeft hij vervolgens de auto gestolen. De verdachte heeft verklaard dat hij onder invloed was van ketamine en alcohol toen hij de diefstallen pleegde. Toen hij enige tijd later in de auto van zijn vriend wakker werd, heeft hij de auto zodanig geparkeerd dat deze snel ontdekt zou worden en hij heeft zichzelf twee dagen later gemeld bij de politie.
Diefstallen, en zeker ook diefstallen uit woningen, zijn buitengewoon ergerlijke feiten, die niet alleen overlast en financiële schade met zich brengen, maar ook gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en in de maatschappij in het algemeen veroorzaken.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 9 juli 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder, maar niet in de afgelopen vijf jaar, is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De ernst van de feiten rechtvaardigen het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. In het voordeel van de verdachte is meegewogen dat hij zich uit eigen beweging bij de politie heeft gemeld.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] , ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij heeft in het voegingsformulier vermeld dat de materiële schade ten bedrage van € 345,94 geheel door de verzekering is vergoed.
8.1.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat zijn kosten al door de verzekering zijn vergoed.
8.2.
Conclusie
De gevorderde schadevergoeding wordt daarom niet toegekend.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.A. Kalk, voorzitter,
en mrs. C.E. Bos en F. van Buchem, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 4 november 2018 te Sliedrecht, om ongeveer 03:30 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een autosleutel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, in/uit een woning gelegen aan de [adres delict] terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen autosleutel onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 4 november 2018 te Sliedrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (BMW 1, kenteken [kentekennummer] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen een personenauto merk/type BWM 1 onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutel, door met een ontvreemde sleutel, althans een sleutel tot het gebruik
waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren.