Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 augustus 2019, met producties en aanvullende producties;
- de producties en aanvullende producties van [gedaagde] ;
- de brief van 23 augustus 2019 van Arcus, met daarin een aankondiging van een eisvermeerdering;
- de mondelinge behandeling gehouden op 27 augustus 2019;
- de pleitnota van Arcus met daarbij de toelichting op eis en tevens vermeerdering van eis;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
- de echtelijke woning in Rotterdam (hierna: de Woning);
- een in 2010 aangekochte vakantiewoning in Benahavis (hierna: de Spaanse vakantiewoning);
- de in de IB-aangifte over 2016 en 2017 vermelde Nederlandse en Spaanse bankrekeningen en beleggingen waaronder een belegging in Mint Tower Capital.
Bovendien heeft Arcus aan de hand van de reeds gelegde beslagen voldoende zekerheid. Op de woning zit een hypotheek van ruim € 200.000. De waarde van de woning begroot [gedaagde] op een bedrag van tenminste 1,5 miljoen. Kortom: voldoende zekerheid.”
- privé-uitgaven betaalde met zijn zakelijke creditcards, welke uitgaven niet bij zijn rekening-courant met Arcus of via zijn salarisbetaling aan Arcus zijn vergoed;
- facturen voor aan hem in privé geleverde goederen en diensten voor rekening liet komen van Arcus;
- aan Arcus gerichte facturen van [naam bedrijf 4] door Arcus heeft laten betalen terwijl hij wist dat de omschrijving op die facturen vals was, en zelf in ieder geval één keer heeft geprofiteerd van een doorstorting van [naam bedrijf 4] naar zijn Spaanse bankrekening.
In het dossier zijn evenwel sterke aanwijzingen dat [gedaagde] in samenwerking met [naam 1] constructies heeft opgezet voor eigen gewin ten koste van het Arcus concern. Wat betreft de facturen van [naam bedrijf 4] wordt gewezen op een e-mail van [gedaagde] aan [naam 1] van 11 april 2013 (OP 58H), waarin hij aan [naam 1] vraagt: “Ist es moglich den fee von [naam bedrijf 4] auf meine Spanische Rechnung zu ueberweisen?” Uit verdere correspondentie blijkt dat het gaat om een “fee” van € 10.000,00. Daarmee is duidelijk dat ook [gedaagde] in privé profiteert van de betalingen door het Arcus concern aan [naam bedrijf 4] .(...)
[gedaagde] heeft geen verklaring gegeven voor het feit dat in de mail van 11 april 2013 expliciet is verwezen naar [naam bedrijf 4] . (...)”;
The current situation, which resulted from the ruling in the court case from my previous employer, leaves me no other choice than to resign as statutory director (COE) of [naam bedrijf 1] with immediate effect.”
Voorts wachtte ik op de sleper. Omstreeks 08:30/08:35 uur kwam de heer [gedaagde] naar buiten gesneld op zijn blote voeten met 2 winkeltassen/shoppers in zijn hand. Ik trachtte de Mercedes nog te blokkeren en de heer [gedaagde] aan te spreken, maar de heer [gedaagde] reed om mij heen door het groenperkje met een stevige snelheid weg.”
I have decided not to proceed with the loan. It is likely that will be used against me. (…)
It is important for you to make sure that the property is registered 50% each in the name of you and your wife.
Hi, i wanted to deposit money in an account i just setup.
As I was informed, we did use the mentioned account (…) for deposit transactions for our customers in the past. It is an account in the bank that was our partner (…).”
3.Het geschil
eliseo.fuente@dflma.com) en de advocaten van Arcus (mr. De Waal en mr. Palm) (emailadressen: p.dewaal@windtlegal.com en
s.palm@windtlegal.com);
- documenten verduisterd;
- beleggingen te gelde gemaakt en zijn bankrekeningen leeggehaald: het volgens de aangifte IB 2017 aanwezige vermogen van € 699.988,- lijkt geheel verdwenen;
- zijn aandeel in de echtelijke woning overgedragen aan [echtgenote gedaagde] , die geen eigen inkomen heeft;
- ontslag genomen bij zijn nieuwe werkgevers nadat Arcus had aangekondigd loonbeslag te willen gaan leggen;
- bij de beslaglegging op 14 juni 2019 (mogelijk) vermogensbestanddelen aan het beslag onttrokken;
- in strijd met de gemaakte afspraken niet de complete inboedel van de Woning laten taxeren;
- de Spaanse vakantiewoning voor 50% op naam van [echtgenote gedaagde] doen stellen.
4.De beoordeling
- [gedaagde] heeft zijn arbeidsovereenkomst met de [naam bedrijf 1] na de aankondiging loonbeslag opgezegd. Dat doet vermoeden dat hij zijn inkomen wenste te onttrekken aan het loonbeslag. Dit vermoeden wordt versterkt door de omstandigheid dat hij na zijn ontslag in dienst in getreden van de moedermaatschappij van [naam bedrijf 1] (Fial) terwijl hij materieel voor [naam bedrijf 1] is blijven werken.
- [gedaagde] legt de hiervoor in 2.19 geciteerde brief over, die hij aanduidt als opzegging van zijn arbeidsovereenkomst met Fial. Die brief is echter helemaal niet aan Fial gericht en andere stukken op dat punt zijn niet overgelegd.
- Bij de beslaglegging op 14 juni 2019 heeft [gedaagde] twee boodschappentassen met inhoud mogelijk aan beslag onttrokken;
- Het taxatierapport van Van Beusekom roept gelet op het beperkte aantal bestanddelen dat daarin is vermeld en de omvang van het verzekerde bedrag op de inboedelverzekering de vraag op of [gedaagde] (conform de daarover met Arcus gemaakte afspraak) de gehele inboedel heeft laten taxeren.