Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- toepassing van het jeugdstrafrecht;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich houdt aan de afspraken met de reclassering, dat hij, voor zover dat noodzakelijk wordt geacht, zijn medewerking verleent aan behandeling bij De Waag (Topzorg) en dat hij beschikt over een zinvolle dagbesteding in de vorm van een opleiding of De Nieuwe Kans;
- met opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
ander ter uitvoering van het voornemen om gedurende de voor denachtrust bestemde tijd, te weten omstreeks 01:15 uur, in een woning gelegen op/aan de [adres delict] , een geldbedrag van hun, verdachtes en/of zijn mededader, gading, dat aan een ander dan aan
ente doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden
engemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit dat hij en/of zijn mededader
heeftdoorzocht,
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 6 maanden,
een gedeelte van de jeugddetentie groot 2 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 750,– (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 750,–(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening.