In deze zaak gaat het om een deelgeschil tussen een verzoeker, die betrokken was bij een aanrijding op 21 december 2015, en Achmea Schadeverzekeringen N.V. De verzoeker, die als bestuurder van een scooter betrokken was bij de aanrijding, heeft schade geleden en verzoekt de rechtbank om te verklaren dat hij zijn schadebeperkingsplicht niet heeft geschonden door in te stemmen met de beëindiging van zijn dienstbetrekking. Achmea heeft aansprakelijkheid erkend voor de schade, maar stelt dat het verlies van inkomen van de verzoeker niet aan het ongeval gerelateerd is en dat hij zijn schadebeperkingsplicht heeft geschonden. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker niet in strijd heeft gehandeld met zijn schadebeperkingsplicht, omdat hij in een situatie verkeerde waarin het redelijkerwijs niet van hem kon worden verlangd om zijn dienstverband voort te zetten. De rechtbank wijst de verzoeken van Achmea af en verklaart dat de verzoeker recht heeft op vergoeding van de kosten van het deelgeschil, die op € 3.263,44 worden begroot. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en Achmea wordt veroordeeld tot betaling van deze kosten binnen 14 dagen na de beschikking.