Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 april 2018 (met producties 1 t/m 7)
- de conclusie van antwoord (met producties 1 t/m 15)
- de brief van de rechtbank van 17 oktober 2018, waarbij partijen zijn opgeroepen om ter zitting te verschijnen
- de brief van de advocaat van KST van 19 december 2018 waarbij o.a. 3 producties met bijlagen zijn gevoegd
- de brief van de advocaat van Maersk van 24 december 2018 waarbij de producties 16 en 17 zijn gevoegd
- het proces-verbaal van de 10 januari 2019 gehouden comparitie van partijen alsmede de (fax)berichten van de advocaat van Maersk van 31 januari en 4 februari 2019 en van de advocaat van KST van 4 februari 2019.
2.De feiten
“while we do not have any volume obligation under the Towage agreement, nor any obligation to provide a specific time for the volume adjustment”alsmede dat zij de Overeenkomst niet zal verlengen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
bevoegdheid en toepasselijk recht
“that Hirer does not warrant the volumes above”en in de Addenda I en II stond:
“These conditions do not act as volume commitments of any kind from Maersk Line to Kotug”respectievelijk
“This agreement does not contain any commitment from MAERSK LINE and or A.P. MOLLER MAERSK to KOTUG regarding volumes as from 07-0-2014”.
volumevan alle Maersk scheepvaart in de haven van Rotterdam aan KST voor sleepassistentie aan te bieden. De teksten van de overeenkomst van 2011 en twee Addenda op zichzelf (hiervoor weergegeven onder 2.4. en 2.5.) maken voorts duidelijk dat Maersk zich diende in te spannen (
“endeavour”) om een
percentagevan minimaal 50% aan KST te gunnen. In de Overeenkomst van 2017 is het woord
“endeavour”echter niet meer opgenomen
.Verder valt op dat in deze laatste overeenkomst wordt gesproken over
“does not warrant the volumes above”maar dat nergens in die overeenkomst over concrete volumes wordt gesproken. Wel staan vlak boven de geciteerde passage percentages genoemd en voor Rotterdam is dat “
50% of the volume”en
“deviations up to 5% of total volume are acceptable”. Tot zover de letterlijke bewoordingen van de overeenkomsten.
- “I can offer you a commitment for 2 years max”
- “The confidential rate that KOTUG are providing to Maersk Line is only applicable as long as
detrimental”zijn voor haar organisatie. Dat partijen er hier vanuit gingen dat geen sprake was van enig commitment volgde ook uit het feit dat in Addendum II de tarieven waren opgenomen uit het tweede principevoorstel van Maersk, namelijk EUR 1.350 voor de haven van Rotterdam en EUR 1.820,- voor de haven van Hamburg. Tot zover het standpunt van Maersk.
This agreement does not contain any commitment [..] regarding volumes”in onder meer Addendum II door partijen niet wordt bedoeld om vast te leggen dat geen absolute garantie van het aantal schepen is overeengekomen omdat rederijen niet op voorhand kunnen voorspellen hoeveel schepen er in een bepaalde periode een bepaalde haven zullen gaan aandoen. De discussie maakt zonneklaar dat het hoofdbestuur van Maersk zich reeds in 2013 niet aan bepaalde percentages of exclusiviteit wilde binden. Dat moet voor KST ook duidelijk zijn geweest. KST is daardoor noodgedwongen akkoord gegaan met een overeenkomst zonder volumegarantie/exclusiviteit.
“endeavour to give at least 50%”uit de overeenkomst van 2011 kwam te vervallen en dat de deviatie mogelijkheid van 5% feitelijk de meer heldere invulling van deze vervallen woorden was,
“althans zo begreep KST deze aanpassing”(spreekaantekening 8) en
“Maersk wilde kennelijk meer zekerheid omtrent dat begrip. Zo heeft althans KST dat begrepen”(spreekaantekening 12) en nog explicieter op een vraag van de rechtbank: “
Maersk heeft niet zelf gezegd dat de deviatie invulling gaf aan het geschrapte “endeavour”.
“endeavour to give at least 50%”bewust uit de overeenkomst van 2011 en Addendum II werd geschrapt. Daarnaast kon KST zelfs uit de tekst van het aanvankelijk aanvaarde en later door het hoofdbestuur geweigerde Proposal 1 (“
After 2 YEAR commitment: no commitment from MAERSK to KOTUG of any kind (volume, business”)),opmaken dat Maersk na afloop van die contractsperiode geen enkele vorm van binding wilde.
“You have indeed total freedom in providing us with tug-jobs or not under this contract”bepaald niet voor het door KST in deze procedure ingenomen standpunt spreekt. Hetzelfde geldt voor de inhoud van zijn overgelegde verklaring van 19 december 2018, waarin [naam 4] onder andere schrijft dat het duidelijk was dat Maersk haar 100% dochter Svitzer wilde laten groeien en zij in oktober 2016 – derhalve voorafgaand aan de laatste contractonderhandelingen - haar nieuwe strategie wereldkundig maakte om maximale synergie binnen haar groep met onder andere Svitzer na te streven. Daarbij past ook dat als er in 2016 tussen partijen wordt onderhandeld, zoals KST zelf stelt, zojuist Bremerhaven voor KST is komen te vervallen.
with at least a month of pre notice” en Maersk vervolgens aangeeft hiermee akkoord te gaan. Een dergelijke “
pre notice” vindt volgens haar doorgaans plaats voordat de wijziging ingaat. Als partijen hier bedoeld zouden hebben om het tarief met terugwerkende kracht te corrigeren, dan zou het voor de hand hebben gelegen om dit duidelijk
pre notice”en de beëindigingsmogelijkheid voor Maersk. Voor zover KST betoogt dat het woord
“correct”per definitie duidt op een wijziging van
eerdergemaakte afspraken, dan kan de rechtbank dat op zichzelf volgen maar in het kader van deze discussie ziet het op een
tussentijdsewijziging van het afgesproken volume waaraan blijkens de tekst de overeengekomen tarieven zijn gekoppeld. Gelet op het hiervoor weergegeven juridisch kader oordeelt de rechtbank dat het standpunt van Maersk aansluit bij de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de omstreden woorden van de Overeenkomst. Dit betekent dat het (ook om die reden) aan KST is om voldoende te stellen om de rechtbank van een andere lezing te overtuigen.
“as long as”) Maersk de overeengekomen volumes aan Kotug aanbiedt. In die zin zijn de tarieven afgestemd op de volumes. Indien de volumes zouden dalen dan mocht KST de tarieven aanpassen. De term
“when”duidt op een tijdsmoment, te weten met onmiddellijke ingang. Dit betekent dat KST met deze mailwisseling onvoldoende stelt ter onderbouwing van haar lezing van artikel 4.
“detrimental to our organization”was en zij wist ook dat Maersk in meerdere havens steeds meer haar zustermaatschappij Svitzer wilde gaan inschakelen. Dat heeft KST er niet van weerhouden om nieuwe overeenkomsten met Maersk te sluiten. KST weerspreekt ook niet dat zij de Overeenkomst nota bene zelf op papier heeft gezet.
“as long as”en
“when”in de vorige rechtsoverweging, oordeelt de rechtbank dat door KST onvoldoende feiten en/of omstandigheden zijn gesteld op grond waarvan de tussen partijen in artikel 4 neergelegde afspraak naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
6.198,00(0,0 punten× factor 1,0 × tarief € 3.099)