Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
- € 231,00 aan verschotten;
- € 721,00 aan salaris voor de gemachtigde;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 september 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen Stichting Humanitas. [verzoeker] verzocht om betaling van een aanzegvergoeding van € 2.287,58 bruto, omdat Humanitas niet tijdig schriftelijk had aangezegd dat zijn arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet. De arbeidsovereenkomst was oorspronkelijk aangegaan voor bepaalde tijd en was verlengd, maar Humanitas had verzuimd om [verzoeker] uiterlijk een maand voor het aflopen van de overeenkomst schriftelijk te informeren over de voortzetting. Humanitas voerde aan dat zij aan haar aanzegplicht had voldaan door mondelinge communicatie, maar de kantonrechter oordeelde dat een schriftelijke aanzegging vereist is en dat het ontbreken daarvan niet zonder gevolgen kan blijven. De rechter wees de vordering van [verzoeker] toe, omdat de aanzegplicht niet tijdig was nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat Humanitas de aanzegvergoeding verschuldigd was, ongeacht het feit dat de arbeidsovereenkomst was verlengd. De hoogte van de aanzegvergoeding werd niet betwist, en de rechter stelde ook de termijn voor betaling van de vergoeding vast op twee weken na de uitspraak. Daarnaast werd Humanitas veroordeeld in de proceskosten en de wettelijke rente over de aanzegvergoeding. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.