[verzoekster] heeft [naam bedrijf 1] per 1 november 2017 overgenomen. Bij de overname is de debiteurenlijst van [naam bedrijf 1] overgelegd. Hieruit blijkt dat [naam bedrijf 3] een klant van [naam bedrijf 1] was.
[verweerster] is na haar ziekmelding binnen een kwartier verwijderd uit de twee (bedrijfs) groepsapps waarvan [vertegenwoordiger 1] de beheerder is. [verweerster] is direct na haar ziekmelding ook afgesloten van het mailverkeer. Het lijkt erop dat [verzoekster] [verweerster] weg wilde hebben nadat [verweerster] op 22 februari 2019 had laten weten niet bij te zullen storten op de aandelen in [verzoekster] en nadat [partner] per 27 februari 2019 ontslag had genomen. Daar kwam de ziekte van [verweerster] bij die nog wel even zou kunnen duren.
[verweerster] heeft jarenlange ervaring als planner en weet hoe alles werkt. Het verbaast haar dat [verzoekster] het doet voorkomen alsof zij heimelijk handelingen heeft verricht. Dat is ook niet zo, zij had voor haar handelingen toestemming van [vertegenwoordiger 1] .
Toen [naam bedrijf 1] nog bestond heeft [naam bedrijf 1] zwarte ritten voor [naam bedrijf 3] gereden. [verweerster] en [partner] zijn hiermee gestopt na de overname. Enige tijd na de overname heeft de heer [naam 7] van [naam bedrijf 3] [partner] gevraagd of hij weer ritten voor [naam bedrijf 3] wilde gaan doen. [partner] heeft dit met [vertegenwoordiger 1] besproken waarna [vertegenwoordiger 1] goed heeft gevonden dat de ritten voor [naam bedrijf 3] zwart zouden worden uitgevoerd. [vertegenwoordiger 1] heeft [partner] verzocht om de ritten op papier bij te houden en het (zwarte) geld bij [partner] thuis te bewaren. Dat heeft [partner] gedaan. Het zwarte geld zou volgens [vertegenwoordiger 1] kunnen worden gebruikt voor een personeelsuitje.
De ritten voor [naam bedrijf 3] heeft [verweerster] in eerste instantie in het systeem gezet zodat ze meegenomen konden worden in de dagplanning. Daarna heeft zij de ritten, op verzoek van [vertegenwoordiger 1] , weer uit het systeem gehaald. Dit moest ook zo gebeuren omdat anders aan [naam bedrijf 3] een factuur zou moeten worden verstuurd wat niet de bedoeling was. De dagplanning voor chauffeurs, ook de zwarte ritten, werd gedeeld in de groepsapp met de chauffeurs waarvan [vertegenwoordiger 1] de beheerder is. Hij kon deze dus zien.
Tijdens een telefoongesprek tussen [partner] en [vertegenwoordiger 1] op 23 november 2018, dat [partner] heeft opgenomen, is te horen dat [vertegenwoordiger 1] wetenschap heeft van de ritten voor [naam bedrijf 3] . Daar is dus bewijs van. Ook heeft [partner] van zijn ritten voor [naam bedrijf 3] dagstaten bijgehouden.
[verweerster] heeft de ziekte van Kahler en door de spanningen spelen de klachten op. Zij heeft ook psychische klachten. [verzoekster] heeft de re-integratie van [verweerster] niet goed opgepakt.