ECLI:NL:RBROT:2019:8796

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
10/996763-13
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Europese subsidiefraude en valsheid in geschrift met vervalste facturen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 november 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van feitelijk leiding geven aan valsheid in geschrift. De verdachte was betrokken bij een frauduleuze praktijk waarbij vervalste facturen werden gebruikt om subsidies van het Europees Sociaal Fonds (ESF) te verkrijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen meermalen facturen heeft vervalst en deze heeft afgeleverd, met als doel om deze als echt en onvervalst te gebruiken. De feiten vonden plaats tussen 1 juli 2012 en 31 oktober 2012. De officier van justitie had een taakstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de redelijke termijn van artikel 6 EVRM was overschreden met drie jaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat, ondanks de ernst van de feiten, de verdachte geen straf of maatregel opgelegd kreeg, mede vanwege de lange duur van de procedure en het feit dat de verdachte openheid van zaken had gegeven. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige behandeling van strafzaken en de impact van langdurige procedures op verdachten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/996763-13
Datum uitspraak: 5 november 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 29 januari 2019 en 1, 2, 3, 7, 8 en 22 oktober 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. van de Kerkhof heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 30 uren te vervangen door 15 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
[naam bedrijf 1] (al dan niet handelend onder de naam [handelsnaam] )
omstreeks de periode van 1 juli 2012 tot en met 31 oktober 2012 te Ridderkerk ,
tezamen en in vereniging met anderen, meermalen facturen, te weten:
-
een(kopie) factu
ur van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 2] (AMB-008) en
-
een(kopie) factu
ur van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 3] (AMB-029) en
-
een(kopie) factu
ur van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 4] (AMB-032) en
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 5] (AMB-037),
zijnde geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
heeft vervalst en/of doen vervalsen,
immers hebben die [naam bedrijf 1] en haar mededaders
valselijk - in strijd met de waarheid - (zakelijk weergegeven) op die
facturen een cursustitel uit de reeks van [naam stichting 1]
( [naam stichting 1] ) of [naam stichting 2] ( [naam stichting 2] ) vermeld en
vermeld dat de factuurbetaling per omgaande op een rekening van
[handelsnaam] dient plaats te vinden
(terwijl in werkelijkheid het een cursus uit de reeks van [naam stichting 3]
( [naam stichting 3] ) betrof en het bedrag van voornoemde
facturen reeds op een rekening van [naam bedrijf 6] ( [naam bedrijf 6] )
is betaald),
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en
onvervalst te gebruiken of door een ander te doen gebruiken,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander,
feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen;
2.
Hij omstreeks
de periode van1 september 2012 tot en met 31
oktober 2012 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk vervalste geschriften die
bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
-
een(kopie) factu
ur van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 2] (AMB-008) en
-
een(kopie) factu
ur van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 3] (AMB-029) en
-
een(kopie) factu
ur van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 4] (AMB-032) en
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 5] (AMB-037),
heeft afgeleverd en voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken
als waren deze echt en onvervalst,
bestaande die vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid -
zakelijk weergegeven - op die facturen een cursustitel uit de reeks
van [naam stichting 1] ( [naam stichting 1] ) of [naam stichting 2]
( [naam stichting 2] ) was vermeld en was vermeld dat de
factuurbetaling per omgaande op een rekening van [handelsnaam] dient plaats te
vinden
(terwijl in werkelijkheid het een cursus uit de reeks van [naam stichting 3]
( [naam stichting 3] ) betrof en het bedrag van voornoemde
facturen reeds op een rekening van [naam bedrijf 6] ( [naam bedrijf 6] )
is betaald).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.primair

feitelijk leiding geven aan medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;

2.

medeplegen van opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, afleveren en voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De verdachte heeft als feitelijk leidinggevende van zijn bedrijf [naam bedrijf 1] , samen met anderen, willens en wetens een belangrijke bijdrage geleverd aan subsidiefraude door facturen te vervalsen. Hij heeft deze facturen vervolgens afgeleverd bij een medeverdachte, zodat deze konden worden ingediend bij een ander sectorfonds na faillissement van het sectorfonds [naam stichting 3] .
Deze valsheid in geschrift heeft ertoe geleid dat de verdachte en zijn medeverdachten een schijnwerkelijkheid hebben gecreëerd en daarmee geprobeerd een zo hoog mogelijk bedrag aan Europese subsidie te verkrijgen. Het bedrijf van de verdachte had de afgesproken vergoeding voor haar werkzaamheden al ontvangen vanuit [naam bedrijf 6] , maar door de subsidieaanvragen ook nog bij een ander fonds onder te brengen, zou zij bij succes nogmaals een percentage van het subsidiebedrag opstrijken.Wellicht zal de verdachte ook de gedupeerde bedrijven hebben willen helpen, maar de rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de te verwachten eigen inkomsten daarbij zeker een rol hebben gespeeld.
Het is de rechtbank uit het dossier en de bespreking van de zaak ter zitting overigens niet duidelijk geworden tot welk benadelingsbedrag het bewezen verklaarde heeft geleid, temeer nu de ingediende aanvragen door het Agentschap van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (voorlopig) niet zijn goedgekeurd.
Bij de verdeling van de goed gevulde Europese subsidieruif, staat het bedrijven natuurlijk vrij er een business van te maken om noodzakelijke administratieve handelingen te verrichten ten behoeve van subsidieaanvragen dan wel te begeleiden. Het kan daarbij echter niet de bedoeling zijn dat die subsidies voor een groot deel aan de strijkstok van die bedrijven blijft hangen door gebruik te maken van vervalste documenten en tweemaal een vergoeding op te strijken, zoals hier de bedoeling was. Op die manier zal er immers uiteindelijk minder geld overblijven voor de projecten waarvoor die subsidies uiteindelijk bedoeld zijn. Subsidiefraude kan er toe leiden dat het draagvlak voor het verstrekken van subsidies aan (op zichzelf maatschappelijk nuttige) projecten wordt verkleind en/of (nog) meer kostenverhogende controlemomenten worden ingebouwd.
Mede door toedoen van de verdachte is een sfeer ontstaan waarin het normaal leek te sjoemelen met de waarheid.
Bij dergelijke feiten past in beginsel een onvoorwaardelijke straf, ook voor iemand – zoals de verdachte – met een blanco strafblad. Er moet echter ook rekening gehouden worden met het feit dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM op onverklaarbare wijze in geruime mate is overschreden en (ook los van die termijnoverschrijding) met het feit dat het hier gaat om oude feiten. Tussen het moment waarop de verdachte in redelijkheid kon verwachten dat hij zou worden vervolgd en het vonnis van de rechtbank, is ongeveer vijf jaren verstreken. De rechtbank is van oordeel dat de redelijke termijn, welke te doen gebruikelijk gesteld wordt op twee jaren, met drie jaren is overschreden.
De impact die de lange duur van de procedure op de verdachte heeft gehad, is gebleken uit hetgeen hij daarover ter terechtzitting heeft verklaard.
De rechtbank weegt voorts in het voordeel van de verdachte mee dat hij openheid van zaken heeft gegeven en daarvoor verantwoordelijkheid neemt.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de bestraffing van de verdachte - zoals gevorderd - thans geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel meer dient en ziet zij aanleiding onder toepassing van artikel 9a Sr te bepalen, dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.

8.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

9.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.M.A. Hinfelaar, voorzitter,
en mrs. L. Amperse en T.M. Riemens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. B.A.M. Elst, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 november 2019.
De griffier is wegens afwezigheid niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
[naam bedrijf 1] (al dan niet handelend onder de naam [handelsnaam] )
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2012 tot en
met 31 oktober 2012 te Ridderkerk en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) één of meer factu(u)r(en), te weten:
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 2] (AMB-008) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 3] (AMB-029) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 4] (AMB-032) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 5] (AMB-037),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van
enig feit te dienen,
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft/hebben
doen opmaken en/of doen vervalsen,
immers heeft/hebben die [naam bedrijf 1] en/of haar mededader(s) (telkens)
valselijk - in strijd met de waarheid - (zakelijk weergegeven) in/op die
factu(u)r(en) een cursustitel uit de reeks van [naam stichting 1]
( [naam stichting 1] ) en/of [naam stichting 2] ( [naam stichting 2] ) vermeld en/of
(telkens) vermeld dat de factuurbetaling per omgaande op een rekening van
[handelsnaam] dient plaats te vinden
(terwijl in werkelijkheid het (telkens) een cursus uit de reeks van [naam stichting 3]
( [naam stichting 3] ) betrof en/of het bedrag van voornoemde
facturen reeds (telkens) op een rekening van [naam bedrijf 6] ( [naam bedrijf 6] )
is betaald),
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans
alleen, (telkens) tot (het) vorenstaande feit(en) opdracht gegeven en/of
feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2012 tot en
met 31 oktober 2012 te Ridderkerk en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) één of meer factu(u)r(en), te weten:
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 2] (AMB-008) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 3] (AMB-029) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 4] (AMB-032) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 5] (AMB-037),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van
enig feit te dienen,
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft/hebben
doen opmaken en/of doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens)
valselijk - in strijd met de waarheid - (zakelijk weergegeven) in/op die
factu(u)r(en) een cursustitel uit de reeks van [naam stichting 1]
( [naam stichting 1] ) en/of [naam stichting 2] ( [naam stichting 2] ) vermeld en/of
(telkens) vermeld dat de factuurbetaling per omgaande op een rekening van
[handelsnaam] dient plaats te vinden
(terwijl in werkelijkheid het (telkens) een cursus uit de reeks van [naam stichting 3]
( [naam stichting 3] ) betrof en/of het bedrag van voornoemde
facturen reeds (telkens) op een rekening van [naam bedrijf 6] ( [naam bedrijf 6] )
is betaald),
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
2.
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks 1 september 2012 tot en met 31
oktober 2012 te Ridderkerk en/of Nijverdal en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die
bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 2] (AMB-008) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 3] (AMB-029) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 4] (AMB-032) en/of
- ( kopie) facturen van [handelsnaam] aan [naam bedrijf 5] (AMB-037),
heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken
als waren deze echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid -
zakelijke weergegeven - op die facturen (telkens) een cursustitel uit de reeks
van [naam stichting 1] ( [naam stichting 1] ) en/of [naam stichting 2]
( [naam stichting 2] ) was vermeld en/of (telkens) was vermeld dat de
factuurbetaling per omgaande op een rekening van [handelsnaam] dient plaats te
vinden
(terwijl in werkelijkheid het (telkens) een cursus uit de reeks van [naam stichting 3]
( [naam stichting 3] ) betrof en/of het bedrag van voornoemde
facturen reeds (telkens) op een rekening van [naam bedrijf 6] ( [naam bedrijf 6] )
is betaald).