Uit het dossier blijkt dat de verdachte gedurende een periode van één en driekwart jaar ten minste 70 postpakketten met harddrugs naar het buitenland heeft verzonden. Voor de strafmaat is niet alleen de frequentie van belang, maar ook wat het totale gewicht van die harddrugs is geweest. Vast staat dat drie van die pakketten in Nederland zijn onderschept, dat van elk van die pakketten het totaalgewicht ongeveer twee kilogram bedroeg en dat elk van die pakketten voor ongeveer een kilogram aan MDMA-tabletten bevatte. Daarnaast zijn in Australië twee pakketten van de verdachte onderschept waarin 100 gram cocaïne respectievelijk 600 gram amfetamine zat verstopt. Van de overige pakketten is de exacte inhoud niet bekend. Wel staat vast dat het gewicht van het overgrote deel van de 46 pakketten, die de verdachte vanaf 19 februari 2018 heeft verzonden, iets minder dan twee kilogram bedroeg.
De verdachte heeft op de zitting gesteld dat de drie in Nederland onderschepte pakketten de enige zijn waarin een kilogram MDMA heeft gezeten. De andere pakketten bevatten volgens de verdachte aanzienlijk kleinere hoeveelheden harddrugs omdat hij met deze pakketten steeds met een kleine hoeveelheid – volgens de verdachte gaat het dan om een stuk of twintig tabletten – wilde testen of deze onontdekt door de douane kwamen. Volgens de raadsvrouw van de verdachte moet het totale gewicht van de door de verdachte verzonden harddrugs daarom worden geschat op 4 kilogram.
De rechtbank acht verdachtes stelling over de hoeveelheden harddrugs in de niet onderschepte pakketten niet aannemelijk. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Vooropgesteld wordt dat de verdachte deze stelling niet met verifieerbare gegevens heeft onderbouwd, bijvoorbeeld door het overleggen van een “boekhouding”. De rechtbank betrekt daarbij dat de verdachte ook geen toegang heeft willen geven tot gegevensdragers die mogelijk meer informatie hadden kunnen bevatten over de inhoud van de niet onderschepte pakketten, te weten zijn Xiaomi mobiele telefoon en zijn laptop.
Daarnaast acht de rechtbank het niet aannemelijk dat uitgerekend de drie in Nederland onderschepte pakketten de enige pakketten zijn die een kilogram MDMA bevatten. Dat zou wel heel toevallig zijn. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de verdachte vaker dan deze drie keer een pakket met een kilogram MDMA heeft verzonden.
De rechtbank sluit daarnaast niet uit dat de verdachte bij wijze van test ook wel eens kleine hoeveelheden harddrugs heeft verzonden, maar acht het niet aannemelijk dat dit is gebeurd in de ruime mate waarin de verdachte het doet voorkomen. De verdachte heeft hiervoor ook geen plausibele verklaring gegeven.
De rechtbank overweegt daarnaast dat de hiervoor genoemde vastgestelde 70 pakketten de pakketten zijn voor de verzending waarvan de verdachte met zijn pinpas heeft betaald. Vast staat dat dit niet de enige pakketten met harddrugs zijn die de verdachte heeft verzonden, aangezien hij ten minste één keer contant heeft betaald voor de verzending, te weten voor het derde in Nederland onderschepte pakket. Niet uitgesloten is dat hij dit vaker heeft gedaan.
Gelet op de hiervoor beschreven feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank het aannemelijk dat het totale gewicht van de door de verdachte verzonden harddrugs de in de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting genoemde 20 kilogram ruimschoots te boven gaat. De rechtbank weegt dit in het nadeel van de verdachte mee.
In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank als strafmatigende omstandigheden mee zijn jonge leeftijd (de bewezenverklaarde feiten beging hij terwijl hij tussen de 21 en 23 jaar oud was) en het gegeven dat hij - blijkens een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 september 2019 - nooit eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en de rechtbank het aannemelijk acht dat de onderhavige strafprocedure bij de verdachte zwaar is aangekomen.