Op 15 oktober 2019 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een jeugdzorgzaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 1 februari 2020, na een eerdere verlenging tot 5 november 2019. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en de bijzondere curator aanwezig waren. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond was niet vertegenwoordigd door een bekend persoon, wat de beoordeling bemoeilijkte.
De moeder heeft aangegeven dat de vaste jeugdbeschermer, dhr. [naam 1], per 1 augustus 2019 is gestopt en dat er sindsdien geen contact meer is geweest met de GI. De moeder verzet zich tegen omgang tussen [naam kind] en de vader, gezien de medische aandoening van [naam kind]. De vader heeft zijn bezorgdheid geuit over de situatie en het gebrek aan informatie vanuit het ziekenhuis. De bijzondere curator heeft gepleit voor voorzichtig contactherstel tussen [naam kind] en de vader, maar benadrukt dat dit met de nodige zorgvuldigheid moet gebeuren.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende informatie beschikbaar was om een definitieve beslissing te nemen over de gehele verzochte periode van ondertoezichtstelling. Daarom is besloten om de beslissing over het overige verzoek aan te houden en de GI te verzoeken om met spoed een vaste jeugdbeschermer aan te stellen. De kinderrechter heeft de zaak opnieuw gepland voor 30 januari 2020, waarbij de GI en andere belanghebbenden worden opgeroepen om de stand van zaken te rapporteren.