Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van de rechtbank van 10 juli 2019 houdende een oproeping voor de door de rechtbank bepaalde comparitie;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 augustus 2019 met de door [naam eiseres] overgelegd spreekaantekeningen, alsmede de door beide partijen bij die gelegenheid in het geding gebrachte producties;
- de brief van 4 september 2019 zijdens Van Wijnen houdende reacties op het proces-verbaal.
2.De feiten
[naam eiseres] richt zich op projectontwikkeling.
De directeur enig aandeelhouder van [naam eiseres] is [naam 1] (hierna: [naam 1] ).
In de Adviesovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
- dat [naam eiseres] op geheel eigen en zelfstandige wijze werkzaamheden zal kunnen verrichten en zich hierbij als adviseur van Van Wijnen mag presenteren naar derden gedurende de looptijd van deze overeenkomst.
- het doel gelegen is het op succesvolle wijze aanbrengen van bouw- en/of ontwikkelingsprojecten die o.a. passen binnen het profiel van Van Wijnen.
- partijen zich ervan bewust zijn dat ook [naam eiseres] op landelijk niveau ook voor eigen rekening en risico ontwikkelingsprojecten tracht te initiëren.
1.3 door middel van het relatienetwerk van de [naam eiseres] ontstaan mogelijkheden voor Van Wijnen tot het deelnemen aan (pre) selecties die kunnen leiden tot inschrijving en concrete bouwopdracht;
1.4 uiteraard heeft Van Wijnen de voorkeur 1 op 1 bouwopdrachten en ontwikkelingsprojecten te verwerven en zal [naam eiseres] zich niet bezig houden met de inschrijvingsmarkt, uitgezonderd de onder punt 1.3 omschreven mogelijkheden.
1.5 In principe zal er één keer per vier weken persoonlijk overleg plaatsvinden tussen Van Wijnen (in beginsel primair in de persoon van de commercieel directeur, thans [naam 2] ) …
1.6 Eerste aanspreekpunt in de communicatie en afweging van door [naam eiseres] aangedragen en mogelijk voor Van Wijnen interessante/kansrijke bouwprojecten is [naam 2] . Hij zal bij [naam eiseres] kenbaar maken of het aangedragen project mogelijk interessant is of dat Van Wijnen al dan niet geïnteresseerd is, dan wel dat Van Wijnen reeds (op dat moment) aantoonbaar al met betreffende project bekend èn doende is. Indien dit laatste het geval is zal … [naam eiseres] hierover direct worden geïnformeerd. De door [naam eiseres] aangedragen bouwkansen zullen, indien Van Wijnen geïnteresseerd is, direct aan de commercieel directeur via e-mail aan Van Wijnen bevestigd worden om zodoende deze lead voor beide partijen te borgen;
1.7 Indien [naam eiseres] voornemens is een planontwikkeling/projectontwikkelingsproject voor te dragen aan Van Wijnen, zal de eerder genoemde directeur projectontwikkeling ook aanschuiven bij het overleg met de commercieel directeur van Van Wijnen en [naam eiseres]. Voor de door [naam eiseres] aan te dragen mogelijk kansrijke planontwikkelingen/projectontwikkelingsprojecten is de directeur projectontwikkeling, thans [naam 3] , het eerste aanspreekpunt in de communicatie. Hij zal bij [naam eiseres] kenbaar maken of het aangedragen project mogelijk interessant is of dat Van Wijnen al dan niet geïnteresseerd is, dan wel dat Van Wijnen reeds (op dat moment) aantoonbaar al met betreffende project bekend en doende is. Indien dit laatste het geval is zal [naam eiseres] hierover direct worden geïnformeerd. Ook in dit geval zal, indien Van Wijnen geïnteresseerd is in de acquisitie van het project, [naam eiseres] direct aan de directeur projectontwikkeling de door [naam eiseres] aangedragen lead per e-mail bevestigen.
…
2.7 Ook na het verstrijken van de in artikel 2.1 genoemde contracttermijn behoudt [naam eiseres] (vanzelfsprekend) het recht op de nog te ontvangen prestatiegerichte vergoedingen voor aangedragen projecten die in de toekomst nog tot ontwikkeling/bouwproductie zullen leiden door Van Wijnen.
2.8 Mede gelet op het in sommige gevallen onzekere moment van het feitelijk starten van een bouw- en/of ontwikkelproject …
…
…
3.3 Indien een lead van [naam eiseres] leidt tot bouwproductie dan ontvangt [naam eiseres] hiervoor een additionele vergoeding. Deze prestatiegerichte vergoeding is als volgt opgebouwd: …
3.4 Ontwikkelingsprojecten
Onder ontwikkelingsprojecten worden werken verstaan waarbij Van Wijnen de ontwikkeling (voor eigen rekening en risico met een sterke voorkeur voor A-B-C grondlevering) en realisatie op zich kan nemen.
Voor door [naam eiseres] aangedragen en door Van Wijnen binnengehaalde projectontwikkelingsopdrachten is de staffel in geval van 1 op 1 acquisitie als volgt:
Tot en met een ontwikkelopdracht met een opbrengstwaarde van € 5.000.000,- geldt een vergoeding van 1,0% over die opbrengstwaarde exclusief btw met een maximum van € 50.000,- excl. btw.
Tussen € 5.000.000,- en € 10.000.000,- opbrengstwaarde bedraagt de vergoeding 0,5% van die opbrengstwaarde exclusief btw tot een bedrag van € 25.000,- met daarbij de vergoeding van de staffel ervoor te weten € 50.000,- is het totaal een maximum van € 75.000,-.
Doel: het verkrijgen van grip door Van Wijnen op de (her)ontwikkelingspositie(s). Hiertoe zal [naam eiseres] haar diensten inzetten om Van Wijnen “in stelling te brengen”. Denk aan het leggen en begeleiden van de eerste contacten tussen Van Wijnen en de derde partij (opdrachtgever bouw, partner/verkoper projectontwikkelingsproject), en een beperkte (echter in redelijkheid ten opzichte van de omvang van de lead) doch actieve rol in de assistentie van de door Van Wijnen aangesloten projectontwikkelaar bij het sluiten van een intentieovereenkomst en/of het doen voorbereiden van een bieding door/voor Van Wijnen. Het moge duidelijk zijn dat deze inspanning ook zeer in het belang van [naam eiseres] is een succesvolle deal te sluiten. Indien het voor Van Wijnen gewenst is dat [naam eiseres] een uitgebreidere rol op zich neemt voor nader te formuleren werkzaamheden, dan is [naam eiseres] daar in beginsel toe bereid. Hiervoor zal een separate overeenkomst gesloten worden tussen partijen (uurtarief [naam eiseres] bedraagt thans € 95,- per uur excl.btw.
Opbrengstwaarden zijn de koopsommen (VON exclusief BTW) van het verkochte vastgoed. Deze dienen op eerste verzoek van [naam eiseres] controleerbaar te zijn door [naam eiseres] in de projectadministratie van Van Wijnen (denk onder meer aan aantallen woningen/objecten, (al dan niet gesplitste koopaannemingsovereenkomsten, aannemingovereenkomsten bouw, etc.). Deze controleerbaarheid en transparantie geldt ook zo voor de succesvol aangebrachte bouw-/aanneemovereenkomsten.
Indien een door [naam eiseres] aangedragen ontwikkelingsproject niet 1 op 1 kan worden verworven en waarbij aantoonbaar in concurrentie met andere marktpartijen (door middel van een (pre) selectie en gevolgd door verkoopprocedure) wordt gestuurd op een hoge(re) verkoopprijs waarbij Van Wijnen substantieel èn aantoonbaar scherper inschrijft (lagere staartkosten) dan voor Van Wijnen normaal te doen gebruikelijke (zodat Van Wijnen zich hierdoor profileert/selecteert bij verkoper voor de mogelijke verwerving van het project), zal een flat fee gelden van 0,35% excl.btw over de totale opbrengstwaarde indien er sprake is van een succesvolle acquisitie door/voor Van Wijnen. Uiteraard staat het Van Wijnen vrij niet aan dergelijke acquisities deel te nemen.
Overigens geldt er (afgezien van genoemde fees) een gelijke beoordelingsmethodiek in het geval er sprake is van een (pre)selectiekans tot 1 op 1 bouw/aanneming (zie punt 3.3 eerste bullet).
In het geval Van Wijnen besluit een succesvol aangebracht ontwikkelingsproject door te verkopen aan een derde partij danwel besluit uit te ontwikkelen en gezamenlijk gaat bouwen met een (bouw)partner doet dat niets af aan de verplichtingen van Van Wijnen jegens [naam eiseres].
3.7 Facturering door [naam eiseres] van het onder 3.1 genoemde bedrag, vindt maandelijks (achteraf) plaats. Van Wijnen zal de ontvangen facturen binnen 30 dagen voldoen vanaf de ontvangstdatum.
Vergoedingen, genoemd onder 3.3 worden betaalbaar gesteld binnen een maand na de start van de bouw/1e paal; en voor de onder 3.4 genoemde ontwikkelingsprojecten 50% bij start verkoop en 50%bij start van de bouw/ eerste paal;
In alle gevallen betaling op basis van een door [naam eiseres] te verstrekken factuur.”
Dit project wordt door partijen en ook hierna aangeduid als het Dirkzwagerproject.
“Deze week samen met AvM telefonisch contact gehad met [naam 4] van NTAB welke ook betrokken is bij dit faillissement (boedelverkoop voor/namens ABN Amro/curator) [naam 4] zal onze interesse/geloofsbrief bespreken/doorzetten naar de behandelend bankman [naam 5] . In week 16 vermoedelijk nader contact met [naam 4] en idealiter afspraak plannen bij bank.”
“Onderwerp: Interesse Van Wijnen-[naam eiseres] in het Dirkzwagerterrein te Schiedam
Geachte heer [naam 5] , beste [naam 5] ,
Nogmaals dank voor de plaatsing op jullie lijst met geïnteresseerde partijen. Zodra jullie kaders en randvoorwaarden – samen met gemeente, curator en evt. makelaar – verder zijn uitgewerkt, vernemen wij dat graag en hebben dan bij voorkeur ook nader persoonlijk contact met jullie gelet op het beoogde onderhandse verkoopproces van de betreffende “warme gronden”.
(…)”
“ [naam 4] heeft inmiddels met de bankman van de ABN Amro Bank gesproken waarop HB met [naam 5] van ABN Amro heeft geleid. [naam 5] heeft [naam eiseres]- van Wijnen op de lijst met geïnteresseerden geplaatst. Op 18-10 de makelaar (de heer [naam 6] ) een e-mail gestuurd betreffende “verkoopstrategie” 18-12-2017: AvM geeft aan dat hij van gemeente heeft vernomen dat deze zijn deel van het terrein mogelijk aan de curator verkoopt voorafgaand aan het verkoopproces. Voor Van Wijnen zou waarschijnlijk gunstiger zijn als dat andersom zou zijn. Begin 2018 nader afstemmen met AvM mede gelet op de overige PO-projecten. Op 24-1 jl. met de betrokken makelaar gesproken, heeft nog geen nieuws. Gemeente is doende met bestemmingsplanwijziging. Hij informeert ons zodra er meer duidelijk is betreffende (verkoop)plan en planning. Op woensdag 6-6 heeft AvM met [naam 7] gesproken over dit en de hieronder gemelde ontwikkelingsprojecten in Schiedam. Terugkoppeling en afstemming AvM aan/met HB volgt nog.”
“Op 31 december 2017 is de samenwerkingsovereenkomst tussen [naam eiseres] en Van Wijnen West B.V. definitief beëindigd. Een prestatiegerichte overeenkomst met als doel het op succesvolle wijze aanbrengen van bouw- en/of ontwikkelprojecten.
Inspanningen die [naam eiseres] heeft geleverd zijn conform artikel 3.1 van de overeenkomst tot 31/12/2017 keurig aan [naam eiseres] voldaan.
Geen van de projecten die tot 31/12/2017 door [naam eiseres] zijn aangedragen zijn echter binnen de contracttermijn door de geleverde prestatie op een niveau gebracht dat Van Wijnen concreet de mogelijkheid heeft om deel te nemen in een (bouw)combinatie of een planontwikkeling. De status is daarentegen dat in veel gevallen slechts kenbaar is gemaakt dat Van Wijnen geïnteresseerd is om deel te nemen maar de bal volledig hij de opdrachtgever ligt of Van Wijnen überhaupt wordt geconsulteerd.
Wij zijn met elkaar een adviesovereenkomst aangegaan waarbij [naam eiseres] primair inspanning zou leveren om Van Wijnen in stelling te brengen voor deelname aan bouwopgaven (bij voorkeur 1:1) of zorg te dragen voor grip op ontwikkellocaties tot aan en met het moment van sluiten van een intentieovereenkomst. Geen enkel project had op 31-12-2017 een status die ook maar in de buurt komt bij hetgeen hiervoor staat omschreven. …”
3.Het geschil
4.De beoordeling
betwist dit, de samenwerking zou louter voor de Bühne zijn opgevoerd om continuïteit in de door [naam eiseres] - aanvankelijk voor zichzelf en nadien voor Van Wijnen - getoonde interesse voor dit project te creëren. Wat daarvan zei, ook indien [naam eiseres] dit project op enig moment met Van Wijnen had willen ontwikkelen, staat vast dat dit tussen partijen niet tot een in artikel 3.6 van de Adviesovereenkomst bedoelde afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst heeft geleid. Dat er op enig moment tussen hen is gesproken over samenwerking in dit project is overigens ook niet gesteld noch gebleken. Wel staat vast dat [naam eiseres] dit project bij Van Wijnen heeft aangedragen en op een shortlist heeft geplaatst. Van Wijnen stelt weliswaar dat de shortlist van [naam eiseres] door haar niet werd geaccordeerd, doch daaraan komt geen betekenis toe. Een expliciet akkoord van een shortlist was immers niet overeengekomen. Vast staat dat het project door [naam eiseres] op de shortlist was opgenomen en dat de voortgang van dit project met regelmaat door [naam eiseres] met (de directeur projectontwikkeling [naam 3] van) Van Wijnen werd besproken. De (plaatsing van dit project op die) shortlist stond tussen hen niet eerder ter discussie dan medio 2018, na beëindiging van de looptijd van de Adviesovereenkomst.
a. toen [naam eiseres] het project aandroeg nog niet “aantoonbaar al met het betreffende project bekend èn doende” was, als bedoeld in artikel 1.6 van de Adviesovereenkomst en
b. haar interesse in het project aan [naam eiseres] heeft bevestigd om deze lead “voor beide partijen te borgen” als bedoeld in meergemeld artikellid.
Nadat zij Van Wijnen op het project heeft geattendeerd heeft zij haar netwerk benut om Van Wijnen als gegadigde bij de bank te introduceren. In de mail van 14 juni 2017 bedankt [naam eiseres] de bank voor het plaatsen van “[naam eiseres]-Van Wijnen” op een lijst met geïnteresseerde partijen voor het Dirkzwagerterrein en vraagt zij om een persoonlijk contact als kaders en randvoorwaarden voor een (kennelijk overigens ook toen) beoogd onderhands verkoopproces zijn uitgewerkt. Deze gang van zaken vindt bevestiging in het – in zoverre onbetwiste - verslag van 25 juni 2018. [naam eiseres] heeft blijkens dit verslag vervolgens in oktober 2017 contact opgenomen met de makelaar betreffende de “verkoopstrategie”. Kennelijk vond ook nog in december 2017 over het Dirkzwagerproject overleg plaats tussen ( [naam 3] van) Van Wijnen en [naam eiseres]. Blijkens meergemeld verslag heeft [naam 3] op 18 december 2017 aan [naam eiseres] aangegeven dat hij van de gemeente heeft vernomen dat zij haar deel mogelijk aan de curator verkoopt, al zou een verkoop door de curator aan de gemeente voor Van Wijnen gunstiger zijn.
De per ultimo 2017 door Van Wijnen - dankzij [naam eiseres] - ingenomen positie (als geïnteresseerde) bij de bank was daarbij – minst genomen – relevant, immers trad [naam 7] daarbij op voor de curator en de bank die tot onderhandse verkoop van het Dirkzwagerterrein hadden besloten. Uit een (door [naam eiseres] als productie 22 overgelegde) mail van 30 maart 2017 van deze [naam 7] aan [naam 3] van Van Wijnen blijkt bovendien dat deze ambtenaar van meet af aan bij dit project was betrokken. Overigens was het blijkens die mail ook toen al de bedoeling dat, als er een partij was geselecteerd voor het Dirkzwager terrein, de gemeente met die partij in contact zou treden om de mogelijkheden van een gezamenlijke gebiedsontwikkeling te verkennen.
Bezien in dat licht, brengt een belangenafweging naar het oordeel van de rechtbank mee dat het vonnis - behoudens voor wat betreft de proceskostenveroordeling - niet uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
4.10. Dit betekent dat de vordering kan worden toegewezen als na te melden en dat Van Wijnen
als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten wordt veroordeeld.
Deze kosten aan de zijde van [naam eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 86,40
- griffierecht: € 639,-
- salaris advocaat
5.De beslissing
39/
2504