Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[naam curator] in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid E-D-H-L B.V. voorheen genaamd WANDFLEX B.V.,
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 3],
1.Het verloop van het geding
- de dagvaarding van 22 april 2015 en de daarbij behorende producties;
- de conclusie van antwoord van 26 augustus 2015, met producties;
- het tussenvonnis van 23 september 2015 (onder rolnummer HA ZA 15-558);
- de akte wijziging van eis tevens zijnde akte inbreng producties, van de zijde van eisers, van 26 november 2015;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 26 november 2015;
- de brief van 8 december 2015, met bijlage, van mr. Bunge;
- de brief van 8 december 2015 van mr. Kruit;
- de conclusie van repliek, tevens akte wijziging van eis, van 10 oktober 2018, met producties;
- de conclusie van dupliek van 21 november 2018, met producties;
- de brief van mr. Arts van 27 mei 2019, met producties;
- de brief van mr. Kruit van 27 mei 2019, met producties;
- het proces-verbaal van de pleidooizitting van 11 juni 2019 en de bij die gelegenheid overgelegde pleitnotities;
- de brief van mr. Arts van 1 juli 2019;
- de brief van mr. Kruit van 11 juli 2019.
2.De vaststaande feiten
Bijlage 1(Definities) gebruikt.
3.De vordering
- verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- primair: de koopovereenkomst te vernietigen op grond van bedrog, misbruik van omstandigheden en dwaling, en gedaagden hoofdelijk te veroordelen de koopprijs van € 2.089.114,00, dan wel een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente;
- subsidiair:
- meer subsidiair: gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 2.089.144,00, dan wel € 289.759,00, dan wel een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, op grond van onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen van gedaagden jegens 2NG;
- in alle gevallen:
4.Het verweer
5.De beoordeling
Eiswijziging
alleenaansprakelijk is, als er een kennisgeving is gedaan overeenkomstig artikel 12. In artikel 12.1 is opgenomen dat de koper binnen één maand nadat zij kennis nam of had kunnen nemen van een inbreuk, daarvan kennis moet geven aan de verkoper. Dat deze bepalingen in samenhang moeten worden beschouwd, blijkt zonder meer uit de expliciete verwijzing in artikel 11.3. In samenhang beschouwd kunnen zij redelijkerwijs niet anders worden uitgelegd dan dat een vervaltermijn van één maand overeen is gekomen. Dat had ook 2NG als professionele partij duidelijk moeten zijn.