Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding van 19 juli 2018 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte overlegging producties d.d. 12 november 2018 van [handelsnaam] ;
- het proces-verbaal van de op 27 november 2018 gehouden comparitie van partijen alsmede de door partijen op die comparitie overgelegde spreekaantekeningen;
- de akte uitlaten d.d. 9 januari 2019 met producties van [handelsnaam] ;
- de antwoordakte d.d. 13 februari 2019 van Compartijn;
- het proces-verbaal van de op 20 mei 2019 gehouden comparitie van partijen alsmede de op die comparitie van de zijde van [handelsnaam] overgelegde spreekaantekeningen.
2.De vaststaande feiten
Welzijnswerk voor ouderen. Tijd verkopen aan ouderen om leuke dingen te ondernemen.(…)”. Daarnaast wordt door [handelsnaam] zorg verleend aan ouderen. In dat kader heeft [handelsnaam] mensen aangeworven die bij ouderen ingezet worden. De werkzaamheden worden verricht door [naam eiseres] zelf, alsmede haar personeel en ZZP’ers.
Hierbij bevestig ik het navolgende. Tussen CompartijnExploitatie B.V.
- de vroege dienst (07.00-15.00 uur);
- de late dienst (15.00-23.00 uur) en
- de nachtdienst (23.00-07.00 uur)
Artikel 9
Nu blijkt dat je een dubbele agenda hebt gehad. Het personeel voor de vestiging in Breda was al aangenomen en werd op Huize De Graef ingewerkt. Verder heb je de mensen die voor mij werkzaam waren, te weten [naam 4] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 5] een aanbod gedaan om rechtstreeks bij jou in dienst te treden. Al deze bij mij werkzame personen hebben vervolgens rechtstreeks voor jou werkzaamheden verricht, ook al is [naam 5] vervolgens weer meteen te kennen gegeven dat hij niet meer terug hoefde te komen in verband met een incident dat achteraf weinig noemenswaardig blijkt te zijn. Hoe dat laatste ook zij, met deze handelswijze hebben jullie mij (opzettelijk) uitgeschakeld en dus overbodig gemaakt. Dat vind ik niet netjes en is bovendien in strijd met de door mij gehanteerde algemene voorwaarden.”
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
- € 1.707,- aan salaris voor de gemachtigde;
- genoemd bedrag te vermeerderen met de verschuldigde rente vanaf veertien dagen na de uitspraak van het vonnis tot aan de dag der voldoening;