Uitspraak
1.Het verdere verloop van het geding
- het tussenvonnis van 12 september 2018 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte bewijslevering aan de zijde van ECP van 21 december 2018 tevens akte overlegging producties;
- het proces-verbaal van het op 10 januari 2019 gehouden getuigenverhoor;
- de akte uitlaten voortzetting enquête aan de zijde van ECP;
- de akte wijziging eis van 19 maart 2019 aan de zijde van [gedaagden] ;
- de akte vermeerdering van eis van 20 maart 2019 aan de zijde van ECP, tevens akte na enquête, met producties;
- de akte na enquête aan de zijde van [gedaagden] van 30 april 2019;
- de antwoordakte na eiswijziging aan de zijde van ECP van 29 mei 2019.
2.Het geschil
3.De verdere beoordeling
201568. [naam gedaagde 1] heeft in reconventie weliswaar aanspraak gemaakt op betaling van deze factuur, maar in conventie heeft ECP Nederland ten aanzien van deze factuur geen dispuut opgeworpen. Wel heeft zij een dispuut opgeworpen voor factuur
201569, hetgeen onterecht is gelet op hetgeen verder in alinea 5.3 is overwogen.
4.De beslissing
- verklaart voor recht dat de rechtsgrond ontbreekt van de door [naam gedaagde 1] bij ECP Nederland ingediende factuur 201570 voor een bedrag van € 2.541,-, factuur 201572 voor een bedrag van € 2.541,- en factuur 201571 voor een bedrag van € 30.250,-, in totaal aldus een bedrag van € 35.332,-, ontbreekt;
- veroordeelt [naam gedaagde 1] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan ECP Nederland te betalen een bedrag van € 103,65, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2017;
- verklaart voor recht dat de rechtsgrond van de door [naam gedaagde 2] ingediende factuur met factuurnummer 2015208, ontbreekt;
- veroordeelt [naam gedaagde 1] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan ECP Factoring te voldoen een bedrag van € 23.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 4 december 2017;
- veroordeelt [naam gedaagde 2] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan ECP Factoring te voldoen een bedrag van € 25.000,- te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 15 november 2017;
- compenseert de kosten van de procedure in die zin dat partijen ieder de eigen kosten zullen dragen;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af;
- draagt ECP op om aan [naam eiser 1] te verstrekken een deugdelijk overzicht van het saldo en de bijbehorende mutaties op het factoringsaldo van (de onderneming van) [naam eiser 1] en tot het aanleveren van een deugdelijk overzicht van alle door [naam eiser 1] gedane betalingen en/of door ECP doorgevoerde verrekeningen onder de overeenkomst van debiteurenbeheer, één en ander met inachtneming van de in dit vonnis vastgestelde uitgangspunten;
- draagt ECP op om aan [naam eiser 2] te verstrekken een deugdelijk overzicht van het saldo en de bijbehorende mutaties op het factoringsaldo van (de onderneming van) [naam eiser 2] en tot het aanleveren van een deugdelijk overzicht van alle door [naam eiser 2] gedane betalingen en/of door ECP doorgevoerde verrekeningen onder de overeenkomst van debiteurenbeheer, één en ander met inachtneming van de in dit vonnis vastgestelde uitgangspunten;
- veroordeelt ECP om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers] het gecorrigeerde factoringsaldo te voldoen;
- compenseert de kosten van de procedure in die zin dat partijen ieder de eigen kosten zullen dragen;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af.